Wie is Ricky De Sire? Deze week gaat op het IFFR een documentaire over hem in première, gemaakt door Bastiaan Bosma (Aux Raus, Ploegendienst, MICH). De film geeft een kijkje in het leven van de maker van expliciete, surrealistische culthits als 'Dubbele Penetratie', 'Markies de Sade' en 'Smerig Zusje'. Maar het is ook een artistieke afweging: hoe belangrijk is authenticiteit versus succes?

De meeste mensen hebben nog nooit van Ricky De Sire gehoord. Daar is hij zich zelf ook bewust van. Toch draagt de documentaire over hem, die deze week op het IFFR in première gaat, de titel De koning van de Nederlandstalige rock 'n roll. De film geeft een blik in het werk- en denkproces van een cultsongwriter, wier oeuvre zich laat kenmerken door confronterende, soms expliciete, geregeld surrealistische of literaire teksten:

'Ik voel een kut om mijn lul
Maar die vrouw heeft een zak over haar hoofd
Ik kan haar niet identificeren
Dus ik voel me van mijn zaad beroofd

Ik lig vastgebonden in een kerker
In het kasteel van Markies de Sade
Vanuit aangrenzende gewelven
Klinkt geschreeuw
Om genade'

Zo gaat 'Markies de Sade', van het album Ik heb er genoeg van uit 2003. Ricky – geboren in Rotterdam als Eric de Boer – zou het zelf niet zijn favoriete nummer noemen, maar het is wel een van zijn bekendste. Dat komt wellicht door de expliciete tekst – 'Ik voel een kut om mijn lul' roept nu eenmaal vraagtekens op. Maar provocatie is niet Ricky's hoofddoel. Althans, niet meer. In de nieuwe documentaire, gemaakt door Aux Raus-, Ploegendienst- en MICH-bandlid Bastiaan Bosma, zien we De Sire repeteren en optreden met zijn band, en horen we hem reflecteren op zijn carrière, die wellicht niet zo groots is uitgepakt als hij vroeger hoopte. Een excentrieke muzikant is hij zeker, maar ook iemand met een enorme hoeveelheid focus en zelfreflectie.

IFFR

International Film Festival Rotterdam
23 januari tot en met 3 februari

Documentaire
De koning van de Nederlandstalige rock 'n roll
door Bastiaan Bosma

Vertoningen
WORM Rotterdam
30 januari (première + liveconcert)
1 februari

Documentairemaker / bandlid Aux Raus, Ploegendienst en MICH
‘Ik heb in de film expres niet zo veel focus gelegd op het verleden, en juist meer op het nu. Ik vind het moment waarop hij nu is in zijn leven juist heel interessant: dat hij aan de ene kant moegestreden lijkt, en aan de andere kant heel strijdbaar is. De muziek is echt zijn levenswerk. Eric heeft heel veel zelfreflectie en snapt zijn eigen positie heel goed. Hij weet heel goed dat er misschien niet zo veel publiek voor zijn werk is, maar tegelijkertijd wil hij dat ook zomaar niet accepteren.’

Ricky De Sire - ‘Markies de Sade’
‘Dit is het nummer waar de film mee opent. Het is een fascinerend nummer qua tekst: je snapt eigenlijk niet precies waar hij heen wil, wat zijn punt is. Daar hou ik heel erg van. Net als bij The Fall, Mark E. Smith liet ook nooit het achterste van zijn tong zien, maar iedereen kan daar iets uithalen wat-ie zelf interessant vindt. Of je het nou grappig vindt, of fascinerend, of je bent gechoqueerd, dat mag je zelf bepalen.’

'Ik ben begonnen met muziek maken in maart 1982. Ik ben gewoon gaan spelen op straat, op Hoog Catherijne in Utrecht, terwijl ik niet meer drie akkoorden kende, met een oude Spaanse gitaar. En dan heel hard schreeuwen gewoon.' Gegrepen door Bowie's Ziggy Stardust and the Spiders from Mars, zag Ricky zichzelf de eerste Nederlandstalige glamrockster worden. 'Ik ging toen behoorlijk tekeer op Hoog Catherijne. Dat kon in die tijd nog, het was heel anders dan nu', vertelt Ricky aan de telefoon. Hij weet alles nog precies, tot de specifieke datum aan toe. 'Omdat ik eigenlijk niet kon zingen op die leeftijd, ging ik heel veel schreeuwen en provoceren. Alleen maar schreeuwen, en Engelstalige nummers. Velvet Underground, Bob Dylan en zelfs nog eentje van KISS. Ik had een relatie met een meisje, zij werkte op Hoog Catherijne in een notenkraam, en ik speelde daar tegenover. Ik was er kind aan huis, was er van negen uur 's ochtends tot 's avonds. Ik at chocoladerepen en speelde.'

'Ik was toen eigenlijk een hele slechte muzikant. Maar ik geloofde echt in mezelf. Ik heb een vrij introverte jeugd gehad in de jaren zestig, maar toen ik negentien was, was ik helemaal losgeslagen en wilde ik popster worden. Toen ging het niet om het muzikale kunnen, maar om het enthousiasme en het jeugdige elan. Die drempelvrees om te spelen in het openbaar heb ik toen overwonnen.'

Dandy

'De keerzijde was alleen dat ik toen ook heel decadent leefde. Ik blowde enorm veel, ik was een dandy. Ik was op die leeftijd gewoon verslaafd aan softdrugs. Dan heb je een hele andere mentaliteit, denk je dat alles vanzelf gaat.' Gelukkig kwamen daarna de Verboden Vruchten op zijn pad, zijn eerste echte band. 'Dat was een hele belangrijke stap voor mij. Anderhalf jaar lang hebben we wekelijks geoefend, en ook opgetreden en opnames gemaakt. We waren er toen heel intensief mee bezig, en we geloofden er allemaal erg in. Maar we hadden ook wel aanvaringen, en die groep is op een trieste manier uit elkaar gegaan. Onze muzikale erfenis was uiteindelijk dertien nummers, en ook nog een show in Tivoli. Dat was spectaculair. Op dat moment dacht ik: “Ik ga doorbreken.” Als ik in '86, in Tivoli kwam, of in de Kikker een biertje ging drinken, zeiden ze daar: “Hé, jij bent Ricky De Sire! Jij treedt hier op over twee maanden, hè?” Ik was knetterstoned, maar ik merkte wel dat we echt gesignaleerd werden om onze muziek in Utrecht.'

Bassist in een van Ricky's begeleidingsbands / samensteller van het aankomende Ricky De Sire-compilatiealbum / frontman van Lewsberg
'Ik maakte al langer samen met Niek Hilkmann muziek, die heeft Eric een keer live gezien en kwam erachter dat hij ook in Rotterdam woonde. Toen heeft hij een keer gevraagd of we eens samen muziek konden maken, en zo hebben we een begeleidingsbandje bij elkaar geraapt. Ricky had al een begeleidingsband, De Koters, maar die komen uit Amsterdam en willen liever niet buiten Amsterdam spelen. Voor shows buiten Noord-Holland had hij een andere band nodig, dat werden wij.' 

'Eric heeft een enorme concentratie, is zich enorm bewust van zichzelf tijdens het optreden. Alsof alles ineens op scherp staat. Hij voelt heel goed aan of mensen het echt mooi vinden wat hij doet, of dat ze het eigenlijk maar gek vinden en daarom leuk. Als Eric iets niet is, is het ironisch. Ik hou zelf ook totaal niet van ironie, en het zou ook totaal niet bij hem passen.'

Ricky & de Koters – 'Dubbele Penetratie'
'Dit is wel de klassieker. Het mooiste in dit nummer vind ik dat hij zingt “Jij houdt van dubbele penetratie / Zoals een ander van Chopin”. Daarmee probeert hij er meteen een soort gewicht aan te geven, terwijl het aan de ene kant een komisch liedje is, en aan de andere kant eigenlijk ook bloedserieus. In die twee regels komt dat heel erg samen. Juist de teksten waar je bij hem om kan lachen, zijn wel serieus.'

Ouwe lul

Maar die doorbraak kwam er niet. Drugsproblemen en ruzie binnen de band maakten een einde aan Ricky De Sire & de Verboden Vruchten. 'Dat was een drama voor mij. Ik was 24 en ik dacht: “Mijn leven is nu helemaal voorbij. Ik heb gefaald. Ik heb gefaald! Wat erg als ik straks dertig ben. Dan ben ik al een ouwe lul!” Het grappige is, op die leeftijd leek het me vreselijk om ergens heel hard voor te moeten werken. Dat kon ik gewoon niet verenigen met mijn drugsgebruik. Ik geloofde heilig in een decadente levensstijl. Ik dacht, op grond van mijn jeugdigheid en de liedjes die ik schreef, dat dat eigenlijk wel genoeg moest zijn.'

'Toen merkte ik eigenlijk al dat je nooit honderd procent gelukkig kunt zijn. Het is vaak zo dat als het op relationeel vlak goed gaat, de muziek dan weer helemaal niet van de grond komt. Of dat dingen altijd weer anders lopen dan je hoopt.'

De periode die daarop volgde stond in het teken van experiment: solo stond Ricky op het podium, volledig in travestie gekleed. 'Dat was een verregaande act, vrij extreem. Ik stond daar echt in panty's met een string er overheen. Dat was ook weer een drempel om te overwinnen: eigenlijk durfde ik niet. Maar op die leeftijd dacht ik: “Als ik nu word doodgeschoten op straat, in Amerika bijvoorbeeld, dan word ik een rocklegende.” Dat kwam ook weer door dat blowen. Ik dacht dat dat de manier was waarop ik een muzikale legende zou worden.' Zo hunkerde Ricky van jongs af aan al naar het legendarische, de grootse magie van rocksterrendom. Toen hij 'Markies de Sade' schreef, dacht hij dat dat nummer de sleutel tot succes was. Toen het album Psychofoon (1994) gunstig werd beoordeeld door de redactie van OOR, leek het alsof dat het moment was dat hij het echt ging maken.

Bestaan

In Bosma's documentaire zien we Ricky's leven gedurende de laatste twee jaar, dat misschien niet helemaal aan die droom voldoet. Maar muziek maakt hij nog altijd – daar is hij nooit meer mee opgehouden – en hij is door de jaren heen alleen maar beter geworden, al zegt hij het zelf. Bosma ging in een periode van 2016 tot 2018 met Ricky mee naar repetities en optredens in kroegen en bij lokale radiostations. Maar belangrijker nog zijn de urenlange gesprekken die hij met Ricky voerde, waarin De Sire reflecteert op zijn carrière. De film, een half uur lang en in zwart wit, voelt daardoor eerder als een gesprek dan een standaard muziekdocu. In een verstild moment, aan het einde van de film, relativeert Ricky de definitie van succes:

'Soms zie ik voor me hoe ik later zal eindigen. (…) Het is niet zo leuk om over twintig jaar nog hier te zitten met al mijn dingen die ik heb gedaan, die alleen maar eigenlijk in mijn eigen hoofd bestaan, zogezegd. Terwijl je eigenlijk je leven hebt besteed aan een oeuvre dat onzichtbaar is. (…) Want niemand kent het gewoon.' Hij is even stil, de camera rust op zijn gezicht, terwijl hij tot een inzicht komt. 'Dat is het moment dat je merkt... dat je eigenlijk alleen nog maar kan putten uit het feit dat het leven op zich natuurlijk gewoon iets heel bijzonders is. En dat het dan misschien toch niet alleen maar om de muziek heeft gedraaid, maar om het leven zelf.'

Wat maakt een liedje goed? 'Emotie. Echte emotie, geen nagespeelde. Er moet veel van jezelf in zitten. En een bepaalde intelligentie hoeft ook echt niet erg te zijn in Nederlandstalige muziek. Dat kan ook de emotie versterken – in plaats van een eenzijdige emotie, snap je? Zoals bijvoorbeeld bij mensen die een geweldige stem hebben, maar een bepaald soort repertoire doen zodat iedereen het gelijk op het eerste gehoor meezingt. Die emotie is vaak eenzijdig. Als emotie dieper ligt, zal het misschien zo zijn dat de dingen thematisch niet zo simpel worden aangegeven in een songtekst. Maar dan ligt de emotie misschien nog wel dieper dan bij de meest simpele, banale teksten die over de liefde gaan. Het leven is nou eenmaal niet zo simpel, alles is niet zo eendimensionaal.'

'En het moet ook mensen aan zichzelf overleveren. Dat ze eraan moeten wennen. Goeie nummers vind je niet zomaar goed. Eerst denk je: “Wat is dat voor een raar nummer?” Later ga je pas de dingen ontdekken in zo’n stuk muziek die het eigenlijk nog beter maken. Ik geloof ook dat een goed nummer niet door iedereen goed gevonden hoeft te worden.'

Ricky De Sire – 'De Vreemde Psyche'
'Dit heeft alles wat een goed nummer nodig heeft. Omdat er emotie in zit, en er zit een spanningsboog in de muziek. Het is een sleutelnummer. In dat nummer zing ik namelijk iets wat enige maanden later gewoon de waarheid is geworden. Het ging over een relatie, dat ik niet meer welkom bij haar was, en over terroriseren. “De Waterman terroriseert.” Toen is dat zo raar gelopen, want het is de waarheid geworden. Maar toen heb ik haar geterroriseerd - terwijl eigenlijk zij mij geterroriseerd heeft, geestelijk. Dat gebeurde ná het nummer! Een heel goed nummer geeft intuïtief vaak al dingen aan, die zich later zomaar in het echte leven voor je geestesoog kunnen afspelen. Het is meer dan één waarheid. Een heel goed nummer heeft meerdere waarheden in zich.'

Ricky & de Koters – 'Madame Yuri'
'Ricky & de Koters is voor mij een hele belangrijke band geweest. Zij hebben mijn muziek naar een veel hoger niveau getild, door hen ben ik enorm gegroeid. Als je kijkt naar het werk van de latere Ricky & de Koters, bijvoorbeeld het nummer ‘Madame Yuri’, daar ben ik zo ontzettend trots op. Dat is een rock ‘n roll-lied, maar er zit heel veel in van mijn gevoel. Het gaat over een paranormaal medium dat beweert dat jij gelukkig zal zijn in de toekomst, en dat je niet meer eenzaam zal zijn. In dat lied ben ik geslaagd om al die dingen die ik net noemde te integreren. Ik heb er toen ook wel een paar dagen over geschreven. Dat beschouw ik als een van de belangrijkste nummers van de afgelopen paar jaar.'

Ricky De Sire – 'Manilla'
'Dit beschouw ikzelf als mijn allermooiste compositie. Een mini-rockopera van ruim 9 minuten. Volledig autobiografisch. Het onderwerp van 'Manilla' is de eeuwige zoektocht naar liefde. In de film is te zien hoe ik de vocal inzing in de opnamestudio, september vorig jaar.'

Ricky De Sire – 'De God van Revolutie'
'Die tekst zegt dingen op een onderhuidse manier. Ik heb toen gezegd tegen mensen: “Ik wil nu eens een nummer schrijven met een tekst waarvan jij denkt dat het een slechte tekst is.” Ik heb het nummer meerdere malen geafficheerd als “de moeder alle Nederlandstalige rocksongs”. Als je dat nummer hoort, dan hoor je ook echt veel passie en enthousiasme en een enorme focus. Ik vind conceptuele vrijheid en emotie in deze periode veel belangrijker dan provocatie. Ik wil dat je aan een rocknummer als 'De God van Revolutie' of 'Spiegelbeeldman' duidelijk kunt horen dat de maker - ik dus - de intentie heeft gehad om alle andere bestaande Nederlandstalige rockmuziek te... overtreffen. Overtreffen is een rotwoord, maar dat jij het gevoel hebt dat je er met jouw muziek meer emotie en diepgang en zeggingskracht in kunt leggen. Althans, op een manier die nog niet gedaan is, dat bedoel ik eigenlijk.'

De koning van de Nederlandstalige rock 'n roll

De documentaire over Ricky De Sire gaat in première tijdens het IFFR op woensdag 30 januari in WORM Rotterdam. Bij de première zullen Ricky en band ook een liveconcert geven. Daarna wordt de film nogmaals vertoond op vrijdag 1 februari. 

Ter gelegenheid van de documentaire brengt platenmaatschappij Excelsior een nieuw compilatiealbum
Overal Tegenin uit, samengesteld door Niek Hilkmann en Arie van Vliet.