Op het eerste nummer van MASSEDUCTION stort een vliegtuig neer, op het laatste springt er iemand van een dak. Daartussen vertelt Annie Clark, alias St. Vincent, in dertien songs verhalen over roem, verlies en verlatingsangst.
Die roem groeide langzaam terwijl ze in de afgelopen jaren steeds gewaardeerde albums uitbracht vol hoekige artrocksongs en snijdende gitaarsolo’s, maar kwam ineens tot een hoogtepunt toen ze een nieuwe relatie kreeg. Aan de arm van Cara Delevigne, Brits model en actrice, verscheen Clark op rode lopers, Hollywoodfeestjes en roddelblogs.
Die intense relatie en de absurde wereld waarin hij zich afspeelde zijn de hoofdpersonen op MASSEDUCTION, maar dan wel op St. Vincent’s typische, geabstraheerde manier. Zoete, melancholische ballades staan erop, en ogenschijnlijk persoonlijke bekentenissen, maar altijd met een knipoog of een schijnbeweging. In de wereld van MASSEDUCTION weet je nooit wat echt is en wat niet.
‘Pills’ heeft bijvoorbeeld een mierzoet, bijna irritant refrein, geïnspireerd op reclame-jingles en gezongen door Delevigne. De tekst is volgens Clark ‘superpersoonlijk, een klein snapshot uit mijn leven’, maar dat persoonlijke uit zich niet in pathetische openbaringen. In plaats daarvan legt Clark het absurde er juist zo dik mogelijk bovenop: ‘Pills pills pills every day of the week,’ op een deuntje dat je de volgende dag in de rij voor de supermarkt staat te neuriën. Om vervolgens te eindigen met een theatraal, bijna walsend slot, dat overloopt van sarcasme: ‘Everyone you love will all go away’.
Tekst gaat door onder de video.