De ochtend na de Nederlandse overwinning bij het Eurovisie Songfestival, vertelt de uit de Zweedse indiescene afkomstige Joel Sjöö over de twee dagen waarin 'Arcade' werd geschreven.

De Zweedse Joel Sjöö was er gisteravond gewoon bij in Tel Aviv. Niet in de green room. Daarvoor is de toegang slechts weggelegd voor de chosen few. Hij zat in het publiek met onder andere producer Wouter Hardy, de publishing crew en de familie van Duncan Laurence. Het bleek een onvergetelijke avond te worden en ook bij hem stroomden de reacties binnen. Sjöö, ’s ochtends: ‘Dat loopt flink door. Moet je voorstellen wat er nu op Duncan afkomt.’

Op de songwriting credits van ‘Arcade’, de eerste Nederlandse songfestivalwinst sinds ‘Ding-A-Dong’ uit 1975, staan drie namen: Laurence zelf, producer Wouter Hardy en Joel Sjöö. Het is de Zweed die in 2016 een belangrijk zaadje heeft geplant voor het nummer dat tot beste van Europa is verkozen. Het begint ermee dat zijn vriendin voor werk naar Rotterdam vertrekt en Sjöö haar geregeld achterna reist. Sjöö is afkomstig uit in de indie-scene en richt zich steeds meer op songwriting. Sjöö: ‘Ik was zo vaak in Nederland, dat ik  business met pleasure wilde combineren. Mijn kantoor in Scandinavië heeft naar plekken gezocht waar ik zou kunnen werken. Zo kwam ik bij de Rockacademie terecht. En bij Duncan Laurence.’

Het is de eerste ontmoeting tussen de twee en meteen een vruchtbare. Sjöö: ‘Duncan kwam meteen met de start van het nummer. Dat vind ik belangrijk. Ik wil muzikanten hun verhaal laten vertellen. Uit dat kleine zaadje hebben we een mooie bloem gemaakt. Na twee dagen waren de teksten, de melodie, de song zo goed als klaar. De eerste dag schreven we in een heel kleine ruimte. De tweede dag zaten we in een studio waar we wat beter konden ademen.’ Laurence heeft zelf aangestipt hoe belangrijk het werk van Sjöö bij het refrein was, maar Sjöö wil niet op de exacte details ingaan. ‘Dat is writers honour.’ Hij benadrukt wel dat de muzikale voorkeur van Laurence hem meteen aanstaat. ‘Veel artiesten hebben een heel slechte smaak. Duncan niet. Hij is op verschillende vlakken talentvol. Dat merkte ik meteen.’

Sjöö: ‘Indie en het Songfestival lijken op papier niets met elkaar te hebben, maar mijn verleden daarin komt hierin ook duidelijk terug. Er zit wel een beetje James Blake in ‘Arcade’. Maar ook sommige bands uit de Coldplay-hoek. Die een groot en organisch nummer kunnen schrijven, maar het wel credible houden.’ Oorspronkelijk zitten Sjöö en Laurence in een andere sfeer te werken. Sjöö: ‘Arcade was eerst veel meer electronica. In de hoek van Flume, wat destijds een populair geluid was. Maar het nummer ging helemaal werken toen Wouter ging produceren en er een orkestralere feel aan heeft gegeven.’ Ook de Engelse singer/songwriter Will Knox schrijft aan het nummer mee.

Ook Sjöö benoemt de twee jaar die Hardy aan het nummer heeft gewerkt. De twintig versies die het nummer heeft gehad. Sjöö: ‘Ik heb er maar een paar van gehoord. Gelukkig maar, want anders was ik gek geworden.’ Er moest natuurlijk ook tijd overblijven voor ander werk. De Zweed is actief betrokken bij de carrière van Laurence, die verder moet gaan dan ‘Arcade’ alleen. Sjöö: Bij het Eurovisie Songfestival heeft een artiest vaak één song en daarna niets. Wij zijn al jaren onderweg en weken met verschillende mensen aan meerdere nummers. Duncan heeft een mooie toekomst voor de boeg.’

Luister ook naar De Machine waarin Daniel Dekker van AVRO/TROS vertelt hoe de winst van het Zweedse ‘Euphoria’ van Laureen uit 2012 de Nederlandse werkwijze op het Songfestival grondig veranderde.

 

Zweden wordt uiteindelijk zesde.