Is het niet gênant? Kan dit nog wel? Wordt het niet zielig als je nog rapt op een bepaalde leeftijd? Twee jaar geleden wist Sef het niet meer zeker. Nu is er toch een nieuw album, El Salvador, en daarop wordt hij persoonlijker dan ooit. ‘Ik schrok van de negatieve gedachten die eruit kwamen.’

Vroeger was hij nooit bang voor de dood. Nu is hij er als de dood voor. Op zijn vandaag verschenen vierde album bezingt Sef een specifiek soort FOMO. Niet zozeer de angst de allerbeste feestjes te missen, maar de angst niet alles uit het leven te halen. Hij wil niks missen, rapt hij op de openingstrack. Even verderop: ‘Ik wil niet wachten op de toekomst, wil het nu.’

Op El Salvador (oftewel: de verlosser) laat Yousef Gnaoui a.k.a. Sef (35) zien hoe je als Nederlandse hiphopartiest ouder kan worden. Maar tegelijkertijd worstelt hij nog met dat volwassen leven. Hij is een man met het hart van een kind, die al paniekaanvallen krijgt als hij denkt aan wat hij mist en nog moet doen. Waar is–ie eigenlijk mee bezig? ‘I don’t know, ik doe toch ook maar wat, weet ik veel, weet ik veel.’ En dan opent hij zijn ogen en ziet dat niet alle opties meer open liggen. Hij is geketend is door een hypotheek, kan niet zomaar het vliegtuig naar Tokyo pakken en pro-skater worden lukt vast ook niet meer. Plots bekruipt hem de angst: is de lente nu voorbij? En dat die lente maar eenmalig was, kon niemand dat hem vertellen, dan? Muzikaal is het een hele vrolijke plaat. Feel good lentemuziek vol bossa nova-gitaartjes, gefluit en zelfs een ouderwets meezingmomentje. Die majeurstemming contrasteert hij met af en toe behoorlijk zwaarmoedige teksten.

En heb je drie jaar aan zo’n plaat gewerkt, komt er ook nog zo’n wereldwijde pandemie door je releaseplannen heen fietsen. Mooi kut, natuurlijk.

Sef

Hoe zien jouw dagen er nu uit?
‘Ik heb net boodschappen gedaan voor mijn moeder. Ik heb een zoontje van drie, en probeer een regelmaat in ons leven te houden. Anders wordt het voor hem heel ingewikkeld. Je kunt hem ook niet binnen houden, dat is gemeen om met een klein kind te doen. Dus in de ochtend gaan we zo vroeg mogelijk ergens naartoe. Een park, de natuur, waar we hem niet de hele tijd hoeven te corrigeren. Verder sport ik elke dag. Dat deed ik al, nu op een andere manier, met elastieken voor de deur of binnen op een yogamatje. Lezen, series kijken en koken. Eigenlijk niet super anders, behalve dat ik anderen fysiek niet zie. En om en om moeten we werkdingen doen, het is niet dat ik zeeën van tijd heb.’

En waar haal je op dit moment de meeste voldoening uit?
‘Ik vind het echt superleuk dat ik meer tijd kan besteden met mijn vrouw en kind. Echt fucking leuk. En gisteren ging ik thuis een videoclip maken. Met mijn telefoon! Toen dacht ik: “Shit, dat kan gewoon.” Het klinkt heel suf, maar dat soort dingen zijn mijn hoogtepunten.’

Is het pittig met een zoontje van drie?
‘Tuurlijk. Het is gewoon niet aan hem uit te leggen, het lastigst is dat hij geen andere kinderen ziet. Hij kan niet naar speeltuinen, een klimrek zit vol fucking bacillen. Maar hij vindt het leuk dat wij er de hele tijd zijn en hij mag vaker en langer televisie kijken dan normaal.’

CV Yousef Gnaoui

1984: Geboren in Amstelveen
2004: Flinke Namen opgericht met The Flexican, Fit en Murth
2008: Stuk met The Partysquad
2009: Tijdmachine met Dio, Broodje Bakpao met The Opposites en debuutalbum Flinke Namen
2011: Eerste soloalbum De Leven
2012: Bagagedrager met Gers Pardoel
2013: Deelname Slimste Mens
2014: Aan tafel bij Pauw en Witteman over Wilders
2015: Tweede soloalbum In Kleur
2016: Eerste zoontje Aziz Gnaoui geboren
2017: Derde soloalbum Excusez Moi

(Tekst gaat verder na de video)

Op de plaat zing je over FOMO, de angst iets te missen. Verandert dat gevoel nu de wereld helemaal plat ligt?
‘Dat weet ik niet. Ik baalde ontzettend. Ik had die plaat waar ik heel lang aan had gewerkt en waarvan ik dacht: dit wordt ‘m dan. De plaat zelf was voor mij een soort verlosser, dat was de betekenis van de plaat. Maar het voelt nu alsof het gaat regenen op mijn verjaardag. En dat sloeg ook weer heel snel om in acceptatie, deze periode zie ik als een les: ik moet mijn hoop niet vestigen op één ding, en het gaat zoals het gaat.

‘En die FOMO, laat ik het zo zeggen: heel lang is de horizon oneindig ver weg. Als je 16 bent, denk je: whatever, later als ik groot ben ga ik dit en dit, maar nu eerst ga ik dát doen. “Maar later word ik miljonair.” En dan word je ouder, en vallen er steeds meer opties weg. Totdat je denkt: wacht eens, dit is het min of meer. Die gedachte om miljonair te worden, dat is de verlosser. En het heeft geen zin om die na te jagen.

‘Eigenlijk wil ik niet dat dít stopt. Ik ben eigenlijk heel gelukkig en wil dat blijven. Het idee dat ik steeds ouder wordt, dat mensen doodgaan, dat vrienden uit elkaar groeien en je mensen kwijtraakt… de lente is wel voorbij. Maar is dit dan het einde van de zomer, of het begin van de herfst? Dat soort gedachtes komen bij mij met vlagen, ik ben er niet continu mee bezig. Het zijn flitsen van inzicht, van angsten, onzekerheden en momenten van euforie. Het komt en het gaat.’

Vertel eens over die paniekaanvallen. Op wat voor momenten heb je daar last van?
‘Die paniekaanvallen zijn niet gerelateerd aan hele concrete situaties. Ze komen natuurlijk wel ergens vandaan, maar niet dat ik er last van heb zodra ik aan mijn hypotheek denk. Vaak waren ze carrière-gerelateerd, dat wel. Ik had al lang geen muziek uitgebracht, het vorige album ging niet zo lekker. Ik doe allerlei verschillende dingen, maar met muziek maken en optreden sta ik maximaal aan. Alle cilinders draaien, dan ben ik op mijn best. Wat als ik dat niet de rest van mijn leven kan doen? Heb ik dadelijk al mijn tijd daaraan besteed, voor niets, terwijl andere mensen van mijn leeftijd alle schaapjes op het droge hebben. Zij hebben hun zaken wél op orde.’

Sef

Met zulke angsten lijkt het me best lastig om een album te maken.
‘Het lukte me ook niet, ik was in mijn hoofd een ander album aan het maken. Een rapplaat met bangers die live tof zijn. Maar ik dacht de hele tijd: “Waarom zeg ik dit?” Ik kon niet bedenken waar je over kunt rappen als je boven een bepaalde leeftijd komt. Ik ga niet meer stoer doen en rappen over feesten en champagne. Toen ik dat nog deed, deed ik het al met een grote knipoog. Maar nu voelt het als een compleet ander leven.

‘Ik moet zeggen dat mijn vriendschap met Willem [de Bruin, van The Opposites] en zijn albumproces me aan het denken hebben gezet. Hij liet me die nummers horen – voor hem was het een mapje niet-geslaagde rommel – en ik vond het een van de vetste dingen die ik ooit had gehoord. Ik zei: dit is waar je mentaal middenin zit, dus dit is je album.

‘Het duurde veel langer, maanden zelfs, voordat ik dacht: het advies dat ik aan hem gaf, is voor mij ook de sleutel. Ik vond het vroeger nooit vet om letterlijk en duidelijk over mijn leven te rappen. Dat leek me maar egocentrisch. Maar nu denk ik: als ik met deze dingen worstel, dan zijn er meer mensen die erover nadenken. Zoveel rap wordt er niet gemaakt door mensen die in dezelfde levensfase zitten, maar ik luister heel graag naar rapplaten van mensen die ouder zijn dan ik, die meer levenservaring hebben. De laatste plaat van JAY Z bijvoorbeeld, en dat album van Jay Electronica, daar leer ik van over het leven. Transparantie, eerlijkheid, dat is de manier om muziek te maken. Maar toen ik dat ging doen, begon het vrij snel vrij duister te worden. Ik schreef ‘Hart van een Kind’ en schrok ervan. Gaandeweg werden de negatieve gedachtes minder, en ik ging me beter voelen. Dus moest de plaat ook een golfbeweging zijn.’

Dat komt mooi naar voren in het nummer ‘Mekka’, waarin hij zijn vader belooft om op bedevaart te gaan en zeven rondjes rond de Kaäba te lopen. ‘Het is een van de pijlers van de islam dat je eens in je leven op bedevaart gaat. Mijn vader was al te ziek, dus zag dat het niet meer voor hem ging gebeuren. Daarom vroeg hij mij dat te doen. Toen zei ik ja, maar ik ben er later vanaf gestapt. Wat moet ik daar doen? Nu ik ouder word, twijfel ik toch weer. Het is een bewegende trein waar we op zitten, dit leven staat niet stil en ik ben religieuze zaken steeds meer gaan waarderen. Iedereen zoekt naar betekenis, verlossing, zingeving. Het idee van een bedevaart vind ik heel mooi: of je nou een rijke man bent of een arme vrouw, ze zien er hetzelfde uit op het moment dat ze op bedevaart gingen. Aan het einde van de tekst maak ik dus de conclusie: misschien moet ik er wél naartoe gaan. Hoe zou het zijn, hoe zou het er daar uitzien?’

Op dat nummer kom je ook tot de realisatie dat je gemakkelijker ontboezemingen doet in je muziek dan in een persoonlijk gesprek.
‘Ja, soms wel. Het is veiliger, toch? Je kunt helemaal vertellen wat er in je hoofd gebeurt, hoeft niks te verklaren en je kan ook géén antwoord geven. Het is een gedachte in een vacuüm. Maar het is inderdaad gek. Jezus, denk ik soms, waarom zeg je die dingen niet in het echt? Wat ik in ‘Mekka’ allemaal zeg, heb ik nog nooit achter elkaar als een stream of conciousness tegen iemand uitgesproken. Het is allemaal heel waar, en ook wel pijnlijk. Ik vind het echt lastig om te communiceren met familie in Marokko, omdat mijn Marokkaans niet goed genoeg is. Dat zit díép bij mij. Het luchtte mega op om dat uit te spreken.’

Ik kan me voorstellen dat je vriendin of vrienden zich ook gepasseerd kunnen voelen: waarom kun je dit niet zomaar met mij delen, maar wel met een publiek van tienduizenden?
‘Ik kan me voorstellen dat dat niet makkelijk is. Mijn vriendin heeft de plaat al gehoord, en ze begrijpt dat het gevoelig en kwetsbaar is. Ze zal niet zomaar kritiek geven op een nummer, ze respecteert me daarin. Willem heeft het ook al gehoord en zei dat hij het heel mooi vindt. Maar van al mijn albums heb ik deze nog het minst laten horen tijdens het maken. Eigenlijk hebben de meeste vrienden van me nog niks gehoord, behalve de tracks die al uit zijn.’

En wat kreeg je daar voor reacties op? Waren ze ook verbaasd over teksten?
‘Nou, ik ben altijd vrij eigenwijs en vastberaden. Soms tot op het botte af direct in wat ik denk en vind. Ik zal niet zozeer laten zien dat het niet goed met me gaat. Ze waren er niet zozeer verbaasd over, maar die twijfelachtige kant laat ik niet vaak zien. “Niks Missen” bracht sowieso veel teweeg. Ik kreeg appjes: “Hoe zit dit?” “Ben je oké?” Maar vrienden konden via dat nummer ook aankaarten waar ze zelf mee zaten. Het is fijn dat een nummer het startpunt kan zijn voor zulke gesprekken.’

Gebeurde hetzelfde toen Willem voor het eerst Man In Nood aan je liet horen?
‘Ik wist al dat het mis was met hem, maar toen ik de muziek hoorde, vond ik het heel erg naar om dat nog veel meer in detail te horen. En tegelijkertijd raakte het me dat hij van iets duisters iets moois wist te maken. Ik had al eerder door dat het niet zo goed ging met hem, natuurlijk. Toen ben ik meer contact gaan zoeken. Ik wilde er zijn, ook al weet je nooit of je iets kunt doen of dat het uitmaakt. Hij is een dierbare vriend, dus gingen we vaak met de kinderen wandelen.

‘Vriendschappen zijn heel gemakkelijk als het goed gaat, als iemand de wind mee heeft. Het is ingewikkelder wanneer het niet goed gaat. Door dat album voel ik meer dankbaarheid voor de vriendschap. Ik was bang dat hij er op een gegeven moment niet meer zou zijn, om de allerengste gedachte maar uit te spreken. Elke show weer, zodra hij ‘Vallende Sterren’ begon te spelen, was ik volle bak aan het huilen. En op Lowlands was ik vanaf het eerste moment al in tranen. Ik moet zeggen dat ik het ook niet graag meer opzet, dat album doet me iets teveel.’

Ik vind het mooi hoe jij, Willem en ook Faberyayo ouder worden als rapper. Je mag best huiselijke teksten schrijven over legokastelen, over spelen met je zoontje en over je relatie.
‘Ik zette daar twee jaar geleden nog mijn vraagtekens bij. Is het niet gênant? Kan dit nog wel? Wordt het niet zielig als je nog rapt op een bepaalde leeftijd? Maar dat is puur afhankelijk van waar je het over hebt. Hiphop is nog steeds van de jongeren, zij zijn de baas. Maar wij mogen nog wel… de kleine zaal programmeren. Ik hoor Ronnie Flex ook nog rappen op zin vijfenveertigste, ik ben nu al benieuwd. Ik zie dat dat kán, en ik zie ook welke artiesten er niet op die manier in staan. Rap mag ook een bevlieging zijn, maar je kunt ook rappen tot je stokoud bent. Als je rap maar laat meegroeien met jóú en niet probeert vast te houden aan hoe dingen waren.’