‘Aan eenieder die zich moest verstoppen, zeg ik: pa’lante! Aan eenieder die zijn trots is verloren zeg ik: pa’lante! Aan eenieder die moest overleven, zeg ik: pa’lante! Aan al mijn broeders en zusters zeg ik: pa’lante!’
De stem van Alynda Segarra (feitelijk ís zij Hurray for the Riff Raff) slaat over. De zangeres klinkt alsof jarenlang aan opgekropte woede als kokend bloed door haar hele lichaam suist en ze tegen de tranen vecht in de studio. Verdomme hee, wat komt dat binnen richting het einde van The Navigator, het laatste album van Hurray for the Riff Raff.
’Pa’lante!’, dus, het is spreektaal voor voorwaarts, maar was ook de naam van de krant van de Young Lords, de groep Puerto-Ricaanse activisten in de jaren 60 en 70. In hetzelfde nummer klinkt hoe Pedro Pietri (de oprichter van de Nuyorican Movement) zijn gedicht Puerto Rican Obituary voordraagt, maar eigenlijk is ‘Pa’lante’ een lijflied voor iedereen ter wereld die zich onderdrukt voelt en als minderheid wordt gezien.
Het is echt een dappere nieuwe stap in het oeuvre van Segarra. Ze groeide op in de Bronx, waar haar punk-vrienden altijd tegen haar zeiden: ‘Je bent niet Puerto Ricaans, je bent wit!’ Zelf wist ze eigenlijk ook niet wie ze was, ze schaamde zich zowat voor haar afkomst en kon nauwelijks een woord Spaans. Jarenlang wilde ze liever een ‘white poet guy’ zoals Allen Ginsberg zijn, en verdiepte ze zich vooral in het traditionele Amerikaanse folk-, blues- en country-idioom. Met haar platen werd ze in dat genre overigens ook echt gelauwerd. Het regende sterren voor haar vorige plaat Small Town Heroes.