Er zullen weinig negentienjarigen op de aardbol rondlopen die zo blijmoedig en levenslustig overkomen als Naaz. Ze omhelst me bij aankomst alsof we beste vrienden zijn – terwijl we elkaar nooit eerder hebben gesproken –, giechelt opgewekt wanneer haar moeder appt en praat met evenveel vuur over het knuffelen van haar hond Monkey (en hoe die altijd in haar kleurrijke sokken bijt) als het knokken voor LGBT-rechten.
Ze is nogal intens, ook. Vanochtend zat ze nog te huilen in de auto terwijl ze Please, Let Me Go las, een boek over meisje dat op jonge leeftijd in de vrouwenhandel terecht komt. ‘Echt een leestip!’, zegt ze, om vervolgens terug te blikken op haar optreden op Lowlands, waar ze euforisch springend op het podium stond. ‘Ik opende die show met 'Loving Love'. Dat nummer heb ik geschreven met de intentie dat Kanye West en Chance the Rapper het ooit zullen zingen.’ Giechel. ‘Tuurlijk, dat gaat nooit gebeuren, maar als ik dat zing kan ik me zo zelfverzekerd als Kanye voelen. Ik zag al die mensen naar me kijken, en dacht: oh my god, hoe kan dit?! Ik werd er zóóóóó emotioneel van, ik kreeg echt een brok in mijn keel.’
En dan komt telkens na een positieve opmerking weer die nuance: ‘Ik moet nóóit vergeten hoe onmogelijk dit muzikantenleven eigenlijk was, en hoe onmogelijk het nog steeds is voor heel veel Koerdische meisjes en jongens. Nu doe ik het gewoon, ik vind dat dat verteld moet worden.’