De grote rondtrekkende Popronde-karavaan is weer tot stilstand gekomen met een laatste slotfeest in de Melkweg Amsterdam. Hoe hebben de acts zich dit najaar ontwikkeld na twintig, soms wel dertig gigs? Wie stijgen boven zichzelf uit? We zagen vrijwel alle shows, dit waren onze favorieten.

Grote Geelstaart

Dit is niet het type muzikale geweld dat je verwacht bij een stel jonge Zeeuwse gastjes met witte overhemden en stropdassen. Dit is ook niet het type brute kracht dat je verwacht bij een band die zich vernoemt naar een vis. Maar soit, Grote Geelstaart is de meest merkwaardige band van de Popronde-lichting van dit jaar: supercreatieve, verpletterende gitaarmuziek. Een logische referentie is black midi. Die synths en dubbele drummer doen ook wel denken aan King Gizzard and the Lizard Wizard, en een rafelige versie van Battles. Oh, en door de lijpe saxofoon en de losgeslagen gillende zanger heeft het ergens ook wel wat van John Zorn’s avantgardistische noiseband Bonehead. Je zou zeggen: veel te maf voor de Max, maar mensen zijn hier helemaal ready voor de gekte.

Hoe nu verder?
Dat dit werkt in zo’n grote zaal is heel bijzonder. Dat belooft veel goeds voor Noorderslag. Ze hebben ook al een behoorlijk aantal kleinere gigs staan in 2026 (Vera Groningen, Roodkapje Rotterdam en Hall of Fame Tilburg zijn perfecte zalen om deze band te zien) en zelfs Best Kept Secret is al bevestigd. Daarna verdient deze band in z’n eigen niche ook een internationale doorbraak. Echt waar!

IDA

IDA heeft al een behoorlijk hitje te pakken. Sterker nog: ‘Kubus In Een Ballenbak’ belandde in onze Song van het Jaar-lijst op plek 63. Kortom: deze frisse nederpopster van de Rockacademie Tilburg zit bomvol potentie, en positioneert zich met haar hyperpop ergens tussen Froukje en Gotu Jim. Zo horen we jersey club kicks, een ravey refreintje en dik breakbeat-outro in ‘Vager’, het nieuwe ‘In De Steek’ is haar ‘Sports Car’, en ‘Niemand’ heeft een kinderlijk synthlijntje dat je simpelweg niet meer uit je kop krijgt. Ze begrijpt bovendien: dit type muziek moet je niet al te rocky benaderen. Dus houdt de drummer het elektronisch, en wordt ze verder alleen geflankeerd door een synthesizer/gitaar/zang-chick, in een compacte setup. Supergoed gedaan.

Hoe nu verder?
De gig op Noorderslag valt mooi samen met haar debuut-EP, en met Maarten Middendorp (Agents After All) als boeker aan haar zijde is IDA klaar voor een fraai festivalseizoen 2026.

plonki

Oh, jij dacht dat plonki zomaar een indiefolkrockband was? Nee hoor, al in de staart van openingsnummer ‘Made My Bed’ gaan ze voor een vrij heftige gitaar-eruptie. Ook in het aanvankelijk zo lieflijke ‘Quiet Life’ zit een vurige dubbele solo, en zo zoeken frontpersoon Pleun Stork en de leadgitarist Anthony Koenn elkaar telkens weer op voor psychedelische rock-momentjes. Na een paar songs is het verrassingseffect van die dynamiek wel weg, maar ach, ze onderscheiden zich zo wel van de vele meer ingetogen bands in hetzelfde genre.

Hoe nu verder?
Er staat nieuwe muziek gepland voor het voorjaar, ze hebben een boeker gevonden in Jacco van Lanen, ze verzorgen het voorprogramma voor de tour van Paceshifters en daarna is het schrijven aan een album.

stay away from dante!

‘Je vraagt je misschien af: is dit jullie dagelijkse outfit?’, grinnikt Emmanuel Adomah Boateng a.k.a. stay away from dante! ‘Gaan jullie hierin naar de Albert Heijn?’ Nee, natuurlijk niet, want deze hiphop-artiest uit Zuid-Oost doet aan worldbuilding: hij kruipt in de huid van Santiago, een jochie dat is weggerend uit het circus. Rood jasje, stropdasje, geinig petje op, ballonnen, slingers, en dan nog twee clowns (een op gitaar en een als dj). Zo simpel kan het zijn om je eigen universumpje op het podium te bouwen. Het is zonnige, melodieuze Flowerboy-hiphop, evengoed geïnspireerd door Tyler, The Creator als door SMIB. Charmante show met ook slimme ‘lief dagboek’-skits om het publiek op een originele manier op te jutten.

Hoe nu verder?
Hij werkte al met Ray Fuego, Nnelg en Brunzyn, door meer van zulke toepassende features aan te gaan kan hij zich precies bij het juiste publiek in de kijker spelen.

Crybabies

Halsbanden met spikes, uitgelopen regenboog eyeliner: met de looks zit het bij Crybabies al helemaal goed. En qua muziek net zo, want dat zijn stuk voor stuk hartstikke leuke bubblegrunge- en indierockliedjes. Met zo af en toe een stevige rockexplosie of een verrassende scream krijgen de nummers een fijn scherp randje, terwijl de mooie samenzang ons vervolgens weer oplapt. ‘Zijn jullie klaar om te huilen?’, krijgen we van tevoren nog te horen, maar dat blijkt met de sympathieke humor van de band nergens voor nodig.

Hoe nu verder? 
Sinds afgelopen week is de band te boeken bij MOJO en in januari zijn ze te vinden op ESNS, dus dat belooft waarschijnlijk een hoop mooie shows voor 2026.

Tjels

Wat is het muisstil in de Cinema vanaf het moment dat Tjels haar eerste nummer inzet. Je kan ook niks anders dan met volle aandacht naar die prachtige folkliedjes luisteren. Haar praatjes tussendoor zijn nog een beetje ongemakkelijk, maar wanneer ze vertelt over haar verslaving en acht maanden kliniek, of haar tijd in een daklozenopvang, krijgen die betoverende folkliedjes nog net een beetje extra lading. Ze wordt vanavond bijgestaan door een elektrische gitarist (die we ook kennen van de liveband van néomí), en dat is zeker voor herhaling vatbaar: wat krijgen haar liedjes zo een fijne diepgang.

Hoe nu verder?
In januari ESNS (hopen dat mensen op het showcasefestival ook hun muil houden), en in mei verschijnt haar nieuwe EP, inclusief een volledige bandshow in de Paradiso bovenzaal. Hoe zouden die liedjes met een hele band opbloeien?

 

Fit

Nog even een bak energie nodig halverwege de avond? Dan is daar gelukkig het Utrechtse Fit. Hun funky postpunk opent vanaf nummer 1 de moshpit en die gaat de rest van het halfuurtje ook niet meer dicht. Het springerige ‘Cash’ wordt al als een ware hit onthaald en zelfs die melancholische nieuwe single 'Little something' krijgt live een stuk meer pit. Het voelt als een uit de hand gelopen vriendenbandje, maar dan op de best mogelijke manier: Fit lijkt zelf nog de grootste lol te hebben. Daar staat gitarist Maas van Rijsbergen weer boven op de kickdrum, en daar ligt zanger Ide Ploeg op de handen van het publiek. Een lekker zooitje ongeregeld, maar wat zijn al die nummers toch enorm strak gespeeld.

Hoe nu verder?
In maart verschijnt hun tweede EP, samen met een nieuwe editie van hun eigen Fit-fest in de Helling in Utrecht. Eerst spelen ze nog op ESNS en daarna zullen er zeker nog vele shows volgen. Ze voorspellen zelf al Lowlands: een mooie spot in de X-ray?

 

C’est Qui (Noah)

De allercoolste frontvrouw van vanavond? Dat is zeker Jazzebelle Daalman van C’est Qui. Met hand achter de rug paradeert ze over het podium, terwijl ze haar teksten, onder andere tegen femicide en genocide, razendsnel door de microfoon blaft. De rest van de band weet zich daar prima aan te meten: zoals de bassist met mega hoepelrok, die regelmatig met het instrument over de grond sleept, of de drummer, die zijn punkritmes steeds sneller lijkt te gaan spelen. En dan is hun garagepunk ook eens nog enorm groovy: meer is er niet nodig om het publiek razendsnel in een lekker ruige massa te veranderen.

Hoe nu verder?
Sinds kort doet Friendly Fire de boekingen, dus een mooi plekkie in de Casbah op Best Kept Secret lijkt ons wel terecht, toch? Via ESNS mag C’est Qui ook best promoveren, van kraakpanden naar de poppodia.

 

Fellatio

Als een alien, of eerder een wereldvreemde messias, beweegt frontman Abel van der Heiden met zijn schippershoedje over het podium. Niet vaak zie je iemand zo glazig uit zijn ogen kijken, met dansmoves die doen vermoeden dat hij zich voor het eerst op aarde begeeft. Het draagt alleen maar bij aan de fever dream die Fellatio heet. Percussionist Fonz Gofers en bassist Pepijn Kolsteren (plus synthesizer en bongo’s) zorgen met rammelende dancepunk en new rave voor een evenzo vervreemdend omhulsel. Zo om twee uur ‘s nachts is dit een gegarandeerd feest: de halfvolle zaal weten ze moeiteloos om te toveren tot een circle pit.

Hoe nu verder?
Fellatio staat nog helemaal aan het begin: er is pas één single uit, maar toch speelden ze al eens op Left of the Dial. Dit is het type band dat daar nog heel vaak mag terugkeren.