Nog nooit eerder stond er een winnaar van het Eurovisie Songfestival op Pinkpop. Aan Duncan Laurence de eer! En dat viel helemaal niet tegen. Verder genoten wij van The 1975 en de freakshow van Bring Me The Horizon.

Michael Kiwanuka spint songs als het opzwepende ‘Black Man In A White World’ en stemmigere ‘Rule The World’ en ‘Father’s Child’ prachtig lang uit, tot uitvoeringen van wel zeven minuten. Dan klinken ze bedwelmend, en wanneer hij zijn mantra's alsmaar blijft herhalen, beginnen ze ook in je hoofd rond te zingen. Zeker ‘Father’s Child’ komt keihard binnen, wanneer er lange stiltes vallen en Kiwanuka zijn gitarist alle ruimte geeft voor een mega-bluesy janksolo. 

>>>lees verder

Met een goede dynamiek in de show die de hits, waar de hele Brightlands op meeklapt, verbindt met de pijlsnelle garagerock en meer uitgemeten, psychedelische ‘scapes. Vooral de tracks met een rockende schwung worden gretig opgevangen door de klappende handjes van het Pinkpoppubliek, en dat zal ook wel een mooie opsteker zijn voor de band bij wie het publiek vorige week nog als sneeuw voor de zon verdween in de zondagse hitte van Best Kept Secret

>>> lees verder

Veel vaker is The 1975 gelukkig een frisse wind die tegen de heilige huisjes van de hedendaagse rockwereld aan durft te trappen. Neem nou het nonchalante, Chance The Rapper-eske ‘Sincerity Is Scary’, waarin het door de visuals haast lijkt alsof Healy met zijn glas wijn en sigaret door een straat in New York struint. Of eighties-achtige anthems ‘Love It If We Made It’ en ‘I Always Wanna Die (Sometimes)’: zo groots en schaamteloos hoor je een rockband anno 2019 nauwelijks nog. Zeker bij die laatste zou je haast wensen dat de hemel nog zo huilde als de meisjes op de eerste rij. 

>>> lees verder

 

Duncan doet het ontzettend goed. Van de twaalf nummers op de setlist – allemaal eigen werk – zijn er zeker acht hits in de dop. Het zijn melancholische kippenveltrekkers van pianoliederen met diepe bassen, met universele teksten die je het tweede refrein al kunt meebrullen. Het hoopvol feelgood nummer ‘Tomorrow’ met zijn ‘we’ll keep dancing in the rain’ bijvoorbeeld, ‘Nearly Morning’ geschreven met de gitarist van Causes. Veel nummers klinken als Ben Howard meets Kensington, met op de juiste momenten intieme haakjes en dan weer groots openbarstend met galmende gitaren en grootse drums. 

>>> lees verder

Terwijl de hele band in asbestpakken het podium op loopt, staat op de linker- en rechterhoek een stormtrooper. Strak in de houding, met een CO2-geweer in de houding om bij de climaxen nog wat extra's over de hoofden van het publiek te kunnen spuiten. Achterop het podium een wand van nepversterkers, waarop dan weer de danseressen in cyberpunkkostuum kunnen dansen.  Het is nog geloofwaardig ook. De ziedende riffs en schreeuwpartijen in combinatie met de hoekige drums, elektronica en galmende koren die op tape meelopen en aan de andere kant, de visuals vol vervreemdende 3D-animaties, grommende honden en natuurlijk vlammen: totaal over de top, maar dat is de muziek van Bring Me The Horizon  ook. Goed ook hoe pas halverwege de show blijkt dat al die losse versterkers eigenlijk LED-schermen zijn, en zelfs de hele crew in de coulissen gasmaskers op heeft. Hoe lomp het allemaal ook klinkt, het is allemaal tot in de puntjes uitgedacht. 

>>> lees verder