Soms moet je het niet te ver van huis zoeken als songschrijver. Luister maar naar Dadcore, het waanzinnig leuke derde album van Mozes and the Firstborn. Op ‘Baldy’ wordt een goede vriend geplaagd die kaal begint te worden. Een nu al classic zinssnede: ‘The top of my head’s on the top of my mind / I so fear to fall behind.’ En zo gaat het maar door op Dadcore: ‘If I’ gaat over de maat die binnenkort vader wordt, en nog een keer een xtc-pil pakt om in de lampen te gaan hangen. In ‘Sad Supermarket Song’ slentert frontman Melle Dielesen ’s avonds door de troosteloze AH terwijl er net iets te verdrietige muziek wordt gedraaid. Hij gooit somber nog wat mais in zijn mandje. En het zes minuten uitgesponnen ‘Scotch Tape/Stick With Me’? Dat is geen metafoor, maar gaat echt over plakband. ‘Ik had als kind een obsessie met plakband’, vertelt Melle (29) grinnikend in Brabantse tongval aan de telefoon vanuit Los Angeles. ‘Ik knutselde er van alles mee.’
Niet dat Dadcore een flauwe plaat is. In tegendeel, door taaie onderwerpen als je eigen sterfelijkheid, zwaarmoedigheid en moeilijke relaties zo lichtvoetig aan te vliegen ontstaat er iets magisch. De levensfase waar hij en de band in zitten? ‘Het randje van de afgrond!’, grapt Dielesen. ‘Maar serieus: alles wat je maakt is een reactie op wat er gebeurt in je leven. Onze eerste plaat zat vol lol, de tweede was een hele moeilijke periode voor mij persoonlijk en ook de band. Nu zitten we met z’n allen op het punt – ik haat het cliché! – dat we volwassen worden. De onbevangenheid van de eerste en zwaarmoedigheid van de tweede plaat hebben we kunnen combineren. Er zit meer nuance in.’