Stonden ze eerder bekend als het bruggetje tussen de elektronica-liefhebbers en de Radiohead-fanaten, dan is Weval hun veroverde territorium nu opnieuw aan het verkennen: met hun tweede album The Weight drijft het elektronicaduo nog verder van de dansvloer en blikken ze in de achteruitkijkspiegel naar de jaren zestig en zeventig. Het album is het resultaat van een grenzeloze drive om nieuwe dingen uit te proberen, met de studio als de ultieme speelplaats.

Wie had ooit verwacht dat Weval, het elektronicaduo dat bekend werd met extatische synthlijnen en opgeknipte drumpatronen, zich ooit nog zou wagen aan de snaarinstrumenten? En toch staat daar, in het hoekje van de studio, een standaard er vol mee. ‘We delen de studio met andere mensen, dus vandaar,’ zegt Merijn Scholte Albers, helft van het duo. ‘Met Koen van Klangstof bijvoorbeeld, die ken je misschien wel. Maar we hebben ze wel gebruikt. We dachten: nou ja, het staat er toch al. En nu is dat zo ongeveer het verhaal van de plaat geworden.’

Eigenlijk zijn het gewoon twee nerds die muziek begonnen te maken door een beetje met een laptop aan te klooien. Tenminste, zo noemen Harm Coolen en Merijn Scholte Albers zichzelf, het duo achter Weval. Het begon een beetje als een uit de kluiten gewassen hobby: op je zolderkamertje knopjes indrukken en kijken wat er gebeurt. Een programma downloaden en er maar gewoon een beetje mee gaan kloten. Kijken of je het leuk vindt. Per ongeluk op iets vets stuiten doordat je muis uitschiet, en daar dan maar mee aan de slag gaan. En vooral eindeloos, eindeloos experimenteren.

Onderhand heeft hun muziek een stuk verder mogen reizen dan de grenzen van hun zolderkamer. En zijzelf ook, trouwens. Eerst met hun eerste EP’s, en toen hun titelloze debuutalbum, dat lyrische reviews binnenharkte van onder andere Pitchfork en de springplank was naar internationale zichtbaarheid, met optredens van Tel Aviv tot New York. Dat Weval nu als één van de eerste acts al is bevestigd voor ADE 2019, en daarmee het programma mag aftrappen in het imposante Concertgebouw op 16 oktober, is de bevestiging van hun gestaag groeiende succes. Toch bleek over de jaren heen dat er ook een keerzijde zat aan dat succes: het touren maakt het leven fragmentarisch, een aaneenschakeling van vliegvelden, poppodia en festivals. Waar optreden eerst de beloning van het producen leek te zijn, bleek al snel het tegenoverstelde: het muziek maken zelf was de hoofdprijs. Na al dat gereis snakten de producers er naar om weer de studio in te duiken en zoveel mogelijk te experimenteren, deze keer met nieuw speelgoed: gitaren, live drumsamples, hun eigen zang. ‘We wilden muziek weer als een speelplaats benaderen,’ vertelt Scholte.

Twee jaar deden ze over de nieuwe plaat, een turbulente periode vol ups en downs die de plaat definiëren, maar niet beheersen: ‘We bleven maar schrijven, schrijven, schrijven. Of er nou superpositieve of juist hele zware dingen waren, we kregen een soort lichtheid terug in de muziek, alsof muziek niet de voedingsbodem hoeft te zijn om je leven in orde te maken,’ legt Coolen uit. ‘Er heerste een heel vrij gevoel, van: “Als er één ding is dat we moeten doen, dan is het gewoon lol maken. Als we hier nu hele zware dingen aan gaan hangen, een bepaald succes, een soort prestatiedrang, als dít niet leuk is, wat we hier nu aan het doen, ja, waar zijn we dan in hemelsnaam mee bezig?”’

2010 Harm Coolen en Merijn Scholte Albers beginnen samen muziek te maken
2013 Half Age EP
2014 Easier EP
2015 It’ll Just Be Fine / Grow Up EP
2016 Weval
2019 The Weight

Een nieuw geluid

Zes jaar geleden brachten ze hun eerste EP Half Age uit, waarmee ze de aandacht trokken van de Duitse elektronicamagnaat Kompakt, het label waar onder anderen Michael Mayer en Gui Boratto bij zitten. Niet het minste gezelschap, dus. Kompakt viel voor hun synthesizer-gedreven sound, een introspectief en spacey geluid met een onderhuids borrelende dreiging. Dat vertaalde zich goed naar de dansvloer, en live stonden ze bekend als een geliefd bruggetje tussen elektronicafanaten en bandjesliefhebbers.

Dat bruggetje is Weval nu zelf aan het verkennen: met nieuwste album The Weight, dat vandaag is uitgekomen, drijft het duo verder van de dansvloer dan ooit te voren. De twee doken in de archieven van de jaren zestig en zeventig en kwamen uit op Sly & The Family Stone, Shuggie Otis, soul en funk – elektronica meden ze als de pest, om niet te veel beïnvloed te raken door trends in hun eigen genre. Die nieuwe invloeden zijn duidelijk te horen op de nieuwe plaat, zoals in de bubbelende baslijnen en dat weelderige synthesizerspel op ‘Heaven, Listen’, dat klinkt alsof ze de funk erin gooien met een vintage orgel. De onderhuidse spanning die zo kenmerkend is voor de band, die blijft: zoals in de sinister jammende titeltrack, en de onheilspellende groove in ‘Look Around’ die uitkiemt in een wervelstorm van synthlijnen. Een nieuw, groovender geluid, en toch onmiskenbaar Weval. ‘Ik denk dat we altijd heel erg hard op zoek zijn naar originaliteit, maar als je dat koppelt aan een sound, wordt dat ook je handelsmerk. Daar weiger ik naar te handelen en in te geloven,’ vertelt Coolen.

Die drive naar originaliteit heeft wel zijn prijs – tijd, voornamelijk. ‘Kijk: soms maak je wel tachtig mixen per nummer,’ legt Scholte uit. ‘Soms is mix drie de beste, maar we willen altijd per se weten dat we alles hebben geprobeerd. Dan denk je: “Mix drie is vet. Gaan we nog verder?”, maar je wilt dan alsnog weten of het niet nóg vetter kan. Dat hebben we ook altijd gedaan: proberen zo lang mogelijk te kijken wat er allemaal mogelijk is, zodat je in ieder geval uit die tachtig mixen weet dat mix drie de beste is.’

‘We zijn geneigd om ziek lang te experimenteren en daar hopelijk iets te vinden,’ vertelt Coolen. ‘We hebben echt duizenden uren aan nummers gezeten die gewoon niet op dit album staan.’ Scholte knikt: ‘Dat voelt nu ook een beetje raar. Toen het af was, zeiden we ook nog tegen elkaar: “Ja, we hebben ook gewoon wekenlang in de zomervakantie zitten prutsen met mixen die het niet geworden zijn. Dan heb je ook voor je gevoel drie weken van je leven weggegooid.’ Coolen lacht. ‘Drie weken? Driekwart jaar, bedoel je.’ Dan serieuzer: ‘Het zou wel fijn zijn als het iets sneller komt, maar ik vind het niet erg om driekwart van mijn leven in iets te stoppen dat niet overkomt. Uiteindelijk vinden we het ook superleuk om gewoon keihard te nerden.’

‘Het is een intens album. Die intensiteit komt gewoon door de vrijheid die we voelden in de studio,  doordat we zo weinig beperkingen voelden en we heel hard hebben lopen stoeien met de nummers. Ik hoop dat mensen kunnen horen dat we ontzettend veel lol hebben gehad. Dat je het plezier voelt, als je naar iets luistert wat iemand anders heeft gemaakt, en denkt, goh, het lijkt me zo leuk om dat te maken. Net zoals in een film, dat ieder shot, iedere scène als een pleziermoment voelt. Het enige wat wij probeerden te doen is dat album los te laten, en in het plezier te duiken.’

En toen was er opeens een band

Dat ongelimiteerde plezier in het proces laat zich ook vertalen naar de podium. Begonnen ze jaren geleden al met de toevoeging van een drummer in de live set-up, nu staat er een volledige band op het podium. ‘Het is echt uit de hand gelopen,’ vertelt Scholte. ‘Tegenwoordig zijn we live een vijfmansband. Ik zat een oude 3voor12-sessie te kijken waar we samen de eerste twee EP’s live probeerden te doen, en toen vond ik het al eng om toetsen te doen. Nu hebben we zelf tracks erbij waar gewoon geen laptop of bandje meeloopt. Alles is live: er is gitaar, Harm zingt. Dat had ik vijf jaar geleden nooit gedacht.’

Dat zingen, dat was wel even wennen. ‘Ja, ga maar eens zingen, man!’ roept Coolen uit. ‘Dan denk je echt: “Wow, what the fuck?” Bibberen op de bühne dus, een gezonde spanning die eigenlijk nog steeds wel aanwezig is. Maar goed, nu zingt Harm toch op het gros van de tracks, vertelt Scholte. ‘We hadden een keer een sessie met allemaal zangers, en toen deed Harm ook een beetje mee. Een van die zangers zei: “Hé, maar jij kan ook gewoon zingen, waarom zing je zelf niet gewoon wat?” Dat vertrouwen was echt meer dan de helft. Toen dachten we, wow, fuck it, we gaan het zelf gewoon doen. Op 'Roll Together', bijvoorbeeld. Je denkt misschien dat het een twaalfjarig meisje is, maar het is toch echt Harm.‘

Weval speelt op 10 april voor een uitverkochte Paradiso, en is nu bevestigd voor zowel Lowlands als een ADE live-show in het Concertgebouw.