Het kan haast geen toeval zijn: precies op de dag dat Aldous Harding de titel en cover van haar nieuwe album Designer wereldkundig maakt overlijdt een van de grootste modeontwerpers van de afgelopen honderd jaar, Karl Lagerfeld. Dat moet toch gek zijn, als je klaar zit bij de ‘publish’ knop, om het werk te onthullen waar je twee jaar aan gewerkt hebt, waar je trots op bent en waar bloed zweet en tranen in zitten, en ineens gaat het overal over een heel andere designer. Aldous Harding wordt er een beetje ongemakkelijk van als ik er bij wijze van geinige kwinkslag over begin, alsof ik haar zojuist beticht heb van betrokkenheid bij zijn dood. Het is een eerste, overduidelijk signaal, dat dit een ingewikkeld gesprek gaat worden.
Aldous Harding, ze verdient het om helemaal vanwege haar eigen werk gekend te worden, maar ze zal ook de indie-geschiedenis ingaan als de ex van Marlon Williams, het grote talent van Nieuw Zeeland. Hij maakte met Make Way For Love een prachtig album over hun breuk, en zij deed dat min of meer ook met The Party. Zo maakten ze een soort gescheiden break-up duet. Maar waar haar landgenoot Marlon Williams bekend staat als een zwierige romanticus, is Aldous Harding meer het ongrijpbare poëtische type. Of ongrijpbaar, eigenlijk is impressionistisch een beter woord: Aldous zet zelf de kaders uit, maar waar het liedje vervolgens heen beweegt weet ze zelf vaak ook niet. Vraag haar dus ook niet waarom haar nieuwe album dan wél Designer heet.
‘Mijn favoriete designer? Die heb ik niet echt. Ik houd van verschillende ontwerpers in verschillende fases.’
Maar je artwork wijst wel in een bepaalde richting, klassiek en Europees.
‘Mijn partner en ik zaten bij elkaar, hij had zijn computer bij zich en ik zei: misschien moet jij het artwork van de plaat maken. Hij zei: dat doe ik graag. Hij stuurde me wat ideetjes, die ik afschoot. De tweede poging was raak. Hij speelt ook op het album, en hij kent me goed. Ik heb hem verteld wat Designer voor mij betekent, en wat het niet betekent. Mensen denken vaak aan elegantie en klasse. Voor mij was het een woord. Designer. Ik gebruik het op een neutrale manier. Ik wil dat het … [ze begint te neuriën] … ik weet niet. Het komt op dezelfde manier tot me als de eerste zin van het liedje ‘Zoo Eyes’. Ik zat wat te rijmen in de auto: why, why, why, Dubai. What am I doing in Dubai’. Ik heb het niet geschreven in Dubai hoor, maar op de een of andere manier werkt het wel. Ik wilde iets zeggen over vrijheid, en toen dacht ik: designer.’