Het dondert en bliksemt op het nieuwe album van Guy Blanken (Talismann/Makam), het piept en knarst en ratelt alsmaar voort, maar niet zoals je gewend bent van een technoalbum. Voor Krysalis werkte hij met Slagwerk Den Haag en Heleen Blanken aan een project dat telkens weer van vorm verandert.

Eigenlijk…. Eigenlijk was Guy Blanken (32) alleen maar van plan om een paar dj-tools op een plaat te knallen. Niet te lang over nadenken, misschien drie weken aan sleutelen op zijn laptop en dan hoppakee de buitenwereld in. Dat was dan wellicht zoiets geworden als Than Sadet, de spannende balearic houseplaat die hij onder de naam Makam maakte, en een 3voor12 Award-nominatie opleverde. Of zoals de ronkende keldertechnosingles die hij uitbracht als Talismann. Hij zucht. ‘Maar hetzelfde doen als altijd? Dan word ik echt gek.’

En daarom wordt de dj/producer vandaag in een koffietent op Amsterdam Centraal geflankeerd door Fedor Teunisse van Slagwerk Den Haag en (video)kunstenaar Heleen Blanken. Gebroederlijk grappen ze over cafeïnekauwgom, over zombieravers en over Indonesische trommels, maar ze praten vooral ook serieus over het album Krysalis en de daarbijbehorende liveshow, 22 september in De School te zien. Guy legt uit: ‘Ik was op zoek naar iets spannends voor mezelf, iets uitdagends. Dus ik ging op zoek naar een nieuwe impuls. Die vond ik bij Slagwerk Den Haag.’

Slagwerk Den Haag, dat is een virtuoos ensemble dat zich specialiseert in hedendaagse gecomponeerde percussiemuziek. Op Dekmantel speelden ze werk van (en met!) minimal-legende Steve Reich, maar ze touren ook met flamencosterren, vertolken composities van Philip Glass en werken met theatergroep Guy & Roni. Ze spelen soms op een vrij klassiek instrumentarium, maar bouwen net zo graag een hele show rondom steen als percussie-instrument. Frank Wienk (Binkbeats) is lid en werkte mee aan Krysalis, Fedor Teunisse vormt de kern en is de artistiek leider. ‘Vanuit onze historie werken we met gecomponeerde muziek als verlengstuk van de klassieke muziek’, vertelt hij. ‘Tegelijkertijd zijn er zoveel interessante makers die niet vanuit notenmateriaal vertrekken, maar vanuit klank. We hadden dus zelf ook het idee al opgevat om met producers te werken, met mensen uit andere hoeken. Guy’s mail had een perfecte timing.’ Guy vat samen: ‘Ik viel met mijn neus in de boter!’

Een bedompte grot van een technoalbum

Guy had al een studio geboekt, waar Frank en Fedor naar hartelust konden komen pielen, jammen en trommelen. Ze hadden een bus volgegooid met de meest wonderlijke instrumenten uit de instrumentenbibliotheek van Slagwerk Den Haag (‘meer dan drieduizend instrumenten!’). Sommigen sampleden ze simpelweg, zodat Guy ze in zijn computer kon gooien, maar vaak speelden de twee ook hele patronen voor de plaat in. Fedor: ‘Wij zijn van nature geneigd te denken in complexiteit en zoeken naar interessante harmonieën. We gingen zitten freaken, maar wanneer we teveel aan het klooien waren, begon Guy te brommen.’ Die reageerde: ‘Dat gepiel vind ik niet zo interessant, kun je niet effe focussen op die ene toets? Op dat dingetje daar? Kun je daar niet op voortborduren?’

Guy had nog altijd de ijdele hoop dat er drie weken later een album zou zijn, maar uiteindelijk heeft hij een vol jaar aan Krysalis gesleuteld. Het is een hele mooie plaat geworden, een soort ambient techno-album, maar wel eentje waar de dwingende vierkwartspuls van de kickdrum ontbreekt. ‘Phase 5’ is als een bedompte grot waar de waterdruppels vanuit stalactieten zo een ondergrondse rivier in donderen. Broeierig, gevaarlijk, en tegelijkertijd wonderschoon. In ‘Phase 3’ hoef je de kickdrum er zelf alleen maar bij te bedenken, en je vuist gaat al de lucht in. ‘Eerst wilde ik nog iets dansbaars maken’, vertelt Guy ‘maar na tien jaar kick weet je ook wel hoe die klinkt. Die verpestte het gewoon. We hebben het geprobeerd, maar uiteindelijk hebben we de kick eruit gesloopt.’ Fedor: ‘Dat vonden we héél fijn. Dat zorgt voor veel meer ruimte in de muziek, je krijgt veel langere spanningsbogen.’

Een liefdevolle dictator op het podium

Allemaal leuk en aardig, maar er zit nog iemand aan tafel vandaag: visueel artiest Heleen Blanken (geen familie van Guy). Zij gaf het project de naam Krysalis en maakte een grootse installatie voor bij de liveshow. Ook zij komt uit het nachtleven: ooit vj’de ze met natuurbeelden in de nachtclub Trouw, later ging ze op pad met technogeweldenaar Ben Klock en werkte aan projecten met Jeff Mills. Maar ze was moe van de langgerekte nachten: als vj ben je ’s middags al aan het opbouwen, je draait de hele nacht en wanneer de dj een taxi naar het hotel pakt of met een fles champagne naar de after trekt, moet de vj óók nog afbouwen. Daarom heeft Heleen zich gestort op indrukwekkende installatie-kunstwerken – ‘en werk nu eigenlijk nog veel harder dan tijdens vj-shows, maar voel wel meer voldoening’ – en zoiets ontwikkelde ze ook voor de liveshow van Krysalis. ‘Ik heb een liefdevolle dictator gemaakt’, zegt ze over de reflecterende cocon die tijdens de aanstaande shows gevaarlijk boven de hoofden van Guy, Frank en Fedor ronddraait. ‘Met een LED-bar, projecties, licht en rook verandert die voortdurend van vorm.’

‘En dat is precies wat we met dit project doen,’ aldus Fedor. ‘In een cocon breekt een rups zichzelf af, om zich te herdefiniëren. De muziek ondergaat ook een voortdurende metamorfose: wat Frank en ik inspeelden heeft Guy helemaal verknipt voor het album, en live gaan we ook niet proberen het album te reproduceren. Dat gaat ook weer heel anders klinken. We draaien het telkens een kwartslag, en weer krijg je een compleet andere invalshoek.’

Dat probeert Guy ook als dj te doen tegenwoordig. ‘Ik kan variëren met snelheden van 130 tot 160 BPM, van gabber naar ambient soundscapes gaan. Ik kan niet meer op een gezellig discofeestje draaien en de boel gaande houden. Dat vind ik echt heel moeilijk, ik krijg al kriebels als ik eraan denk. Maar ik heb het weer interessant weten te maken voor mezelf.’

Krysalis treedt 22 september op in De School.