Er worden misschien wel meer muziekdocumentaires gemaakt dan ooit, maar of dat de kwaliteit ten goede komt? IDFA zet dit jaar een streep door de muziekdocumentaire als thema. ‘We krijgen veel films opgestuurd die de vorm aannemen als documentaire, maar eigenlijk niet meer zijn dan ordinaire promofilms.’

Het lijkt wel alsof het de afgelopen paar jaar muziekdocumentaires regent. Open alleen al Netflix, en je kunt vervallen in een weekendlange binge die begint bij de neurotische angstaanvallen van Lady Gaga en via de ongelooflijke schermutselingen van Dr. Dre en Jimmy Iovine twee dagen en kilo’s magnetronpopcorn later eindigt bij een lofzang op de legendarische Quincy Jones. Op het witte doek is het niet anders: eerder dit jaar draaiden nog groots aangekondigde documentaires over Whitney Houston en Grace Jones in de bioscoop, op dit moment kun je Studio 54 nog zien over de legendarische nachtclub. En nu je toch bezig bent, kijk dan ook de documentaireserie 30 Jaar Dutch Dance en de pijnlijke cultfilm Buying The Band over de vastgoedondernemer die zich inkocht in de band van Herman Brood. De Volkskrant noemde de muziekdoc eerder dit jaar nog het meest populaire filmsubgenre van het moment en sprak van een ‘renaissance’ van het genre.

Bij het International Documentary Filmfestival Amsterdam (IDFA) werd gefronst om dat artikel. Jarenlang vertoonden zij in de Melkweg de beste muziekdocumentaires maar dit jaar hebben ze het programmaonderdeel geschrapt, na eerder ook al een streep te zetten door de music competition. Is het zo slecht gesteld met de muziekdocumentaire? ‘We hebben besloten om de muziekdocumentaire als thema uit het programma te halen omdat ze qua vorm meestal behoorlijk conventioneel zijn en niet in de koers van IDFA passen’, aldus senior programmeur Martijn te Pas. ‘Soms zijn ze wel bevlogen gemaakt, maar vaak draait het toch om talking heads, een stukje muziek, dan een artiest of expert aan het woord. Echt creatieve films waren altijd al zeldzaam, we moesten ieder jaar de krenten uit de pap zoeken.’

En minstens zo belangrijk, in veel gevallen komt zo’n film waarin een artiest centraal staat neer op een slijmerige hagiografie. ‘I would like you to meet one of the finest musicians I’ve ever known’, zie je Frank Sinatra met een theekopje in de hand (?) zeggen over Quincy Jones de documentaire Quincy. Even verderop wordt hij de ultieme mentor genoemd door Dr. Dre, hij wordt onthaald als visionair, als geniale artiest en tussendoor ook nog als lieve vader. Ja, iedereen is fan van Mr. Jones, van Snoop Dogg tot Barack Obama en de paus. Hij krijgt zoveel veren in de reet geduwd dat je je afvraagt hoe dat daar allemaal past. Het is het recept voor de meeste muziekdocumentaires. Eventueel aangedikt met een klein snufje menselijk drama, maar de geportretteerde artiest komt er nagenoeg altijd goed vanaf. Martijn te Pas: ‘Muziekdocumentaires zijn vaak niet erg kritisch en worden natuurlijk gemaakt met toestemming van de artiesten, soms zelfs geproduceerd door de artiest zelf. Dan wordt er veel weggelaten. Dat vinden we problematisch. We krijgen er altijd veel opgestuurd, films die de vorm aannemen van een docu, maar eigenlijk niet meer zijn dan ordinaire promofilms. Soms zijn ze heel vermakelijk, hoor, daar gaat het niet om, en voor de fans is het vaak een feest. Maar ik zie liever een eerlijkere film, zoals die over Kate Nash die nu op het IDFA draait. Daarin komt ze niet zo goed naar voren, haar mislukkingen worden centraal gesteld. Dat vinden we toch interessanter.’

Maar nog even over de vorm: bij muziekdocumentaires kijk je in de meeste gevallen vooral naar pratende hoofden en archiefbeeld. Best saai, eigenlijk. ‘Heel eendimensionaal’, vindt Te Pas. ‘Het laat zo weinig ruimte over voor de verbeelding. Er wordt gepraat over een blauwe auto, en ondertussen zie je een blauwe auto in beeld. IDFA is een festival voor de creatieve documentaire, waarbij wordt nagedacht over de vorm in relatie tot de inhoud. We hopen op gelaagdheid en complexiteit, op een film waarbij je de handtekening van de maker ziet.’ Een voorbeeld van dit jaar op IDFA is Giacinto Scelsi, the First Motion of the Immovable, over de Italiaanse componist. ‘Dat is zo’n indrukwekkende film. Hij doet niet alleen recht aan de componist, maar de film is ook een opzichzelfstaand kunstwerk als je hem niet kent. De maker speelt ontzettend met de verwachtingen en laat de camera net wat langer draaien, waardoor je dingen ziet die je anders niet ziet. En het ritme van de edit is al muziek op zich. De maker weet echt de kern van de componist te vatten door te spelen met de vormelementen uit de muziek, en die overneemt in de film.’

(Tekst gaat door onder de video)

‘Is het moeilijker dan andere jaren? Nee, dat beslist niet, maar het is altijd enorm sprokkelen geweest’, aldus Nathalie Windhorst. Zij is hoofd documentaire-aankoop van de NPO en zoekt vooral voor de zaterdagavonden van NPO 3 altijd muziekdocumentaires. ‘Ik heb wel hele andere selectiecriteria dan IDFA. Bij hen maakt het niet uit of de artiest bekend is, voor NPO 3 is dat juist noodzakelijk.’

Zij ziet dat video on demand-platforms enorm investeren in muziekdocumentaires omdat er zo’n heldere doelgroep voor is te vinden ‘en dat is heel handig als je geld moet verdienen’. ‘Quincy vind ik echt de moeite waard, als ik hem had kunnen aankopen had ik dat echt gedaan. De Ed Sheeran-documentaire is speciaal voor Apple TV gemaakt, de film over Coldplay exclusief voor Amazon. Dat soort platforms bestellen specifiek bij artiesten, omdat ze weten dat ze daarmee kunnen scoren.’

Ook zij houdt niet van films die teveel hangen op nostalgie of geslijm. ‘Dat artiesten het onderwerp ophemelen alsof het Jezus zelf is, dat kan een reden zijn om af te haken. Maar een experimentele film is niet per se een betere film, ik heb geen probleem met talking heads. Daarin heb je wel grote niveauverschillen: ik zie liever de manager en moeder praten dan journalisten die heel ver van de artiest af staan. En met archiefbeelden kun je ook creatief werken, zoals de John Lennon-documentaire die we voor volgend jaar hebben aangekocht. Als je de juiste mensen aan het woord laat die erbij waren, en dat goed weet te monteren, dan wordt dat ijzersterke televisie.’ De Classic Albums-reeks ontstijgt het ordinaire geslijm van een promofilm ook, vindt Windhorst. ‘Het vakmanschap van muziekmaken, dat vind ik superleuk om te zien. Dan zie je iemand met de gitaar op de schoot uitleggen hoe–ie tot een bepaald riffje is gekomen, dat is meer dan nostalgie. Er is nog steeds zoveel variatie in muziekdocumentaires. Montage of Heck-achtige films zijn altijd zeldzaam geweest maar zijn er nog steeds, evenals meer traditionele vertelwijzes die het op tv prima doen. Ik zie geen armoede, er is nog genoeg te genieten.’

vijf recente muziekdocumentaires die je gezien moet hebben

Avicii: True Stories

Bepaald geen slijmerige hagiografie is BBC-documentaire True Stories (2017), die draait om de superster-dj Avicii. Weinig ophemelende woorden, maar een behoorlijk naargeestig portret van een jongen die fysiek en mentaal ten onder gaat aan het touren en uiteindelijk besluit daarmee te stoppen. De dj belandt tijdens zijn tour zelfs een paar keer in het ziekenhuis, onder meer met problemen aan zijn galblaas. Bovendien verliest hij zichzelf in middelen die hem op de been hielden. 

Liberation Day

De mooiste muziekfilm van 2016 is een documentaire over misschien wel het meest fantastische popnieuwtje van 2015: de Sloveense artrock band Laibach speelde als eerste westerse rockband ooit in Noord-Korea. Waarom in hemelsnaam wilde die band zo graag naar Noord-Korea? En nog belangrijker: waarom deed Noord Korea de deur open? Luister hier ook ons interview met de regisseur.

Cobain: Montage of Heck

Hoe je creatief kunt omgaan met archiefmateriaal? Dat laat de waanzinnige film Cobain: Montage of Heck zien, over het leven van Nirvana-frontman Kurt Cobain. Hij is geproduceerd door dochter Frances Bean, en voor het eerst met medewerking van de familie Cobain. Daardoor kon regisseur Brett Morgen grasduinen in een indrukwekkende schat aan homevideo’s, maar hij duikelde ook veel audio op. Die wordt dan weer tot leven gewekt met animaties gebaseerd op olieverfschilderijen van de Nederlandse kunstenaar Hisko Hulsing. Lees hier ons interview met Hulsing.

Amy

Pijnlijk hoor: de paparazzi-beelden die de documentaire over Amy Winehouse zo goed maken, betekenden uiteindelijk juist het einde voor de Britse zangeres. In de docu wordt de schuld wel heel nadrukkelijk bij Amy’s vader Mitchell en echtgenoot Blake gelegd, maar sensatiezucht ten spijt geeft de film een pijnlijke inkijk in de teloorgang van Amy.

Bunch of Kunst

Hoe twee working class gasten uit Nottingham ineens uitgroeiden tot een van de meest bejubelde bands van Engeland. Snapte je de fuzz rond Sleaford Mods tot nu toe niet zo? Na dit fraaie portret waarschijnlijk wel. De film volgt de twee van de pub van Scunthorpe tot aan Glastonbury.