Als je te vroeg bent bij een interview kun je natuurlijk rustig je mail nog even doornemen, wat tweetjes plaatsen of hartjes zetten op Instagram. Je kunt je ook even verdiepen in de geschiedenis van het buitenaardse contact in de thuisstaat van je gesprekspartner. Minnesota is die thuisstaat, helemaal in het noorden van de VS, tegen de grens met Canada. Die gesprekspartner heet Adrianne Lenker, en het ijzersterke nieuwe album van haar band Big Thief heet UFOF. De eerste drie letters ken je natuurlijk, de laatste staat voor ‘friends’. Oftewel: buitenaardse vrienden. Open armen voor het onbekende.
Zo’n beetje elke staat in Amerika heeft wel een historie met buitenaards contact. Van alle verhalen die wereldwijd gedocumenteerd zijn in de vorige eeuw, komt meer dan de helft uit de Verenigde Staten. Wat zegt dat over de Amerikanen? Dat aliens ook wel weten bij wie ze aan moeten kloppen? Dat Amerikanen hun blik graag buiten de grenzen van deze wereld richten, dat ze ambitieuzer zijn dan welk andere land dan ook? Of zijn ze simpelweg goedgelovig? Het bekendste verhaal over een UFO in Minnesota is dat van Val Johnson, de sheriff van Marshall County. Die komt op een zomerdag in 1979 midden in de nacht thuis met een barst in zijn voorruit. Zijn verklaring: rond twee uur ’s nachts zag hij een verblindend felle witte lichtstraal, die hem van de weg blies. Johnson was 39 minuten buiten bewustzijn, maar daarna wist hij zeker: het was een UFO.
Waarom zou je een huis hebben als je toch altijd on the road bent? Tja, omdat het toch fijn is om ergens een kruisje op de wereldkaart te hebben staan dat je 'thuis' kunt noemen? Maar Adrianne Lenker alias Big Thief is niet anders gewend. 'Mijn jeugd was een weg zonder einde.'
Wij Nederlanders moeten daar een beetje van gniffelen. Ja ja, een UFO heeft je voorruit gebroken. Natuurlijk. Een verblindend licht, zei je? Maar Adrianne Lenker neemt het verhaal geïnteresseerd in zich op. Ze kende het nog niet, zegt ze, terwijl ze sipt aan een kop thee. Of ze meer van dat soort verhalen kent. ‘Nou, absoluut’, antwoordt ze. ‘Ik ken heel veel mensen die me verteld hebben over een buitenaardse ontmoeting. Mijn vader praatte altijd veel over aliens. Het hoorde bij zijn eeuwige zoektocht naar het onbekende, naast contact met het mysterie. Interesse in buitenaards leven is eigenlijk een nieuwsgierigheid naar wat ons mensen maakt. Het dwingt je met het perspectief van de buitenstaanders te kijken naar de mensheid.’
En zo zit je zomaar ineens serieus over buitenaardse vriendschappen te praten. ‘UFOF’ dus, de blik van de buitenstaander. Het is ook een blik die de muzikant van nature heeft, en die hem in staat stelt op een andere manier te kijken naar onze maatschappij. Zeker Adrianne Lenker, die met haar band Big Thief de afgelopen jaren ongelofelijk veel tourde. En hoewel Big Thief duidelijk rond haar opgebouwd is, beschouwt ze het wel degelijk als een ‘echte’ band. ‘Mijn bandgenoten Buck, Max en James zijn mijn familie. Ze geven met het vertrouwen me kwetsbaar op te stellen, zij zijn de dragers van mijn kloppende hart.’ Dat klinkt bescheiden voor een zangeres die debuteerde met een album dat Masterpiece heette, al zal er ongetwijfeld een tikkeltje ironie in die titel zitten. UFOF is het derde album in vier jaar tijd, en afgelopen jaar bracht Lenker ook nog een solo-album uit. ‘Dankzij de jongens wordt het gewicht op mijn schouders een stuk lichter.’
De vader van Adrianne Lenker sleepte zijn dochter haar hele jeugd mee in zijn zoektocht naar zingeving. Die bracht haar niet alleen langs UFO-sightings, maar ook een tijdje naar een sektarische geloofsgemeenschap, om vervolgens een tijdje ‘on the run’ te zijn. ‘Ik zie mijn jeugd als een weg zonder einde. We verhuisden zo vaak, soms meerdere keren per jaar. Ik moest me steeds aanpassen aan een nieuwe omgeving, nieuwe vriendjes, een nieuwe school. Verandering was voor mij normaal, en ik leerde me daaraan aan te passen. Toen ik een jaar of negen was trokken we in een huis in Plymouth, Minnesota, waar we een paar jaar bleven wonen. Aan het einde van die periode gingen mijn ouders uit elkaar.’
Het waren zeer vormende gebeurtenissen voor de jonge Adrianne Lenker, die in haar jeugd kampte met depressies en enorme zelfhaat. Zeker die scheiding hakte erin, vertelt ze. ‘Het beeld dat ik in mijn hoofd had spatte uit elkaar. We zouden altijd een familie blijven, dacht ik. Altijd op weg, maar wel met elkaar. Dat was het moment dat ik besefte dat alles altijd uit elkaar kan vallen. Het werd een grondbeginsel in mijn leven. Vanaf dat moment ging ik overal vraagtekens bij stellen. De waarheid heb ik niet in pacht, wat ik in mijn liedjes laat zien is de bumby road op weg naar meer kennis over het leven.’
Niet dat Lenker niet af en toe heel ordinair verlangt naar huisje boompje beestje. Of nou ja, in elk geval een milde vorm daarvan. ‘Ik heb op dit moment geen eigen huis, en op de meeste momenten voelt dat ook niet als noodzakelijk. Het is in elk geval absoluut geen einddoel. Het is interessant om te zien hoeveel nadruk mensen leggen op stabiliteit en permanentie. We willen dat onze relaties voor altijd duren, we willen geven om een stabiele omgeving voor onszelf te creëren. En dat terwijl het leven in de kern zo instabiel is als maar kan: we kunnen ieder moment sterven. Het heeft totaal geen zin om erop te rekenen dat je er morgen ook nog bent. Maar toch: als je zo veel onderweg bent als ik kun je moeilijk relaties met mensen opbouwen. Natuurlijk wil ik ook een huis, een routine, thuis voor mezelf koken in plaats van elke dag afhaalmaaltijden in een venue eten. Ik zou mijn sociale leven willen onderhouden. Maar het meest snak ik nog naar rust. Gewoon: stilte.’ Ze vervolgt: ‘Ik heb ervoor gekozen om mijn leven in lijn te laten lopen met mijn natuur als constant veranderend wezen. Maar misschien kan ik op een dag wel rust vinden en tegelijk mijn natuur volgen.’
Die zoektocht naar rust en stabiliteit vinden we in Big Thief’s nieuwe album terug in de persoon van Betsy. Het album zit sowieso tjokvol namen, allemaal vrouwen: Jodie, Caroline, Betsy. Soms verwijzen ze naar echt bestaande vrouwen, soms naar een element van Lenker zelf dat ze voor het gemak maar een naam heeft gegeven. Maar Betsy, die is echt. Of beter: was echt. ‘Ze was de hond die ik van jongs af aan had. Ze was er vanaf mijn vijfde tot mijn twintigste. Ze was de lijm in onze familie. We hielden allemaal van haar, en zij heeft alles gezien dat in onze familie gebeurd was. Toen mijn ouders uit elkaar gingen praatte ik altijd tegen haar aan om mijn gevoelens kwijt te kunnen. Ik deelde met haar mijn puberteit, mijn eerste seksuele ervaringen, de dingen waar je niet met mensen over praat. En toen ze stierf kwamen we met ons hele gezin bij elkaar. Vijf handen op haar lichaam terwijl ze langzaam insliep. Het was de eerste keer in jaren dat het hele gezin in dezelfde ruimte was.’
Zo is UFOF een heel persoonlijk album geworden, met verhalen die nu ineens rijp waren om tot een liedje verwerkt te worden. Maar ze raakt voor het eerst ook aan grotere thema’s. Ze schrijft over het voortbestaan van de kwetsbare aarde, over het doorbreken van grenzen. ‘Ik voel me geen Amerikaan, ik voel me geen vrouw, ik voel me niet eens muzikant. Allemaal hokjes die problematisch zijn. Wat als ik - god verhoede het - niet meer kan zingen? Wat ben ik dan nog? Grenzen zijn voor mij altijd iets abstracts geweest, en dat worden ze in de wereld natuurlijk ook in toenemende mate. Sommige mensen reageren daarop door grenzen weer tastbaar te maken, door muren op te trekken. Ik doe als muzikant - en dat is mijn belangrijkste taak - precies het tegenovergestelde: ik stel vragen.’
En zo zijn we weer terug bij die aliens uit het begin. Want nee, er zijn natuurlijk geen echte marsmannetjes op UFOF. Die buitenaardse wezens zijn symbolen. ‘Ze vertegenwoordigen de delen van mezelf waarvan ik vervreemd ben geraakt, die ik wil leren kennen en omarmen. Ik wil connecties leggen die wezenlijk zijn, met mezelf en met andere mensen. Maarre, hoe heette die man ook alweer? Val… Johnson? Ik ga hem vanavond meteen opzoeken, ik ben er wel door geïntrigeerd.’