Op het nieuwe album van St. Vincent is niets wat het lijkt. De felgekleurde albumhoes en gestileerde video’s, de lakleren knielaarzen, de overdreven gekunstelde interviews: allemaal zetten ze St. Vincent neer als een bizarre, opgevoerde versie van een glimmende popster. Zelfs de liedjes zijn meer pop dan ooit: de songs op MASSEDUCTION hebben minder hoeken en schijnbewegingen, minder gitaar (!) en meer more-is-more popproductie en catchy hooks. Tegelijkertijd is MASSEDUCTION een intens verdrietig album, vol verlies en verlatingsangst.

Op het eerste nummer van MASSEDUCTION stort een vliegtuig neer, op het laatste springt er iemand van een dak. Daartussen vertelt Annie Clark, alias St. Vincent, in dertien songs verhalen over roem, verlies en verlatingsangst.

Die roem groeide langzaam terwijl ze in de afgelopen jaren steeds gewaardeerde albums uitbracht vol hoekige artrocksongs en snijdende gitaarsolo’s, maar kwam ineens tot een hoogtepunt toen ze een nieuwe relatie kreeg. Aan de arm van Cara Delevigne, Brits model en actrice, verscheen Clark op rode lopers, Hollywoodfeestjes en roddelblogs.

Die intense relatie en de absurde wereld waarin hij zich afspeelde zijn de hoofdpersonen op MASSEDUCTION, maar dan wel op St. Vincent’s typische, geabstraheerde manier. Zoete, melancholische ballades staan erop, en ogenschijnlijk persoonlijke bekentenissen, maar altijd met een knipoog of een schijnbeweging. In de wereld van MASSEDUCTION weet je nooit wat echt is en wat niet.

‘Pills’ heeft bijvoorbeeld een mierzoet, bijna irritant refrein, geïnspireerd op reclame-jingles en gezongen door Delevigne. De tekst is volgens Clark ‘superpersoonlijk, een klein snapshot uit mijn leven’, maar dat persoonlijke uit zich niet in pathetische openbaringen. In plaats daarvan legt Clark het absurde er juist zo dik mogelijk bovenop: ‘Pills pills pills every day of the week,’ op een deuntje dat je de volgende dag in de rij voor de supermarkt staat te neuriën. Om vervolgens te eindigen met een theatraal, bijna walsend slot, dat overloopt van sarcasme: ‘Everyone you love will all go away’.

Tekst gaat door onder de video.

Pianoballade ‘New York’ is juist misschien wel het simpelste liedje dat St. Vincent ooit geschreven heeft. Het is niet zozeer een ode aan de stad, eerder een collage van verbroken relaties, verloren vrienden en eenzaamheid in de grote stad: ‘You’re the only motherfucker in the city who can handle me’. Clark’s liefde voor haar thuis, de mensen die ze daar vond en verloor, en het heengaan van persoonlijke idolen als David Bowie en Leonard Cohen verweeft ze tot een subtiel, onderkoeld liefdesliedje. Persoonlijk, ja, maar op een abstracte manier: ‘New York’ geeft een blik in St. Vincent’s brein, maar onscherp en niet te dichtbij.

Clark produceerde MASSEDUCTION samen met Jack Antonoff, die zijn more-is-more producties eerder liet horen op albums van Sia, Taylor Swift en Lorde. Samen geven ze dit album een groots en meeslepend geluid, vol violen, dikke synths en machinaal krakende percussie.

St. Vincent

1982 geboren in Oklahoma
2003: Ratsliveonnoevilstar (EP)
2006: Paris is Burning (EP)
2007: Marry Me (album)
2009: Actor (album)
2011: Strange Mercy (album)
2012: Love This Giant (album, samen met David Byrne)
2014: St Vincent (album)
2015: Grammy voor St. Vincent
2017: Masseduction (album)

De structuur van de songs is meer rechtdoorzee dan je van St. Vincent gewend bent, en de teksten zijn volgens Clark absoluut persoonlijk, maar toch zet MASSEDUCTION je telkens op het verkeerde been. Het neonkleurige uiterlijk, de grootse productie, de melodramatische teksten: het ene moment lijkt het allemaal een grote grap, het volgende voelt het alsof je in iemands ziel staat te roeren. En misschien is dat ook wel allebei het geval. St. Vincent is een minutieuze muzikant, iemand die elk klein detail van haar werk precies zo manipuleert om te zeggen wat ze wil. Die vettige knipogen en de persoonlijke openbaringen zijn daarin onlosmakelijk met elkaar verbonden. Op MASSEDUCTION laat St. Vincent zichzelf zien, maar wel in de reflectie van een lachspiegel.