Hij moest door een diep dal gaan in zijn zoektocht naar zingeving, maar Yung Nnelg kwam eruit met een prachtig debuutalbum waarop hij grote levensvragen durft te stellen. ‘Ik hoef niet op de Forbes-list te komen, ik wil een legende worden.’

‘Oh my god, heb je dat verhaal in de krant gelezen?’ De vriendin van Yung Nnelg zit op de bank te schateren, in hun kraakschone appartement in Amsterdam Oost. ‘Een toendra met 5000 huizen’, kopte de krant afgelopen week over hun wijk, waar de bewoners langzaam zouden doodgaan van verveling. Zelfs op zaterdagmiddag zijn de straten uitgestorven. Op een piepkleine AH, een groenteboer, een friettent en een dönerzaak na is er geen fuck te doen.

Plannen zijn er genoeg voor de wijk: hier voor de deur wordt het grootste outdoor skatepark van Nederland gebouwd, verderop komt op een drietal toch al imposante silo’s een futuristisch cultuurcentrum en in 2025 verschijnt hier zelfs een kluster aan wolkenkrabbers.

Maar goed. Nu is er geen fuck te doen. Echt niet. En dat terwijl Yung Nnelg en zijn vriendin hier al twee jaar wonen. ‘Maar Jiri11 woont verderop in de straat’, wijst ze, ‘en Josylvio woont daar ergens. Oh, en ik heb ook vaak de auto van Boef zien staan. Hoe ik die herken? Op zijn nummerbord staat gewoon “Boef”.’ Zie je wel, het bruist hier! En dan woont er ook nog een wáánzinnig goede muziekjournalist van 3voor12 verderop in de straat. Wat nou, toendra?

Ondertussen komt Glenn Ascencion (25) alias Yung Nnelg de woonkamer binnenlopen met een paar slippers. Of de betreffende muziekjournalist zijn natgeregende sneakers uit wil schoppen en die slippers aan wil trekken. Tuurlijk. ‘Ik zeg je eerlijk, man’, begint Glenn wanneer hij plaatsneemt aan de keurige keukentafel (daarop twee kaarsen in lege champagneflessen, ernaast een potje CBD-olie), ‘ik vind die rust hier echt chill. Ik snap wel dat het buiten… een soort dood is, en nooit af. Maar wat er hier binnen gebeurt is voor mij belangrijker. Als ik thuis ben, dan ben ik thuis. Wierrookje aan, lekker tussen de planten zitten. Soms wandelen met mijn vriendin. En je kan hier goed joggen, omdat het zo plat is.’

Bovendien: als er niks is, word je ook door niks afgeleid en krijg je alle ruimte om de grote levensvragen te overpeinzen.

Die rust past dus wel bij Yung Nnelg. Hij praat zachtjes, formuleert alles weldoordacht en een tikkeltje filosofisch. Maar hij is ook absoluut niet bang om Grote Uitspraken te doen wanneer het om zijn vandaag verschenen debuutalbum Balans gaat, of om de 101Barz die hij gisteren deed. ‘In die sessie vertel ik eerlijk dat ik soms de bus moest pakken. Omdat ik wilde beseffen hoe de mensen manoeuvreerden. Er hangt een stigma op artiesten dat ze boven de normale mensen staan. Als je de leider van een generatie wil zijn… je moet voorop lopen, maar je moet ook altijd benaderbaar zijn. Zo ben ik ook.’

De gospelsferen in de hiphop

Zijn EP’s Contra en Serena (beiden uit 2017) blakerden al van de ambitie. Die eerste stond vol alternatieve hiphop met een winnaarsmentaliteit, en kreeg een ongekend mooie anime-video mee met een geëngageerde boodschap. De tweede was een ode aan de zwarte vrouw in een witte mannenwereld. Ondertussen liet hij zich ook nog inspireren door Basquiat, en ook zijn liveshows waren steevast indrukwekkend en onderscheidend.

De weg naar Balans was een worsteling, vertelt hij (‘ik moest echt gaan graven: wat wil ik zeggen? Wie ben ik? Wat is mijn doel?’), maar met zijn debuutalbum weet Nnelg echt een nieuwe stap te zetten. Het is een geweldige plaat, waarop de rapper de tegenpolen op de weegschaal legt en een evenwicht tracht te vinden. Hij zingt over rust en onrust. Spiritualiteit en status. Hoogte- en dieptepunten. Vanuit het persoonlijke (zijn relatie met ouders en lief, zijn jeugd, zijn eigen onzekerheden) onderzoekt hij ook de samenleving om hem heen. ‘Wie redt ons als we het zelf niet doen?’, vragen hij en Willem de Bruin zich af in prijsnummer ‘Red Ons’.

Nnelg: ‘Ik vond het belangrijk dat mijn features niet zomaar features zouden zijn om streams te pakken. Ik wilde dat artiesten me zouden helpen om mijn verhaal te vertellen, dus had lange gesprekken met iedereen die meewerkte om op dezelfde frequentie te komen. “Hoe kijk jij eigenlijk naar het leven?” “Wat is je purpose?” “Waarom ben je hier op aarde?” Ik vertelde Willem dat ik veel inspiratie heb opgedaan in de kerk. Hij zei dat ik die gospelsferen terug moet brengen in de hiphop.’

De kerk als ontmoetingsplek voor de onderwereld

Is ‘Red Ons’ dus een lyrische hallelujah-song geworden voor God? Zeker niet. ‘De kerk is een plek waar mensen samenkomen om God te eren, maar het is ook een veilige ontmoetingsplek voor mensen uit de onderwereld. Om te kijken of je nog wat zaken kunt doen. Dat zag ik veel gebeuren in de omgeving waar ik ben opgegroeid. In de kerk zit de moeder die bidt voor het hele gezin, hopend dat iedereen goed terecht komt. Maar haar zoon zit daar ook, een drugsdealer die wellicht vooral bidt: “God, safe me, ik ga op een missie.” Zo kwamen we op de hamvraag: wie red ons als we het zelf niet doen? Heel veel mensen bidden naar God, maar vergeten dat ze zelf moeten handelen. Als je in een nare positie zit, in een shithole, dan gaat huilen richting God dat niet veranderen. Je kunt om kracht vragen, geloven dat jij die kracht bezit en dan de stap zetten.’

Over de overstuurde productie klinkt het aanvankelijk als een wanhopige noodkreet: ‘Wie red ons als we het zelf niet doen?’ Maar halverwege transformeert het nummer naar een gloedvolle jazztune met een ontspannen piano. En dan klinkt die zin opeens hoopvol. ‘Dat was de conclusie die we in de studio hadden. Ik geloof dat God ook in jou leeft. Als jij de goede kant op beweegt, dan krijg je de wind in de rug.’

Kritiek op de mainstream hiphopwereld?

Nog zo’n beschouwend nummer is ‘Nobody’. Daarop kruipt Nnelg in de huid van een jongen die zich verstopt achter zijn designer-bril, tussen de instagram-modellen flessen champagne drinkt op het VIP-deck van de club, geobsedeerd is geld… ‘Maar ondertussen is hij gewoon op zoek naar liefde. We hadden in de studio een conversatie omdat er wat naars was gebeurd in de onderwereld, er waren jongens opgepakt. “Yo, dit kan niet meer, het blijft maar doorgaan.” Het deed heel veel pijn om zulke jonge kids te zien strugglen met hun identiteit, waardoor ze kiezen voor een pad dat ze eigenlijk helemaal niet willen inslaan. Zelfs de baby’s zijn op hun hoede, zing ik, zelfs zij zijn op zoek naar geld. In het nummer kruip ik in de huid van zo’n baby die helemaal door de wereld wordt opgeslokt. Tegelijkertijd is het ook een waarschuwing voor mezelf: stel dat ik als artiest heel succesvol word, in de VIP sta met meiden om me heen en de duurste outfits draag? Dan word ik helemaal numb, omdat het zo plat is. Succes kan je ook verblinden en verdoven.’

Een eerste versie van ‘Nobody’ had een loeiharde beat. Maar daar zette Nnelg toch de streep doorheen. ’Dan denken mensen tijdens een show dat ze moeten gaan moshen. Dat mag gewoon niet op dit nummer. Je moet het echt effe laten bezinken. Daarom hebben we de productie nu veel kleiner gemaakt.’

Wie Balans oppervlakkig luistert, zou veel teksten kunnen interpreteren als kritiek op de mainstream hiphopwereld (waar Nnelg ook echt een alternatief voor is). ‘Fuck je analytics, je zogenaamde critics, je hele game met gimmicks. Fuck je algoritmes, fuck y’all playlists man, je neppe glam en glitter’, rapt Winne op ‘Dieptepunt / Hoogtepunt’. Nnelg: ‘Mensen zullen denken dat hij streamingservices, labels en bepaalde artiesten aan het bashen is. Maar het is juist inspirerend voor de artiesten die zich zorgen maken: “Ik kom niet in die en die playlist, terwijl ik dit met mijn ziel maak. Waarom krijg ik die clout niet?” Die clout is niet het belangrijkste, man. Je moet op zoek gaan naar je purpose. Geld is niet het einddoel, geld komt en gaat. Het gaat om de impact die je hebt op de levens van mensen. Het is moeilijk om te geloven wanneer je even geen geld hebt, maar zo is het. Het zou sick zijn als mijn album op 1 binnenkomt, maar ik vind het belangrijker om impact te hebben op het hele muzieklandschap. Ik hoef niet op de Forbes-list te komen, ik wil een legende worden.’

Onbegrepen door zijn major label

Voordat hij dat ten volste besefte, moest Nnelg wel door een diep dal gaan. Dat hoor je op de plaat wel terug. ’M’n mind is soms mijn grootste enemy’, zingt hij. ‘Ik word crazy door mezelf, maar ik moet ’t vermommen.’ Hoopvoller: ‘Soms moet je bijna verdrinken om te beseffen hoe goed je kunt zwemmen.’ En dankbaar naar zijn lief: ‘Je houd de storm in m’n hoofd stil.’

Allereerst was hij op zoek naar het verhaal dat hij met Balans wilde vertellen, maar ook zakelijk liep hij niet helemaal lekker. Hiphop was geëxplodeerd in Nederland, major platenmaatschappijen beseften dat ze er ook wat mee moesten (maar wat dan?) en tekenden de ene na de andere artiest. Zo kwam Yung Nnelg bij Sony terecht. Na zijn Grandslam-tour langs de clubpodia kwam hij er vast te zitten. ‘Ik had die gekke high van de tour gehad en wilde doorpakken, met mijn album komen. Maar de dingen gingen niet zoals ik wilde dat ze gaan. Ik was zo gefrustreerd, ik voelde me bekneld, en heb echt moeten werken aan het communiceren daarover.’ Zat hij weer aan tafel, alsof hij een puzzel probeerde te leggen, maar er misten een paar stukjes. ’En die puzzel zat in mijn hoofd. Mijn vriendin had dat wel door, ja. Ik was heel stil, koud, niet benaderbaar.’

Waar het op neerkomt: als hij in de Grote Zaal van Paradiso ‘Skeemen’ doet, wordt dat ontvangen alsof het ‘goosebumps’ van Travis Scott is. Complete mayhem. Maar dat vertaalt zich niet direct in streams. ‘Ik had niet het gevoel dat Sony me heeft genaaid, hoor. Maar het geld dat ik nodig had om dit album op deze manier te kunnen maken, dat kon Sony me niet geven. Zij maakten simpelweg een optelsom: dit gaan we je niet betalen, want we gaan het niet op korte termijn terugverdienen. Mijn gevoel zei me: er is een betere route voor jou uitgestippeld, dus ben ik daar weggegaan.’

Een doorgeefluik voor God

In diezelfde periode begon Nnelg zich steeds meer te verdiepen in spiritualiteit en religie, zoals je op Balans kunt horen. Hij ging weer naar de kerk, begon aan yoga te doen en downloadde de app Headspace, maar ziet het boksen evengoed als een vorm van meditatie. ‘Dat combineer ik allemaal tot mijn eigen….’ Hij giechelt. ‘...Nnelgologie.’ Dan weer serieus: ‘Ik geloof echt in een grotere kracht. Noem het God, noem het Allah, dat maakt me niet uit, maar ik kon niet in mijn proces ontkennen dat die kracht heel belangrijk was. En ik moest de mensen om me heen ook bewust maken van de bron.’ Dat is waar hij het eerder al over had: op dezelfde frequentie komen door lange gesprekken te voeren. Met Winne sprak hij wel drie uur voordat ze wat probeerden op te nemen. ‘En dat gesprek was bijna belangrijker dan de track maken.' 

De slottrack van Balans eindigt met de speech van een pastoor. ‘God is speaking to you. You are a channel of blessing’, brult die. ‘Dat was zo bizar. Ik was voor het eerst sinds tijden weer eens naar de kerk, en dacht: laat me dit gewoon met mijn telefoon opnemen. Hij begon hierover te praten, en het stond precies in de lijn met de gesprekken die wij hadden in de studio. Yo man, wij zijn gewoon doorgeefluiken. Dit moet betekenis hebben! Je moet ook wel een bepaalde vorm van geloof hebben, wil je deze journey aangaan van onafhankelijk een album uitbrengen. Ik kon de kracht vinden om door te gaan omdat ik weet dat er een bron in me zit die me voorziet van de benodigde energie. Alle struggles waren het waard, want we hebben iets gemaakt zoals er nog niet is gemaakt in Nederland.’