Met zijn album Therapie gaat de rapper Josbros zijn emoties te lijf, hoe moeilijk dat soms ook is. 'Ik confronteer al mijn demonen. Ik geloof dat je daar uiteindelijk sterker van wordt.'

‘100 100 100’ staat er in dunne inktlijntjes op de linker arm van Joris Willekes (25) alias Josbros getatoeëerd. Met een grijns laat hij de tatoeage zien, voorover leunend op de bank in zijn studio op een bedrijventerrein in Utrecht. De korstjes zijn geheeld en het verband is eraf, maar hij is nog kersvers. Het is de naam van zijn meest succesvolle track, maar meer nog een belangrijke boodschap. ‘Voor mij betekent het honderd procent eerlijkheid’, zegt hij. ‘Honesty. Recht voor z’n raap, dat ben ik ook als persoon.’

Een ‘confronterend persoon’, noemt Josbros zichzelf. En als je twee uur met hem in een hok zit, geloof je hem 100 100 100 procent. Hij is een fucking orkaan. Zodra hij praat over de commerciële hiphop-scene (op de track ‘Is Er Iemand’ rapt hij over nep-rappers met bergen geld, maar slechts twee flows), dan springt hij van de bank en begint zowat te schreeuwen. Nog pisnijdiger wordt hij wanneer hij vertelt over de rapper die lastminute niet meer op het album wilde. De track was al lang opgenomen, er werd zelfs gesproken over een clip schieten… maar de dag voordat het album zou worden gemasterd, liet de betreffende artiest via z’n manager weten dat–ie niet wilde dat de track nog zou verschijnen. Best een kutstreek. ‘Hij belde me niet eens zelf! Hij reageert niet eens op mijn appjes!’ Briesend loopt Josbros inmiddels rondjes door de studio. ‘Ik zeg je eerlijk: ik ben een hele lieve jongen, maar if you fuck around with me the wrong way, dan ben ik psychopaat. Ik ben bloedserieus, dit had zo niet gehoeven.’

Een confronterend persoon is Josbros ook op het sterke album dat vandaag via Noah’s Ark verscheen, met features van Adje, Kingsize en Jayh. Niet voor niets heet het Therapie. De nummers gaan over pijn, over je emoties proberen te tonen en hoe moeilijk dat kan zijn, zeker als je een kind van de straat bent. In de albumopener (‘Huil Nu Lach Later’) kaart hij de moeizame relatie met zijn vader aan, verderop sluit hij zich af van alle liefde (‘De Lockdown’) en verbreekt hij oude (foute) vriendschappen (‘Cutoff / FU2’). ‘Ik loop voor niemand en niets meer weg’, zegt hij over het album. ‘Ik confronteer al mijn pijn, al mijn demonen. Ik geloof dat je daar uiteindelijk sterker van wordt. Aan het eind van de dag heeft iedereen mental issues. Iedereen heeft een stemmetje in zijn hoofd of onzekerheden. Het is maar hoe je ermee omgaat. En de mensen die doen alsof ze nergens last van hebben? Dat zijn de mensen die het hardst faya gaan when the shit hits the van.’

Door het lint om onrecht

Josbros groeide op in de Nieuwegeinse wijk Fokkesteeg, vertelt hij. Zijn ouders zijn gescheiden toen hij 3 was, met zijn vader kon hij moeilijk door een deur en hij was nogal een opvliegerig kind. ‘Ik had problemen met mijn agressie. Wanneer er shit gebeurde die in mijn ogen niet kon, die onrechtvaardig was? Dan kon ik helemaal door het lint gaan. Het maakte niet uit tegen wie, zelfs tegen leraren. Werd er iemand in de klas gepest, dan werd ik helemaal lijp op degene die pestte. Daardoor kwam ik weer in de problemen.’ Hij verheft zijn stem weer, alsof hij weer in het klaslokaal zit. ‘Dit slaat toch helemaal nergens op?! Ik help iemand!’

Op zijn zestiende ging Josbros steeds meer blowen en kreeg hij foute vrienden. Met hen begon hij te dealen en inbraken te plegen. ‘Ik was omringd door… ik zie ze niet als criminelen, maar ze waren wel bezig met de verkeerde dingen. En waar je mee omgaat, daar word je mee besmet. Uit verveling ben ik met ze meegegaan. Je moet je gevoel uitzetten op zo’n moment. Dat heb ik ook gedaan. Ik ben een ninja, ik kan klimmen en sluipen, maar dat wil ik niet meer. Ik wil niet over mijn schouder hoeven kijken, ik wil niet dat er iemand bij me inbreekt.’

Dus stapte hij eruit, schreef zich in voor de Herman Brood Academie (HBA) en begon hij een wietlijn om aan zijn geld te komen. Als je Josbros belde, kwam hij langswippen om je van wiet te voorzien. ‘Ik verkocht niet aan minderjarigen en stond niet buiten op straat. Uiteindelijk heb ik er veel geld mee verdiend. Ik deed het niet om stoer te doen of kleren te kopen, maar ik heb flink in mijn video’s geïnvesteerd. Dat tipte Jebroer, die zat bij me in de klas. Hij zag wat ik aan het doen was, hoorde me rappen en gaf het advies: “Get your money up en connect deze videomaker.” Die videomaker heb ik in stapeltjes van tientjes en twintigjes uitbetaald. Zo’n stapel! Hij wist niet wat hem overkwam.’

Josbros wil nieuwe rappers helpen hun stem te vinden

Josbros begon aan de HBA te studeren nog voor de grote explosie van hiphop in Nederland, voor New Wave en ‘Drank & Drugs’. ‘We waren met veel minder, maar iedere artiest had veel duidelijker zijn eigen stijl en sound. En we hadden les van Winne, Sticks en Jiggy Dje.’ Nu geeft hij zelf op de HBA les aan aspirerende rappers. ‘Ik geef Discipline. We zitten twee uur in de week in een grote studiobooth. Ik geef dan opdrachten om ze uit hun comfort zone te trekken, zodat ze een zo compleet mogelijke artiest kunnen worden. Los van die opdrachten probeer ik planningen met ze te maken wat betreft releases, inclusief doelstellingen waar ze zich aan kunnen houden.’

‘Mensen kijken tegenwoordig heel anders naar rappers, en rappers ontwikkelen zich op een heel andere manier. Wat me opvalt: heel veel is hetzelfde. Iedereen kopieert de sound die gaande is. Ik probeer eerlijk te zijn: het is tof, maar het klinkt wel zoals alles wat er al gaande is. En het is moeilijk voor een onbekende artiest om op te vallen als hij klinkt zoals alles wat er al in de hitlijsten staat. Dan vind ik het extra tof om een leerling te horen die zijn eigen ding probeert te zoeken. Dat probeer ik te stimuleren, ik probeer hen te helpen om de pijn te confronteren.’

Onverdoofd de pijn te lijf

Die hulp had Josbros ook nodig. Eigenlijk wilde hij met dit album namelijk een andere kant op, maar toen hij zijn A&R-manager (Hef!) wat tracks liet horen, reageerde die nogal lauwtjes. ‘Hij zei dat hij vond dat ik een andere weg moest inslaan. Terwijl ik al een jaar bezig was met het creëren van die sound! Ik heb twee weken gewacht voordat ik reageerde, want ik ben nogal een emotioneel persoon. Ik wilde niets zeggen dat in het verkeerde keelgat zou schieten.’

Uiteindelijk ging Josbros langs bij Hef thuis. ‘Ik was toen faya en zat met een issue thuis, bij mijn vader. We hadden het daarover. Hij zei: “Dáár moet je een pokoe over maken.” Ik had een dag eerder 60 bars geschreven. Hij: “Spit voor me.” En toen hij hem hoorde, vond hij meteen dat dat mijn volgende video moest worden.’

Dat was de indrukwekkende track ‘Huil Nu, Lach Later’. Daarop rapt hij: ‘Alles wat ik wou is beter dan mijn vader zijn. Verlies de laatste tijd mezelf, ik ben in alle staten. Ik kan alles maar ik kan niet met mijn vader praten. Dat doet me pijn papa, ik voel je pijn papa, shit. Ook al stop je alles weg, ik heb het in de gaten. De struggle maakt me wie ik ben, ze kunnen mij niks maken.’

‘Mijn vader heeft het een beetje moeilijk met een aantal zaken, onder andere alcohol’, vertelt Josbros. ‘Het is grappig dat ik hetzelfde doe, mezelf probeer te verdoven met drank en door te blowen. Dus probeer ik het niet te doen, ik wil het met muziek oplossen in plaats van dat ik ga zitten zuipen en voor mijn problemen wegren. Door erover te schrijven, confronteer ik de pijn. Dan verliest het die pijn en wordt het iets moois. Uiteindelijk. Ik woon alweer tien jaar bij mijn vader ben sindsdien ben ik bezig om een normale vaderzoonband op te bouwen.’

Jaar geleden maakte hij ook al zulke tracks (‘de studio is voor mij mijn therapie’), maar had hij ze niet durven uitbrengen. Dankzij Hef durfde hij dat wel. Sterker nog: ‘Ik zag dat dit mijn roeping is. Hef heeft me niet verteld wat ik moest doen, maar wel verteld wat ik niet moest doen. Dat gesprek heeft ervoor gezorgd dat de plaat nu klinkt zoals hij klinkt. In eerste instantie was ik boos om zijn reactie, nu ben ik hem er dankbaar voor.’

Josbros speelt maandag 10 februari live in 3voor12 Radio.