Bang om zijn vrouwelijke kant te tonen is Thomas Azier nooit geweest, maar nu hij de dertig gepasseerd is voelt-ie zich meer man dan ooit. Het is tijd voor de vaderrol, voor de verantwoordelijkheid. Het heft in handen! Maar hoe moet dat eigenlijk, anno 2018?

‘Iedereen zei tegen me: doe het nou niet, geen single in de zomer. Maar ja, fuck ik, ik wil mijn eigen lijn trekken, dus ik deed het toch.’ Thomas Azier, onze reizende popzanger, gaat tegenwoordig door het leven als independent artiest. De banden met het grote Universal in Frankrijk verbrak ie. Want ach, met die vervelende quota komt-ie er op de Franse radio toch niet aan te pas. Zijn nieuwe album Stray verschijnt op zijn eigen label Hylas Records, een verwijzing naar het album waarmee hij in 2014 debuteerde. Zelf doen, dat betekent het wiel opnieuw uitvinden en op je bek gaan. ’Het was dus wel waar, in de zomer gebeurt er helemaal niets met je nummer. Je krijgt niks terug.’

Nog iets dat je leert als je management en label aan de kant zet: het is verdomd veel werk, zo’n carrière in de muziekindustrie. Voor je het weet zit je alsnog meer op kantoor dan in de studio. Maar spijt heeft-ie er niet van, want de wendbaarheid en spanning van het onafhankelijke leven passen bij zijn levensstijl. We kennen hem als die jongen die op zijn negentiende met een rugzak met drie onderbroeken naar Berlijn trok, en net zo makkelijk door naar Parijs een paar jaar later. Zijn nieuwe album maakte hij in een periode zonder vaste woonplaats. ‘Ik kan nu makkelijk alles aanpassen. Als ik zin heb om volgende week een nummer uit te brengen, dan doe ik dat. Ik zie nu ook helder wat er aan de master-kant binnen komt. Hoe de fuck kunnen labels hiervan leven? Ik dacht dat er van alles aan de strijkstok bleef hangen, maar dat is helemaal niet zo. De strategie van labels is zo: je wedt op tien paarden, waarvan eentje echt groot wordt. In mijn jaar destijds was dat Stromae. Zo iemand wordt vervolgens helemaal uitgewrongen, als een washandje. Tot kerstspecials aan toe. Maar daarmee betaal je wel al die artiesten die zichzelf nooit terug verdienen.’

Maar laten we het niet te veel over business hebben. Laten we het hebben over het levensgevoel dat Thomas Azier najaagt. Dat is wat zijn muziek altijd interessant maakt. Eerst zocht hij zijn donkere kant in nachtelijk Berlijn, waar hij in schemerige straten schimmen najoeg die ook zomaar zijn eigen schaduw zouden kunnen zijn. Later onthulde hij de verlopen grandeur van Parijs, waar de zoekende mens in het digitale tijdperk onder grote druk leeft. Azier spiegelt steeds zijn eigen ontwikkeling aan de maatschappij waar hij tegenaan schurkt, en dat doet hij ook nu weer.

De fase waar hij nu aanbeland is? Volwassenheid, verantwoordelijkheid nemen. Niet alleen voor zijn carrière, maar ook voor zijn leven. ‘Ik merkte echt een verschil in mijn lichaam toen ik vorig jaar dertig werd. Van je twintigste tot je dertigste is echt een blur, je weet echt nog niet wat je wilt. Ik speelde veel met mannelijkheid en vrouwelijkheid. Maar langzaam maar zeker werd het toch steeds wat duidelijker. Ineens voelde ik de drang een vaderrol op me te nemen. Ik wilde nooit kinderen, of in elk geval nog lang niet. Maar ineens was het er, ineens kon ik het me voorstellen.’ Ze zijn er nog niet hoor, die kinderen, maar daar gaat het nu even niet om. Het gaat om die verantwoordelijkheid, en vooral ook om die mannelijkheid. Want wat is dat eigenlijk nog in 2018?

‘Ik weet nog dat ik vroeger altijd bang was om naar de frontzanger van een band toe te lopen, want die had iets gevaarlijks. Dat wil ik weer voelen, ook op het podium. Maar de muziek stond me niet toe zelf die kant op te gaan. Ik moet de hele tijd zingen, moeilijke noten raken. Voor mijn nieuwe album maakte ik het nummer ‘White Horses’. Toen ik de productie voor het eerst hoorde, voelde ik de drang om er A$AP Ferg style over te rappen, maar dat mag ik niet van mezelf. Ik ben opgegroeid met hiphop. De energie en het testosterongehalte spreken me heel erg aan. Maar ik heb ook altijd gedacht: dat kopiëren voelt niet goed, ik ben een witte jongen uit Friesland, ik ben geen deel van deze community. Maar ik voelde wel dat ik die kant op wilde. Ik luisterde ook veel naar Nick Cave en Serge Gainsbourg, twee artiesten die vaak meer praten dan zingen. En ineens voelde ik: dat is voor mij een manier om gevaar te voelen, testosteron. Ik hoefde niet te zingen!’

Het waren twee interessante jaren als het gaat over mannelijkheid. Machogedrag en machtsspelletjes van mannen worden keihard afgestraft, tot op het hoogste niveau. En nu wil jij de mannelijkheid terug claimen?
‘Ik denk dat nuancering nodig is. Zelf kom ik van de hele andere kant. Toen ik in Berlijn was heerste het gevoel dat alles kon en mocht, er was totale vrijheid. Toen ik jonger was hoefde ik er ook niet over na te denken wat een jongetje of een meisje moest zijn, mijn ouders lieten me daarin vrij.’

Had je vader een traditionele vaderrol en je moeder een traditionele moederrol?
‘Het ging bij ons net iets anders, omdat mijn moeder op vrij jonge leeftijd ziek geworden is. Zo ontstond een heel ander systeem, waarin mijn vader extreem zorgzaam was. Niet klassiek verdeeld dus, maar ze zijn wel nog bij elkaar en houden van elkaar. Tenminste, dat gevoel heb ik.’

Toch krijg je die patronen van jongs af aan opgedrongen. Kinderen zingen liedjes als ‘Sint Maarten Sint Maarten, de meisjes hebben rokjes aan’.
‘Het gaat inderdaad net als met Zwarte Piet, je krijgt dingen opgelegd. Maar in mijn muziek kon ik dat allemaal kwijt. Ik kon hoog zingen, laag zingen, me mannelijk gedragen en vrouwelijk. Het podium is mijn veiligste manier om daarmee te experimenteren.’

Relateer dat eens aan het maatschappelijke debat waar we middenin zitten? Hoe kijk je daar naar?
‘Er is een hele grote overfocus op foute mannen en op hun gedrag. Het is belangrijk om dat te benoemen, maar we mogen niet vergeten dat de man zich wel degelijk ontwikkelt. Vrouwen definiëren nu wie ze willen zijn en waar ze geen zin meer in hebben, maar veel mannen zijn daardoor in verwarring. In Parijs vond ik dat verschrikkelijk, daar noemden ze het ‘name your pig’. Oftewel: heb jij ook zo’n man in je leven die niet deugt, meld hem dan. Ja, we hebben er weer een! Begrijp me niet verkeerd, het is ranzig wat er al die tijd allemaal gebeurd is, maar ik vind dit niet echt de manier om het gesprek aan te gaan.’

Jij bent ook een publiek figuur, je hebt tien jaar rock ’n roll geleefd. Heb je wel eens gedacht: ik zou ook best als ‘pig’ genoemd kunnen worden?
‘Ik ben heel privé. Wat ik precies thuis doe houd ik graag voor mezelf.’

Terug naar je observaties dan: je bent in veel verschillende landen geweest. Gaan mannen anders met dit soort kwesties om?
‘Totaal. In Abidjan, Ivoorkust, waar mijn broer veel werkte, ‘bestaat’ bijvoorbeeld geen homoseksualiteit. Ook niet als het er overduidelijk bovenop ligt. De Latijnse mannen in Frankrijk nemen ogenschijnlijk veel verantwoordelijkheid, maar hebben tegelijk allerlei issues. De Duitse man tref je veel vaker met een kind op de arm. Daar komen vrouwen vaker sterk over.’

Als ik het even op mezelf betrek: ik heb zelf drie kinderen, en dat gaat onmiskenbaar ook ten koste van dingen die ik zelf zou willen. Dat is soms best ingewikkeld. Maar als ik boeken lees of films kijken zie ik voortdurend mannen die hun vaderrol aan hun laars lappen. En daarmee is juist dat een archetype vaderrol geworden.
‘Kijk naar die Quincy Jones documentaire! Succes na succes, en aan het eind vraagt de interviewer: is er iets waarin je gefaald hebt in dit leven? Ja, zegt hij, mijn huwelijken. Je ziet ook echt alleen maar teleurgestelde vrouwen in die documentaire. Als-ie een Grammy won, dankte hij ook altijd zijn vrouw, die haar carrière opgegeven had. Het raakt ook aan de mythe van het ‘mannelijke genie’. Wanneer noemen we vrouwen nu een genie? Nee, het zijn altijd mannen, en ze zijn ook altijd een beetje gek.’

En iemand betaalt daarvoor de tol of moet de gaten dichtlopen?
‘Precies. Ik beweeg me in een hele narcistische industrie. Misschien ben ik zelf ook wel een narcist. Ik vind mezelf immers interessant genoeg om albums te maken. Maar moet dat echt? Moet je narcist zijn? Moet je een klootzak zijn om een winnaar te worden? Ik hoop van niet, maar ik zie het toch verdomd vaak gebeuren. Dan zit je weer tegenover zo’n middle aged man die je gaat vertellen dat het niet gaat gebeuren met je carrière. Ik werk veel liever met vrouwen, maar het is fucking moeilijk ze te vinden in deze wereld.’

En zo komen we in de buurt bij de iconische oerman, de rockster.
‘… Die we nog niet durven herevalueren. Want dan missen we ineens onze idolen. Dan hebben we een probleem met de rockgeschiedenis. Nieuwe rappers zeggen nog altijd: ik ben een rockster, ik draag Gucci en ik heb 100.000 dollar in mijn hand. Ze zijn zelfverzekerd en macho. Het is natuurlijk ook ingewikkeld: hoe ga je als man om met verlangens die traditioneel aan mannen toegeschreven worden? Wilskracht, ambitie, zelfverzekerdheid. Het gekke is: ik ging laatst eens opschrijven welke eigenschappen ik associeer met mannelijkheid, en dan merk je al snel dat er niets van klopt. Al die eigenschappen kunnen vrouwen net zo goed hebben. En toch heb ik een testosterongevoel als ik die gevoelens op het podium uit. Ik wil dat mijn muziek intens is, de uiting van een dierlijke drang, iets waar ik geen controle over heb. Het is hetzelfde gevoel dat ik ken als ik opgewonden raak over een vrouw, die dan verandert in een antilope op een grasveld. Dan kun je je echt een domme vent voelen.’

Dus omdat het appelleert aan je seksualiteit noem je het mannelijkheid?
‘Ja. Ik had daar eerst meer moeite mee dan nu. Dit album is veel seksueler, sensueler. Ten tijde van Hylas had ik nog wel eens angstaanvallen, en die gingen precies hierover: dat ik dit niet wilde accepteren. Ik verwarde die drang in mezelf ook met geweld. Het is een heel gewelddadig gevoel, iets dat er uit moet, een drang die alles overneemt. Veel mannen zetten dat letterlijk om in geweld.’

Vrouwen doen dat niet?
‘Ik weet het niet, maar ik denk het inderdaad niet. Je ziet het ook in het uitgaansleven. Daar slaan mannen de hele tijd door. Frustratie die omgezet wordt in geweld heeft me altijd gefascineerd. In een nummer als ‘Verwandlung’ zocht ik dat echt op. In de video ervan eet de vrouw uiteindelijk de man op. In seks zoeken mensen ook vaak die dunne lijn op. Zowel mannen als vrouwen vinden dat interessant, maar ik vond het altijd eng.’

Dus geweld is eigenlijk het enige dat ‘we’ nog kunnen claimen als typisch mannelijk? Dat is toch wel een beetje verdrietig.
‘Laat ik het zo zeggen: veel jongens en mannen hebben te maken met een bepaald soort energie die ze kwijt moeten. Ik heb nooit een klap uitgedeeld, maar daar wel 100.000 keer aan gedacht. En die energie kan ik kwijt in mijn muziek. Andere mensen doen dat met sporten of met een moshpit of een heleboel zuipen. Of ze stemmen Wilders. Het allerbelangrijkste is dat we over dat soort dingen kunnen praten. Als we daar nu mee beginnen kunnen we de volgende generatie een hoop ellende besparen.’

Stray van Thomas Azier is nu uit op Hylas/Dapper.