Van een zwanenmasker tot een robot en van een engel tot een gouden eenhoorn: Pinkpop blinkt al vijftig jaar uit in over the top festivalposters vol felle kleuren en cartooneske figuren. Sinds 1978 zijn de affiches de verantwoordelijkheid van de Amsterdamse vormgever en Pinkpop-liefhebber Cor van Wees, die vanzelfsprekend vol zit met verhalen over discussies met Jan Smeets, de vredesduif van Paul McCartney en de artiest die dit jaar nét wat groter op de poster wilde.

Zijn posters zijn stuk voor stuk iconisch. Het zijn grootse artefacten die direct doen denken aan bepaalde festivaledities. Weet je nog, dat jaar met Pearl Jam? Of die keer met Springsteen en The Cure? Of je ze nou spuuglelijk of schitterend vindt: de posters van Pinkpop maken simpelweg deel uit van het popculturele geheugen van Nederland. Maar Cor van Wees, de man achter de posters? Die zou je op straat – of zelfs op het festivalterrein in Landgraaf – zo voorbij lopen. Natuurlijk heeft niemand een idee hoe hij eruitziet: ‘Het gaat niet om de poster, maar om de namen daarop, dat weet ik ook wel. Op het programma verkoop je kaartjes, niet op de plaatjes.’

Wel vindt Van Wees het leuk om tijdens het festival even langs de hall of fame met alle posters te lopen. ‘Dan vraag ik aan die kids van nu welke ze nou het mooist vinden. “Die met U2.” “Oh, wat zie je dan?” Ja, dan zien ze dus U2, hebben ze nog niet eens naar het plaatje gekeken. Soms hangt een poster jaren later nog in het toilet bij mensen, maar dat is dan omdat ze elkaar bijvoorbeeld voor het eerst ontmoet hebben op die editie, niet om de poster zelf. Dat is wel een les die ik geleerd heb. Het is ook niet zo dat bands naar me toe komen om te zeggen hoe cool ze de poster vonden, dat zou te veel eer zijn.’

Liever herinnert de vormgever zich aan de posters die de afgelopen decennia wel degelijk onder de neus van de grootste muzieklegendes ooit hebben gelegen. Neem nou die posters van 2016, die werd goedgekeurd door Paul McCartney zelf. ‘Jan belde me, dat gebeurt niet zo vaak’, herinnert Van Wees zich. ‘Ik had een vrouwfiguur in de poster verwerkt, maar Jan zei: “Wat ik voor me zie, zijn vlinders en een vredesduif.” “Hoe kom je daar nou bij?” “Dat heeft iemand me ingefluisterd.”’ Smeets wist zich later niet meer te herinneren wie dat dan geweest was, maar Van Wees heeft het vermoeden dat het weleens de headlinende Beatle zelf zou kunnen zijn geweest. ‘Ik had al een ontwerp klaar met de zeppelins die je nu nog aan de zijkant van de poster ziet, maar McCartney wilde volgens mij graag een vredessymbool. Dus die duif, dat is Paul gewoon voor mij. Want met Rammstein heeft het natuurlijk niets te maken. Zo heeft elk jaar zijn verhaal, dat is het mooie.’

De favoriete poster van Jan Smeets (1989)

De prijswinnende poster (2003)

'Op het programma verkoop je kaartjes, niet op de plaatjes'

Cor van Wees werkt in een ruim atelier in een oude techniekschool in Haarlem. Links en rechts herinneren modellen en maquettes aan oude Pinkpop-posters. Van Wees zit al een jaar of twee in het atelier, maar moet er binnenkort waarschijnlijk uit. ‘Antikraak.’ De vormgever woont in een nabijgelegen dorp, maar komt uit Amsterdam. ‘En Amsterdammer blijf je dan altijd.’

In de hoofdstad komt Van Wees in de jaren zeventig terecht in de muziekwereld. Hij gaat als vormgever aan de slag bij OOR, dat in die tijd nog als echte muziekkrant verschijnt. Een paar jaar later verruilt hij zijn baan voor een studie aan de Amsterdamse Rijksakademie, maar het contact met Pinkpop-directeur Jan Smeets is dan al gelegd. ‘In 1977 heb ik samen met fotograaf Kees Tabak een serie gemaakt op Pinkpop, dat toen nog maar één dag duurde.’

Uiteindelijk vraagt Smeets – die de poster van ’70 tot en met ’72 zelf ontworpen had – Van Wees om het affiche van het festival te ontwerpen. ‘Als mensen iets lelijk vinden, hoor ik vaak dat ze denken dat het ontworpen is door een of andere Limburgse vriend van Jan. Maar Jan kickte er juist op om een ontwerper uit Amsterdam te hebben: “Die zit helemaal in de scene.”’

Van Wees maakte al snel een einde aan de traditie van festivalorganisator MOJO om slechts een zwarte achtergrond met grote witte letters als poster te publiceren. Kort na zijn komst ontstaat het begrip ‘kunstposter’, dat de vormgevers de nodige vrijheid geeft om te experimenteren. Omdat Van Wees in die tijd een fascinatie voor oude films onderhoudt, wordt zijn eerste poster een verwijzing naar King Kong. ‘Op de Empire State Building plakte ik dan een plaatje van Thin Lizzy, in de klauwen van het Pinkpop-poppetje. Dat werd gewoon geaccepteerd: je had de vrijheid om er iets geks van te maken. In de jaren daarna is dat zo gebleven. De enige afspraak was dat er een bepaalde wauw-factor in moet zitten. Als mensen de poster voor het eerst zien, moeten ze denken: hey, wat is dat?’

Eenenveertig jaar later – bij de vijftigste editie van Pinkpop – is dat nog steeds het uitgangspunt, al is er in die periode natuurlijk ook veel veranderd. ‘Daarom begin ik altijd met de vraag welke stijl er op dit moment speelt.’ Daarin is de afgelopen jaren een belangrijke rol weggelegd voor technologie. De eerste posters van Van Wees waren nog volledig met de hand geschilderd en getekend, soms gefotografeerd. Nu maakt hij steeds vaker gebruik van moderne software. De eenhoorn van dit jaar is een combinatie van beiden. ‘Vanwege mijn leeftijd heb ik gewoon veel traditionele vaardigheden. Ik vind het zalig om met nieuwe apparatuur te werken, maar van handwerk heb ik toch het gevoel: dit kan niemand anders. Op de poster van 1985 gebruikte ik bijvoorbeeld een airbrush. Die zit nu ook weer in de vleugels van het vliegende paard, maar dan via Photoshop.’

De poster met Herman Brood (1990)

De poster met zijn dochter (2011)

De poster met zijn zoon (2013)

Dat die eenhoorn wat over the top is, dat weet Van Wees ook wel. ‘Maar dat is ook mijn ding.’ En dat dat hele ding goud is, is dan weer de ‘schuld’ van Jan Smeets. ‘Dit affiche is de derde versie. Ik wilde de vijftigste verjaardag visualiseren en dacht daarbij aan een soort hippieposter, een beetje historie. Dat wilde Jan niet, het moest in het goud. Toen had ik een prachtige beauty and the beast-kop gemaakt, maar die leek te veel op de poster van vorig jaar. Dan mailt Jan me dat het ontwerp is afgebrand, meer krijg ik dan ook niet te horen. Meestal duurt het een week voor ik denk: misschien hebben ze ook wel gelijk. Begin ik weer helemaal opnieuw.’

‘Zo vaak komt dat gelukkig niet voor. Meestal vraagt Smeets om een ruwe schets en hoort Van Wees vervolgens maandenlang niks meer. Dan heeft Smeets de schets goed laten keuren bij zijn collega’s of familie en weet Van Wees dat het goed zit. ‘Die cyclus begint vaak al in augustus, een paar maanden na het festival. Soms spreek ik dan met Jan af als hij in Amsterdam is.’

Tussen Van Wees en Pinkpop heeft zich een relatie ontwikkeld die ervoor zorgt dat het proces nu altijd soepel verloopt. Af en toe werkte Van Wees wel samen met andere kunstenaars, maar dat liep niet altijd even gesmeerd. Zo sloeg de vormgever in 1990 de handen ineen met Herman Brood, die een visuele bijdrage leverde aan de poster. ‘Hij had me die visual verkocht, maar hij bleek het schilderij waarop dat stond helemaal niet zelf in zijn bezit te hebben. Toen moest ik de eigenaar van dat schilderij gaan lokaliseren om een foto van dat ding te maken. Uiteindelijk zei Jan: ik heb liever dat jij het gewoon weer doet. En als Jan dat zegt, dan zit je eraan vast.’

De eerste poster van Cor (1978)

De poster met de kleindochter van Jan Smeets (2014)

Zo lang door als Smeets, dat hoeft voor Van Wees niet. ‘Jan gaat door tot hij erbij neervalt. Tuurlijk heeft hij nu meer een rol als godfather, waarbij veel mensen om hem heen allerlei taken vervullen. Maar hij heeft wel aangegeven: ik ga hier niet weg. Nooit. Hij gaat niet met pensioen. Vakantie is al moeilijk genoeg. Als hij tegen zijn vrouw zegt dat ze twee weken naar Frankrijk gaan, is hij binnen een week alweer terug.’ Nee, Van Wees wil binnen afzienbare tijd wel plaats maken voor de jonge garde. ‘Een paar jaar geleden heb ik tegen Jan gezegd dat ik het tot de vijftigste editie zou doen. Ze hebben me gevraagd daar nog eens goed over na te denken, dus we kijken aan het eind van het jaar wat we gaan doen.’

De ontwerper is vooral een grote liefhebber, die zich altijd een beetje gitarist voelt als hij bij het podium van Pinkpop staat. Hij houdt van het festival ('ik heb er toch mooi The Rolling Stones gezien') en van zijn vak. Voor hem op tafel ligt het boek dat Pinkpop uitbracht na zijn vijfenveertigste verjaardag. Al zijn posters zijn er paginagroot in vereeuwigd. De laatste is altijd favoriet, maar hij kijkt ook met veel genoegen terug op de posters van 2011, 2013 en 2014, waarvoor zijn zoon, dochter en de kleindochter van Jan Smeets model stonden. Of op die van 2003, waarvoor Pinkpop de Streetposter of the Year Award won. ‘Daar kregen we een klein poppetje bij. Ik dacht dat ik dat kreeg, maar dat heeft Jan toch zelf gehouden. Staat bij hem in de kast.’ Het favoriete affiche van de festivaldirecteur is trouwens die uit 1989, toen Van Wees zich liet inspireren door communistische affiches. ‘Het is de Zaaier die je wel vaker ziet op revolutiebeelden, maar nu zaait hij muzieknoten.’ Als de Berlijnse Muur een jaar later wordt afgebroken, krijgt de poster symbolische waarde. ‘Jan zag deze poster altijd als een voorteken daarvan. Het figuur was ook een beetje gebaseerd op Jan, als promotor van muziek in Nederland.’

Naast het boek ligt een kleine versie van de poster voor dit jaar, met een stel zwarte cirkels erop. Het zijn geen aanwijzingen voor welke naam een stukje groter of kleiner op de poster moet. ‘Al vond Armin van Buuren zichzelf wel net zo belangrijk als Lenny Kravitz en The Cure. Is ook wel een beetje zo, als je gaat kijken hoe veel publiek ze kunnen trekken.’ Nee, de cirkels staan om de artiesten die Van Wees dit jaar zelf graag wil zien. ‘Daar kijk ik samen met mijn zoon naar, die zit in de muziek. Er zijn dit jaar natuurlijk een paar klassiekers: Anouk, The Pretenders en Slash. First Aid Kit en Krezip vind ik ook mooi. Maar het interessantst vind ik Mark Ronson, omdat hij de producer is van Lady Gaga. Van die film en haar laatste cd. Dan ben ik nieuwsgierig of hij als dj komt of een band meeneemt.’

Zoals iedere festivalbezoeker ziet Van Wees uiteindelijk lang niet iedere show waarop hij zich vooraf heeft verheugd. ‘Dan loop ik gewoon lekker op het terrein rond en zie ik dat er niks veranderd is. Als ik nu foto’s zou maken, zouden ze heel erg lijken op de foto’s uit 1977. Je ziet allemaal jonge mensen die het festival beleven en muziek luisteren. Die iets met elkaar gemeen hebben. Dat is in al die jaren niet veranderd.’
 

De poster met de vredesduif van Paul McCartney (2016)

De eenhoorn van dit jaar (2019)