Nee, dat is geen goedkope beeldspraak om het slicke geluid van Phoenix’ zesde album te duiden, het is simpelweg de esthetische saus waarmee de Fransen hun album overgoten hebben. Italiaanse stranden waar romantiek en lust stuivertje wisselen, waar popmuziek gepresenteerd wordt met een glitterjurk en een overdreven grote glimlach. Dat gebeurt letterlijk in de clip van ’J-boy’, een fake optreden van de band in een grote Italiaanse tv-show. Het krijgt een extra nostalgisch vleugje door de klassieke VHS kleurstelling en dito beeldformaat. Is het echt zo, steekt Phoenix zijn kop in het zand van de Adriatische kust?
Nu is Phoenix misschien wel de laatste band waar je een doorwrocht album vol existentiële zorgen van zou verwachten. De band staat al sinds het debuut United bekend om zijn soepele sound, waarin de vederlichte synths en het open stemgeluid van Thomas Mars de boventoon voeren. Dat geluid werd geperfectioneerd op het vierde album Wolfgang Amadeus Phoenix, waarvan singles ‘1901’ en ‘Lisztomania’ vooral in Amerika uitgroeiden tot bizar grote hits. Phoenix was van een respectabele middenmoter ineens uitgegroeid tot headliner van Coachella. Nog steeds ongelofelijk.
Wat doe je als je land in crisis is? Wat doe je als je de Franse cultuur aangevallen wordt met bomgordels en automatische geweren, als extreem-rechts luider schreeuwt dan ooit? Wat is daarop je antwoord als je de populairste band van Frankrijk bent? Phoenix boekt een vakantie naar het zonovergoten Rimini, slentert over de boulevard met zijn parasollen, fruitmachines en ijskraampjes en levert een kleurrijk album vol slushpuppiepop af: Ti Amo.
Daarmee braken voor Phoenix de champagne-dagen van hun carrière aan. Of prosecco natuurlijk, gezien dit nieuwe album. Ti Amo volgt op Bankrupt, wat geen slechte maar op zijn best een wat onevenwichtige plaat was. Deze zesde voelt weer wat hechter en heeft een goede flow. Het album opent met de twee singles ‘J-Boy’ en ‘Ti Amo’, om even later wat gas terug te nemen met de heerlijke slow jam ‘Fior Di Latte’, waarin het lichaam van een (kennelijk blanke) vrouw vergeleken wordt met de witte rondingen van een traditionele Italiaanse koeienkaas. Hoogtepunt is ook ‘Fleur de Lys’, een typische Phoenix synthpop tune die opent met een afrobeat sample, die kennelijk als beginpunt voor het liedje diende. Het sample (althans, het lijkt erop dat dat het is) speelt in de rest van het nummer ook nog een bijrol.
Zo af en toe wordt het gegoochel met luxe bronwater en kitschy Italiaanse songwriters een beetje melig, en toch is het niet alleen maar zomers geluk dat dat klok slaat. Er zijn romances die eindigen als gesmolten pistache ijsjes, en in slotnummer ‘Telefono’ is er het schreeuwende verlangen naar een geliefde die aan de andere kant van de oceaan werkt. Het gaat logischerwijs over Mars’ vrouw, de filmregisseur Sofia Coppola. ‘How can I sleep when you're wide awake?’, zingt hij, mijmerend over die man op de foto op social media: ‘I wish you'd call from set, I wish I didn't get upset. Who's that guy you hang out with? Is he the lead or just an extra?’ Als dat niet de ultieme kopzorg is van iemand die geslaagd is in het leven?