Vandaag verschijnt het sterke debuut Geen Signaal van Meetsysteem, vol Nederlandstalige synthpop. Ricky Cherim vertelt over de jaren die hiervoor zijn afgelegd, dwars door de hiphop, de techno en de worsteling die ambitie heet.

Het is 29 september 2017 als Nous’Klaer-eigenaar Sjoerd Oberman voor het eerst Ricky Cherim ontmoet en hem meteen om een demo vraagt. Het label heeft een speciale nacht in de Rotterdamse club BAR waarvoor ook John Talabot is uitgenodigd. De stemming binnen is feestelijk. Cherim is meegekomen met zijn goede vriend Tammo Hesselink, die als Melatonin Man heeft bijgedragen aan de Paerels-compilatie van het label en vanavond in de kelder draait. Ook Cherim zelf heeft zijn steentje bijgedragen aan het werk van Hesselink. Het zorgt ervoor dat Oberman zijn oren spitst. De toezegging om demo’s op te sturen is snel gedaan. De Amsterdammer heeft een zwak voor Nous’Klaer, het label dat zijn mening over trance volledig heeft veranderd. Cherim heeft de afgelopen jaren veel verschillende dingen opgenomen, in aanzienlijke hoeveelheden, want hij verruilt het daglicht maar al te graag voor het creëren van muziek. Op papier lijkt een snelle samenwerking aanstaande. Ricky Cherim stuurt dan ook zijn demo’s op. Alleen wel een jaar na dato.

‘Ja, lastig is dat… dingen opsturen,’ zegt Ricky Cherim. ‘Ik was al jaren iets aan het maken met een eigen stem. Het kwam net niet van de grond. Mensen om me heen reageerden er mwa op. Ik heb er daarom lang aan gebouwd. Ik heb ook een voorzichtigheid ontwikkeld met delen. Ik wilde het bij mezelf houden. Als iemand er slecht op reageert, is dat meteen een tegenslag. Daar moet je dan mee om zien te gaan in je eentje. En dat is kut. Echt kut.’

Maar de send-knop is in 2018 ingedrukt en Oberman ontvangt meteen zo’n tien demo’s. Er zit wat techno bij, een aantal melodische tracks, maar ook een paar nummers uit een volstrekt ander landschap. ‘Ik had ze meegestuurd om een zaadje te planten,’ zegt Cherim. ‘Ik dacht: misschien vindt hij het vet en wil hij er later iets mee doen. Zo niet, dan kan ik er nog wel een tijdje op zitten. Dan focus ik nu meer op techno.’

Meetsysteem

De tracks die Oberman hoort zijn heel pop, opvallend persoonlijk en volstrekt anders dan wat hij heeft uitgebracht en überhaupt ooit heeft gehoord. Hij is gefascineerd hoe Cherim met de Nederlandse taal omgaat. Dus: of Cherim nog meer van die popdingen heeft? Dat heeft hij. Cherim: ‘Toen hij zei dat hij het vet vond, dacht ik: nee, dit heeft wél haast. Ik wil dit er zo snel mogelijk uit hebben. Let’s go. Daar was Sjoerd het gelukkig mee eens.’ Enkele maanden later is het bijzondere debuut Geen Signaal van Meetsysteem af.

Ricky Cherim ontvangt in een culturele broedplaats in een oud schoolgebouw, verstopt tussen de grauwe blokwoningen van Slotervaart. De gangen in het pand leiden als een doolhof naar de studio die Cherim al jaren met twee vrienden deelt, met uitzicht op een schoolplein waar kinderen driftig aan het spelen zijn. ‘Rond twaalf uur kan je echt niet werken,’ zegt Cherim terwijl hij uit het raam kijkt. Omgekeerd hebben de medehuurders weleens bij hem aangeklopt nadat hij het elektronische drumstel voor een echte heeft verwisseld. Door het buizenstelsel konden de andere creatieven horen hoe Meetsysteem klinkt. Wie de jaren ervoor een oor aan de deur had gelegd, had een heel andere sound gehoord. Die van de Nederlandse hiphopscene.

Zijn eerste hiphopbeats maakt Ricky Cherim thuis bij z’n ouders, maar als de grote broer Justice mee naar huis neemt, gaat de basknop om en begint hij soortgelijke muziek te maken. Althans, tot de techhouse hip wordt. Cherim: ‘Toen ben ik dat gaan doen. Ik heb nog wat tracks uitgebracht bij een label in het noorden van het land: Klopfgeist. Dat was best groot. Ik deed het onder de naam Schwien. Totaal anders dan dit, wel geestig verder. Ik was achttien. Maar het was alleen maar dit.’ Hij slaat een paar keer met z’n vuist in de lucht. ‘Het gaat muzikaal niet dieper. Ik raakte gedesillusioneerd in de muziek, maar ik wist niet waarom. Er was niemand die boos zei: dit moet je luisteren, dit is goede muziek. Ik vond het moeilijk om het zelf uit te vinden. Ik zat niet op fora, zoals Tammo wel deed.’

Tammo Hesselink. De naam is gevallen. De twee ontmoeten elkaar en een hechte vriendschap is vanzelfsprekend. Er wordt over muziek gepraat, er wordt muziek gemaakt, er worden steeds vagere feesten bezocht. Het tweetal raakt geïnteresseerd in de nieuwe Nederlandse hiphop, in de tijd net voor New Wave. Ricky Cherim noemt het nummer ‘Die Berg’ van Idaly: ‘Dat misten we in Nederland. Een supereerlijkheid. Een stem die we nog niet hadden gehoord.’ Hij noemt het album De Nacht Is Jong Net Als Wij Voor Altijd van Ronnie Flex: ‘Ik luisterde deze laatst nog terug en dacht; wat bijzonder dat dit in Nederland is gemaakt. Dit soort dingen zijn de grootste inspiratie voor Meetsysteem. Dat je een lokale tijdsgeest kan pakken. Luister die plaat en je zit in Capelle 2013. Je gaat van feestje naar feestje, van after na after in Rotterdam. Terwijl Boaz honderd procent zijn eigen ding doet. Mooi uitgedacht én totaal klakkeloos.’ Het inspireert de muzikanten om zelf aan de hiphopbeats te gaan. Niet veel later belandt Cherim met rapper Ome Omar in de studio. Een samenwerking is geboren. Cherim: ‘Bij rap heb je één taak: een harde beat tikken. Hoe meer je gaat proberen, hoe lastiger het wordt om te rappen. Je staat in dienst van. Dat was juist fijn. Ik heb heel veel plezier gehad met Omar.’

Meetsysteem

Maar ondertussen bouwt Cherim aan het project dat volledig in dienst staat van zichzelf. Meetsyteem krijgt steeds meer vorm. De constante: Meetsystem is altijd persoonlijk. Het debuut Geen Signaal dat vandaag verschijnt is daar getuige van. Het is een heel eigen plaat die de luisteraar even doet opkijken. De Nederlandstalige zang zit in de richting van Spinvis en Eefje de Visser, maar tekstueel is het weer niet het geval. De pop wordt gedragen door eighties synths die vrij subtiel onder de melodieuze tracks wordt gelegd. Op enkele nummers wordt live meegedrumd. Meetsysteem kan na een dromerige nachtrit - waarvan er één over de A2 letterlijk wordt beschreven - glimlachend het daglicht inrijden, om daarna opeens een onverharde zijweg in te slaan.

Ook onverwacht is de bekentenis van Ricky Cherim: ‘De teksten waren oorspronkelijk Engels. Echt. Mijn vader is Amerikaans, mijn vriendin is Engelstalig, de taal ligt me heel goed. Maar er zat ook een barrière. Toen ik de beat voor ‘Teal’ had gemaakt, zat ik helemaal in de Nederlandse hiphop. Er kwam half vanzelfsprekend een Nederlandse tekst uit. M’n vrienden gaven zoveel goede reacties dat ik dacht: dit moet ik uitzoeken. Nederlandstalig is makkelijker. Je persoonlijkheid komt meteen over. Ik heb toen ook nummers vertaald. Niet allemaal letterlijk hoor, al heeft het nummer ‘Geduld’ nog best lang ‘Patience’ geheten.’

De hiphop heeft op meer vlakken invloed gehad op de Meetsysteem-werkwijze. Cherim: ‘Ik begin thematisch te schrijven, maar word daarna volledig associatief. Dat heb ik van Omar afgekeken. Het werkt heel goed. Omdat je filters niet aanstaan. Dan gebeuren speciale dingen zoals op ‘Teal’. Alles wat ik zei moest worden gezegd. Zo kwam ik erachter dat ik liever werk vanuit het onderbewustzijn dan vanuit een kloppend narratief. Zo werden de nummers meer een gevoelsopname en werd het bijna therapeutisch. Het eruit gooien van een gevoel.’

In het meest hitgevoelige nummer van de plaat ‘Goed Te Doen’, opgenomen vlak voor de deadline, zingt hij: “We blijven steken. En laten niemand meegenieten van de zeges.” Wat letterlijk over het maakproces van de plaat gaat. Dacht hij in eerste instantie. Ricky Cherim: ‘Achteraf gaat het over ambities en de moeite ermee. Dat je geen grip hebt op wat iedereen van je verwacht in het leven. Iedereen moet maar een bepaald pad volgen, maar als je dat niet doet, zou ook geen punt moeten zijn. Als dit album met mij sterft, dat het voor de rest ongehoord blijft, zou het dat beter of minder goed maken? Daar dacht ik steeds vaker aan. Hoe vetter mensen het begonnen te vinden, hoe vaker ik dacht: misschien moet ik het allemaal maar deleten.’ Hij denkt even na. ‘Van oorsprong heb ik geen moeite met me fragiel opstellen. Ik heb altijd de clown gespeeld in m’n familie. Mensen aan het lachen maken, een showtje doen. Maar ik het fragiele moeilijker gaan vinden. Het leven doet soms pijn. Zeker als je een gevoelig persoon bent. En dat ben ik. Dan kom je er snel achter dat je een schild moet opbouwen. Hoe? Door veel te lachen om alles. En mooie dingen te vinden. In de natuur maar ook in de stad, in omgang met mensen, in relaties. In muziek.

Ook uit ‘Goed Te Doen’: “Deze is veel te vrij, veel te gelukkig, deze moet veel veel verdrietiger.” Die gaat wél letterlijk over het maakproces van het debuut. Grijnzend: ‘Ik probeer vaak verdrietige muziek te maken, maar het komt er blij uit. Er zit wel melancholie onder, maar het gros is toch wel happy ofzo.’ Leidend daarin zijn de melodieuze synths. Eighties synths. HIj wijst de twee boosdoenders aan in de kleine studio. Benoemt dat hij ook met Hesselink aan Italo-achtige dingen werkte voor diens Melatonin Man-project. Cherim: ‘Ik was niet eens bewust bezig met dat eighties-geluid. Ik wilde een bandgeluid, maar zat in m’n eentje achter de computer. Dan haal je er zoveel mogelijk vage geluiden uit om een idee van grootsheid te wekken.’ Maar hij komt er ook achter hoe goed het werkt om één synth hook de basis van een nummer te maken, zonder deze te dik aan te zetten - “De beste rapbeats zijn ook subtiel” - om daar vervolgens associatief een tekst op te maken. Dan ontstaat er opeens het bijzondere dat Meetsysteem heet. Cherim: ‘Een vriend zei dat het bij stukjes met alleen bas en drums, nog steeds als Meetsysteem klonk. Het zal waarschijnlijk door de melodieën komen.’

Door de manier van zingen is de vergelijking met Spinvis hem niet vreemd. Cherim heeft het fenomeen uit Nieuwegein pas laat ontdekt, maar noemt hem als inspiratie. Niet alleen in de manier waarop deze zijn stem gebruikt, maar ook door de live-shows. Want muziek moet live anders zijn, vindt Cherim, anders kan je net zo goed het album luisteren. Bij hem mag het live ook steviger. Op Geen Signaal zijn een paar tracks ingedrumd, door vrienden van Autrorijdend Nederland, een rockband uit Huizen. Ook Hesselink doet op de plaat mee, dat moge duidelijk zijn. Juist die samenwerkingen hebben hem gesterkt in het idee dat wat hij maakt er mag zijn. ‘Collaboratie is ontzettend belangrijk,' zegt Cherim. 'Ik ben het blijven doen omdat het helpt. Als je iets met een vriend deelt, is het zoveel meer dan wanneer je alleen denkt dat het vet is. Samen ben je ergens zekerder van.’

Nu rest de overgave aan de luisteraar. De Amsterdammer is benieuwd hoe het allemaal gaat landen, helemaal zo’n ‘Goed Te Doen’. Ricky Cherim: ‘Het is echt een fietsnummertje, maar het refrein kan best grimmig zijn. Dat mensen die weirde, donkere, existentiële teksten straks in een park aan het meezingen zijn, lijkt me nu al ontzettend leuk.’

Meetsysteem