‘Over mij, man. Dit is het eerste album dat over mij gaat, over Rens Ottema en niet het karakter Ares. Wat hij denkt, wat hij voelt, wat hij wil meegeven aan zijn tijdsgenoten. Ik heb al een luistersessie gedaan, waar fans het konden horen. Er waren best veel mensen die zeiden: “Dit gaat me echt door een moeilijke tijd helpen.” En: “Er zitten heel veel antwoorden voor mij in dit album, dit gaat me helpen in mijn zelfontwikkeling.” Het is niet per se de missie, maar mooi dat het erbij komt.
‘Zo eindigde mijn therapie-traject. Mijn psycholoog zei tegen me: “Oké Rens, je moet wel bewust zijn dat je een hele belangrijke functie hebt in de maatschappij. Hoe jij hierover gaat praten in je kunst, moet je echt zelf weten. Maar denk er goed over na. Ik hoop oprecht dat je iets gaat doen om andere mensen ook te helpen. Het heeft me een nieuwe sense of purpose gegeven in muziek maken.”
Voor mijn gevoel gaat het album ook over de vraag: wat betekent mannelijkheid? Je rapt over je pik laten zien, over een voorbeeld dat je van eerdere generaties hebt gekregen, en de hoop dat het bij jou stopt.
‘Ja, man, je zegt het precies goed. Zo worden we de wereld in gestuurd, dat we ons groot moeten houden. Ik probeer dat beeld af te breken door te zeggen: “De enige reden dat we zo doen, is omdat we bang zijn dat we mislukt zijn in het leven.” Het weerhoudt je om de andere man te worden, de man die je kan zijn.’
‘Er is ook een stroming die daar heel erg tegenin gaat, die een traditionele vorm van mannelijkheid wil in de maatschappij. Dat laat ik ook horen op het album, er zit ook een voicenote in van een van mijn beste vrienden. Hij is juist heel erg in zijn kracht gaan staan door die stroming.’
De hoek van Andrew Tate.
‘Ja man. Sommige mensen horen de ironie in die voicenote, sommigen halen er oprecht kracht uit. In de kern is het ook best een inspirerende boodschap, maar het gedachtegoed wordt nu dusdanig gekaapt door idioten dat wij het al snel koppelen aan theorieën die compleet gestoord zijn. Ik wilde er geen mening over geven, ik wilde het gewoon laten zien, eigenlijk zoals Joan Didion deed: dit is ook een beeld van mannelijkheid. In het refrein van ‘Cement’ rap ik: “Hand op m’n dick, ik kan geen pussy zijn.” Ik zou dat nooit zelf zeggen, maar dit is wel hoe mannen zijn.’
Welk voorbeeld heeft je vader jou gegeven?
Zucht. ‘Hij kan er niet over praten. Ik heb niet zoveel contact meer met hem, ik heb hem al jaren niet gesproken. Het laatste wat hij tegen mij zei was: “Jouw emoties doen er niet toe in dit huis.” Nadat ik hem had verteld waar ik mee strugglede. Ja, dit is hoe hij erover denkt, dit is wat zijn pa ook tegen hem heeft gezegd. Ik denk dat dat heel mooi samenvat waarom ik denk: “Ik moet de stilte doorbreken. Ik moet hier wél over praten.” Ik denk dat mijn vader ook verdriet heeft, maar hij heeft er geen tijd voor gehad om het te voelen: hij moest werken, brood op de plank, groot en sterk zijn, vooral niet kwetsbaar. Dus hij stopte het weg. Dit wil ik mijn potentiële zoon nooit aandoen. Het zijn topics waar ik me vroeger voor zou schamen, die te persoonlijk zouden worden. Nu ik niet meer blow, is er geen manier meer om het weg te stoppen.’
‘We noemen het wel eens het Brabantse vader-syndroom. Alle mannen om me heen hebben hetzelfde met hun vader. Ik heb maar één vriend die het anders heeft, wiens vader met hem praat over zijn gevoel, die zegt: “Ik ben trots op je.”’