Hij zit amper en doet nog een halfslachtige poging de stewardess te versieren, maar Vince Staples krijgt eigenlijk al een paniekaanval op het moment dat hij een voet in het vliegtuig stapt. Hoe stiller het wordt, hoe harder zijn brein tegen hem gilt. Moet-ie niet gewoon een kogel door zijn kop jagen, vraagt de rapper zich af in het super-cynische nummer ‘Party People’. ‘How I’m supposed to have a good time when death and destruction is all I see?’ Om even later in het hysterische refrein te roepen: ‘Party people yeah, party people, I like to see you dance!’ Durf je dan nog te dansen?
Vince Staples zelf danst in ieder geval met een grimas op de vulkaan op zijn tweede album Big Fish Theory. De rapper uit Long Beach, California begon ooit in het kielzog van Odd Future en brak twee jaar geleden door met debuutalbum Summertime ’06. Dat was een gitzwarte plaat over het jaar dat hij zijn onschuld verloor en in de gangoorlog werd opgeslokt. Hij beschreef hoe er telkens weer lijken werden gevonden in de steegjes om de hoek en hoe hij een gangster wilde worden zoals zijn vader en oma. Hij werd lid van de Crips omdat hij mensen wilde vermoorden, vertelde hij The Guardian. Summertime was een genadeloze plaat: Staples bleek een superintelligente en tegelijkertijd extreem nihilistische kijk te hebben op zijn verleden, en het twintig nummers tellende dubbelalbum bleek een droomdebuut.