Vandaag verschijnt Big Dreaming Ants, het debuutalbum van de Amsterdamse Nana Adjoa. Uitstellen was geen optie. Deze nummers van de internationaal opgepikte artiest moeten nu gehoord worden. Een openhartig gesprek over religie, Jeff Tweedy, zelfverzekerdheid en Black Lives Matter dat er op twee niveaus inhakte: persoonlijk en professioneel.

In juni van dit jaar is er plots paniek in kamp Nana Adjoa. De tweede single van het nieuwe album staat gepland met de titel ‘Throw Stones’. Er lijkt niets aan de hand, maar juist dan wordt Black Lives Matter alomtegenwoordig. De protestacties zitten in hun eerste week. Nana Adjoa: ‘Dan wordt throw stones opeens letterlijk. Het was geen moment in me opgekomen dat iemand zou kunnen denken dat het over rellen zou gaan. Toch leek het van wel. Ook al kan je zoiets niet maken in één dag. We hadden er heftige discussies over. Moet ik het uitbrengen? En als ik het uitbreng, moet ik er context bij geven? Dat was mijn eerste insteek. Maar is het wel mijn recht om mensen te vertellen wat ze erin moeten horen? Dat is heel ingewikkeld.’

Door de discussie en twijfel blijft het nummer iets langer op de plank liggen. Een week om precies te zijn. Voor de duidelijkheid, het is een song over het online met modder gooien, en over je bewust zijn welke woede je in je hebt en hoe te kalmeren. Gelukkig is de opluchting nabij, geen sprake van turbulentie. Adjoa: ‘Er kwamen veel mooie reacties, maar later pas. Op het moment zelf hadden mensen geen ruimte om met muziek bezig te zijn. Het was chaos in de wereld.’ Lachend: ‘Grappig genoeg dacht alleen een goede vriendin van mij dat het over de rellen ging. Ze postte op Facebook dat ze het zo mooi vond hoe deze tijd is omschreven. En zij kent me gewoon! Ik ging er niet ‘nee nee nee’ onder zetten. Het is goed zo. Van mij mogen mensen er zelf iets aan koppelen.’

Er was meer relief bij de Amsterdamse muzikante. Haar nieuwe muziek zag eindelijk het daglicht. Het album Big Dreaming Ants was al even afgerond en zou zonder Covid zo’n twee à drie maanden eerder verschijnen. Dus nog langer wachten: no way. Het is juist een belangrijke volgende stap die Adjoa zet sinds het verschijnen van haar debuut-EP Down At The Root (Pt 1) in 2017 en het tweede deel een jaar later. Haar broeierige electronische singer/songwriter-nummers valt al snel nationaal en internationaal op. Adjoa: ‘Vergeleken met dit album zijn die EP’s veel beschermder opgeschreven. Een beetje geheim. Ik had niet bedacht dat ik de wereld ermee in zou gaan. Ook deed ik voor het eerst leadzang. Dat deed ik meer binnensmonds. Als ik zong, vroeg me af: ben ik wel zo? Nu zing ik zoals ik zing. Op deze plaat zit ik veel zekerder in mijn vel. Mijn producer gaf me ook vertrouwen. Ik was al een half jaar met deze nummers bezig en hij zei: het is goed, laten we het afmaken. Dat is fijn. Anders kan ik er eeuwenlang over nadenken.’

Nana Adjoa staat, zo geeft ze toe, op het podium nog altijd het liefst naast de drummer aan de hihat-kant. Daar was jarenlang haar stek toen ze basgitaar speelde in bands als A Polaroid View, Sue The Night en bij Janne Schra. Tijdens die optredens had ze niet het gevoel dat ze eigenlijk achter die voorste microfoon moest staan. Adjoa: ‘Het probleem was dat ik andere ideeën had over hoe we nummers moesten spelen. Uiteindelijk was het mijn rol niet om dat te bepalen. Ik was een bandlid, dan moet je volgzamer zijn. Maar ik wilde zelf keuzes maken. Over de opbouw van songs, hoe je speelt, wat je wilt vertellen. Ik wilde niet vooraan staan, maar wel de baas zijn over alles.’

Op haar sterke gelaagde album Big Dreaming Ants gaat Adjoa verder de diepte in. Openers ‘National Song’ en ‘Cardboard Castle’ zijn broeierig maar hebben ook gewicht. Adjoa: ‘Cardboard Castle was een van de eerste nummers die ik maakte. Er moest een donker gevoel uit. Een ongenoegen. Dat voelde ik blijkbaar. Het kwam omdat het jaar ervoor moeilijk was. Er gebeurde heel veel. Voor het eerst spelen op The Great Escape, Londen, naar Amerika voor een solotour. Dat was cool maar ook heel beangstigend. De lat lag opeens hoger. Ik dacht: wie ben ik in dit hele muzieklandschap? Of als persoon in deze wereld? Ik was in een ander land aan de andere kant van de oceaan waar zoveel muzikanten zijn. In Los Angeles voelde ik me verloren in de grootsheid. Uiteindelijk heb ik het beklemmende gevoel meegenomen de studio in.’

Een heel ander soort prikkel krijgt Adjoa van Wilco’s Jeff Tweedy, als persoon en als schrijver. Zijn autobiografie uit 2018 heeft ze dan ook gelezen. Adjoa: ‘Hij is heel interessant. Tweedy heeft veel ideeën over relaties in het algemeen, maar zegt niet in your face hoe het moet. Hij schrijft het mooi en subtiel op, maar het komt hard binnen. Dat past wel bij mij. Zo wil ik ook in het leven staan. Ik wil mensen niet vertellen hoe het zit.'

De als Nana Effa-Bekoe geboren zangeres is een dochter van een Ghanese vader en een Nederlandse moeder. Op haar zesde verhuist ze van de Bijlmer naar het keurige Hilversumse Meent. Haar ouders, die al vroeg scheiden, geven haar al snel muziek mee. Adjoa: ‘Mijn vader luisterde veel funk, Stevie Wonder, maar ook wel gelikte eighties platen als Isaac Hayes. Hij is meer cheesy dan mijn moeder.’ Als Adjoa tegen haar moeder zegt dat ze in een bandje wil en bas gaat spelen, krijgt ze een verrassing te horen. ‘Ze had zelf bas gespeeld. Dat wist ik niet. Ze is gestopt voor ik geboren werd. Daarna werd ze een businesswoman, daarom heb ik er nooit over nagedacht. Ik heb haar bas gekregen en lessen van haar gehad. Ze luistert veel Parliament en Funkadelic. Veel reggae ook.’

Ook in de Nederlands-Ghanese kerk die ze bezoekt zit ritme. Omdat Adjoa’s vader na jaren ongeloof weer naar het christendom is toegetrokken, worden zij, haar zusje en broertje verzocht om in de weekenden mee te gaan naar Diemen, waar in een afgehuurde zaal twee veel te grote boxinstallaties zijn neergezet. Adjoa: ‘Er is muziek, eten, iedereen heeft z’n beste pakkie aan. Er wordt heel hard in de microfoon geblèrd.’ De voertalen zijn Engels en de Ghanese taal Twi, wat ze niet verstaat, maar het gevoel komt wel over. Adjoa: ‘Het is heel powerful. Af en toe was er live-muziek. Iedereen danste en hield tissues in de lucht. Maar goed, ik ging er niet uit mezelf heen, ik moest. Wéér twee uur daar zitten. Soms viel ik in slaap, hoe hard ’t allemaal ook was.’


Het spotlicht op het christendom wordt alleen maar groter als ook haar moeder zich tot het geloof wendt. Adjoa: ‘Ik geloofde niet. Tot m’n zesde had ik er nog nooit over gehoord. Na de scheiding ging mijn vader ons voorlezen uit de Kinderbijbel. Dat waren mooie verhalen. Ik vond het heel leuk. Ook omdat ik aandacht van mijn vader kreeg. De kerk zelf begreep ik niet. Mijn moeder werd wat later christelijk maar ook wat radicaler. We kregen discussies. Ik was aan het puberen, kreeg op de middelbare school geschiedenis en filosofie en hadden het ook over religie. En dan zegt mijn moeder thuis iets heel anders. Ik had een heel ander fundament meegekregen. Dan is het heel gek om te horen dat er opeens een andere bedoeling was, namelijk geloven. Het heeft averechts gewerkt dat mij moeder het zo ging verkondigen. Ik had altijd interesse in religie, maar kreeg nu een aversie en ging me er voor wapenen.’

Toch heeft de tijd iets veranderd. Adjoa: ’Nu is het wel losser. We vinden elkaar weer en zijn het over veel dingen eens. We doen het alleen met een andere achterliggende gedachte. Met een andere noodzaak. Het gaat om de connectie die je met elkaar hebt. Niet welke regeltjes je volgt’. Dus nee, ze zou zichzelf niet christelijk noemen. Adjoa: ‘Mijn moeder en broertje geloven echt dat ze vol zijn van de heilige geest. Ik niet. Daar stopt het voor mij. Ik sta er niet achter dat één hoek precies weet hoe het zit. Maar het lijkt me heel gaaf om, terug in de tijd, een gesprek te hebben met Jezus. Er zit veel waarheid in wat hij gezegd heeft. Dat het draait om liefde, vergeving en loslaten waar je geen controle over hebt. Dat neem ik wel mee in mijn leven. Niet elke dag als ik opsta, maar wel in moeilijke tijden, als ik er doorheen zit. Bij mij komt het er ook uit in de muziek.’

Dit jaar wordt het gezin van Nana Adjoa extra naar elkaar toegetrokken. Als na de gewelddadige dood van George Floyd de Black Lives Matter-beweging in volledige kracht opkomt, is het onderwerp over kleur in de maatschappij onontkoombaar voor Adjoa. ‘Het was voor mij een shock dat het opeens alleen maar ging over een onderwerp dat altijd onderhuids aanwezig was, voor mijzelf en anderen. Het was goed maar haalde ook oude wonden open. Ik werd gedwongen over alles na te denken. Ik heb mijn ouders gebeld om te vragen hoe het voor hen was. Het was het langste gesprek dat ik in jaren met mijn vader heb gevoerd. Ook sprak ik er met mijn zusje en broertje over. In het begin probeerde ik niet alles te lezen, maar ik kon er niet tegenin gaan. Ik voelde dat heel mijn lichaam onrustig was. Ik heb ook gehuild. Het was goed dat het zo in your face gebeurde. Ik moest ermee aan de slag.’

Om welke oude wonden het precies gaat? ‘Dat ik altijd in een witte omgeving ben opgegroeid en hoe me dat heeft gevormd tot wat ik ben. Momenten kwamen terug. Dat ik thuis kwam van school, de hele dag met witte mensen had gezeten, in de spiegel keek en was vergeten dat ik een kleurtje had. Pijnlijke herinneringen aan de middelbare school: kinderen zijn keihard. Ik realiseer me dat ik een harnas om heb gedaan dat ik altijd meeneem. Wat betekent dan ik dingen weglach omdat ik er niet mee wil dealen. Dat ik mezelf vaak wegzet. Allemaal realisaties waar ik niet meer omheen kon. Dat was pijnlijk. Want ik zag ook zwakte. Heel irritant vond ik dat. Ik ben nooit een voorvechter geweest van iets, ook om mezelf te beschermen. Het is een dubbel gevoel. Ik vind het nog steeds spannend om er mee bezig te zijn. Maar het zijn stappen vooruit.’

Adjoa is aanwezig bij de demonstratie in Utrecht wat ook een dubbel gevoel oplevert. De sprekers zijn door het weerkaatste geluid niet goed hoorbaar zodat ze de verdieping mist die ze juist zoekt. Tegelijk is het goed om de menigte te voelen en te zien. Allemaal kleuren, allemaal naast elkaar. Heel anders dan iets delen op internet, wat sowieso een plek is waar ze nog steeds van schrikt. ‘Dat mensen zo lelijk kunnen zijn tegen elkaar, zonder schaamte, gaat er bij mij niet in. Ik dacht eerst dat het een paar rotte appels waren, maar nu heb ik het gevoel dat er meer is. Men steekt elkaar aan. Dat mensen hier vatbaar voor zijn is heel eng. Op sommige dagen kan ik het niet handelen. Dan probeer ik zo min mogelijk online te zijn. Eerst dacht ik dat het laf was, maar ik heb die afstand soms ook nodig. Anders blijf ik in die woede zitten.’

Waarmee de stap naar haar album Big Dreaming Ants een kleine is. Helemaal in het afsluitende nummer ‘I Want To Change’, dat volgens haar de plaat het meest omschrijft. Adjoa: ‘Ik ben me er van bewust dat ik sommige dingen wil veranderen, maar ook dat ik er weinig invloed op heb. Als je onrust en onvrede voelt moet je eerst bij jezelf uitzoeken waar het zit.’ Na de vraag of ze ook ontevreden is met de rol die ze momenteel in de wereld inneemt, denkt ze lang na. ‘Ik denk dat ik nog zoekende ben. Ik ben beter in luisteren naar mensen. Naar wat ze echt voelen en echt willen zeggen. Wat ik moeilijk vind aan deze tijd is dat je je, vooral op social media, moet uiten op een manier die mij niet ligt. Daarom is mijn rol nog niet helemaal duidelijk voor mijzelf. Maar ik weet wel dat ik niet tegen mijn gevoel in wil gaan. Dat kan ik niet. Want dat voelt nep.’

Big Dreaming Ants van Nana Adjoa verschijnt vandaag op Bloomer Records