Het avontuur is wat Dekmantel Dekmantel maakt: technomastodont Rødhåd mag eens openen in plaats van afsluiten en Objekt zet je continu op het verkeerde been. Het zijn de dj’s die verwarring zaaien en de weirdste afslagen maken, die de meeste indruk maken.

Ja hoor, daar staat al een drietal Britse jongens te zwalken als bezetenen, om 2 uur ‘s middags vooraan bij Rødhåd. Echt, nu al, terwijl de festivalpoorten pas een uurtje geopend zijn. Zouden ze voor de controle bij de poort hun hele voorraad alvast naar binnen hebben gekieperd, of zijn ze gewoon blij om eindelijk weer op Dekmantel te zijn? Ze zien eruit alsof ze de tijd van hun leven hebben, in ieder geval, maar op hen richt de Duitse dj zich niet als opener van de UFO op de eerste echte dag van Dekmantel. Liever mikt hij op het langzaam verleiden dan de loeiharde techno waar hij om bekend staat, liever trippy en bezwerend dan het gaspedaal vol intrappen. Elke keer dat na een suizende whitenoise-break de kick er weer in komt begint de UFO harder te swingen, elke dubby bas lijkt onweerstaanbaarder aan de heupen te trekken. Om 15.13 heeft hij opeens iedereen bij de lurven. Achter zijn rossige baard krult een grote grijns. Hij neemt het ervan met een onvoorspelbare set: de ene keer zijn zijn breaks zo voorbij, de andere keer duren ze eindeloos. De ene keer komt de kick als een surprise KO, de andere keer laat–ie hem traag weer aanzwellen.

Het is een van de spannendste keuzes in het programma vandaag: de Berlijnse technomastodont eens niet laten afsluiten, maar als opener van de UFO neerzetten. Vorig jaar deed Dekmantel ook al zoiets: toen mochten de headlinerwaardige Marcel Dettmann, Nina Kraviz en Motor City Drum Ensemble diep in hun platentas duiken om het Selectors-podium ieder een dag te openen. Juist dit soort details op een toch al waanzinnige line-up maken dat Dekmantel dance-fijnproevers van over de hele wereld naar het Amsterdamse Bos weet te trekken, dat een Chileense gast je om een vuurtje vraagt in de broeikas, en even later een Russische vrouw vraagt waar het tweede UFO-podium is.

In deze alsmaar groeiende playlist voegen we alle coole tracks toe die we hebben gehoord op Dekmantel 2018. Veel luisterplezier!

Rødhåd op Dekmantel Festival 2018

Goed om te zien dat dat internationale publiek ook meteen kennis kan maken met een nieuwe generatie talentvolle Nederlandse dj’s en producers. De boomlange Identified Patient bijvoorbeeld, die al opviel met een paar coole releases op Pinkman en avonden in De School. Vandaag debuteert–ie in de Boiler Room met een ontzettend leuke set. Vrienden bieden hem continu sigaretten aan, die hij tussen de tanden klemt terwijl hij zelf het hardste staat te headbangen. Hij schiet werkelijk alle kanten op: van gekke broken beat naar duistere industrial en slepende techno naar opeens cheesy piano-houseplaten. Soms zijn de transities een tikkeltje slordig, soms laat hij het gewoon helemaal stilvallen om er een nieuwe plaat in te gooien en soms versnelt hij zo 8 BPM in twee minuten. Maar fuck perfectie en lang leve verwarring! Als je zulke bangers (Newclues! The Prodigy!) brengt met zo’n geestdrift, is het uur zo voorbij en heb je alleen maar grijnzend met de vuist in de lucht staan dansen.

Upsammy is nog zo’n eigenzinnige Nederlandse producer bij wie je je afvraagt hoe ze ZO snel zo’n eigen geluid heeft ontwikkeld: wereldwijd wordt haar subtiele electro likkebaardend ontvangen, het schurkt soms bijna tegen de IDM aan, heel ruimtelijk en met melodieuze, glazige synths. Ze lijkt totaal uitgezoned te zijn van alles wat om haar heen gebeurd, zo diep zit de Utrechtse in haar CDJ’s. Superprecies legt ze overal kraakheldere drumpatronen overheen, net zo lang tot er in haar behoorlijk trage, Britse sound meer en meer kleur ontstaat. Niet de set waarbij je de hekken uit de grond trekt, wel duimen dat we hem snel helemaal terug kunnen luisteren.

Nadat Ricardo Villalobos weer klassiek met zijn champagne posse heeft lopen waaieren en dansen op schijnbaar eindeloze minimal edits, neemt Call Super over op het zonovergoten mainstage. Terwijl het publiek traag met de schaduw mee opschuift, kan het verschil tussen die twee dj’s bijna niet groter zijn. Villalobos extravagant en met van alles bezig, Call Super in zijn eentje, vooral met strakke blik naar beneden om zijn vlijmscherpe overgangen nog verder bij te punten. Heel even lijkt hij het ambient einde van zijn voorganger door te zetten. Schijnbeweging. Na die eerste plaat die schijnbaar overloopt, laat hij alles crashen. Krgghh, tsss, tsss tsss, kleng. Alsof–ie een besteklade en zijn servies van de trap af kinkelt. Vanaf daar duikt hij in alles wat jaren negentig house heeft opgeleverd. Eurohouse die hij, telkens als het te cheesy wordt, saboteert met bijvoorbeeld een Duitse zangeres die zich verzucht over hoe ‘süchtig und wunderbar’ ze wel niet is. Vanaf daar duikt hij via Underworld meer en meer richting het Engeland van de vroege jaren negentig, om via ratelende jungle uiteindelijk de plas over te steken naar Underground Resistance-klassieker ‘Jaguar’. Op de belangrijke momenten een handvol tracks die grijsgedraaid zijn en dood zouden kunnen vallen. En toch laat Call Super ze met zijn weirde afslagen telkens zo fris klinken dat je constant vergeet dat het te heet is om te dansen.

Ook in de nieuwe UFO II, qua vorm een klein zusje van de X-Ray, is het stikheet. Die golfplaten lijken de felle zon te gebruiken om er binnen een magnetron van te maken. De geluidsman heeft het het best voor elkaar, achter hem staat een gigantische ventilator. Pro-tip voor de komende dagen voor beide UFO tenten trouwens: ga eens niet me je hoofd in een speaker staan, maar bij een ventilator. Ze werken als een trein. Hoe dan ook: de Italiaanse Elena Colombi heeft weinig boodschap aan de hitte en staat gemeen trage industrial weg te zagen. Maar als het een wedstrijd is, verliest ze het qua gemeenheid van Stanislav Tolkachev, die tegelijk in de grote tent staat. Grotesker dan ‘Ukrainian ethereal master of the gothic techno’ uit zijn bio krijg je het niet, maar zodra je er staat snap je het wel. Waar Colombi wat planken decoupeert, staat hij met een fabrie keen compleet regenwoud weg te zagen. Zo genadeloos hard gaat het te keer. Zin heb je niet, maar maak je, zeggen ze. Nou, Talkachev ramt het gewoon door je strot als je niet uitkijkt.

Lena Willikens op Dekmantel Festival 2018

Wie dan toch verkoeling kan gebruiken, belandt als vanzelf bij het Selectors-podium. In de schaduw van de bomen staat daar een man met een halve eeuw (!) aan dj-ervaring: Daniele Baldelli, de Italiaanse pionier van de kosmische disco. Al sinds de jaren ’70 legt hij dwarsverbanden die toentertijd helemaal niet zo logisch klonken: een Duitse elektronica mixt hij gerust met Afrikaanse funk, een discokraker met een lowtempo softrockplaat, en dan het liefst allemaal op verkeerde snelheden afgespeeld. Over een Alan Parsons-tune plaatst hij vandaag een maffe Afrikaanse a capella, over tribale trommels een over the top-gitaarsolo. Soms klinkt het wat te kolderiek en soms lopen zijn platen wel erg scheef langs elkaar heen, maar op een festival waar elektronische muziek soms wel erg serieus wordt genomen is dat ook wel verfrissend. Voor het pluizige zwarte ringbaardje van Daniele (zou hij die verven?) staan dan ook bovengemiddeld veel jongens in fleurige bloesjes die zo uit de Episode lijken te zijn geplukt en meisjes in felgekleurde badpakken, die helemaal gek worden wanneer hij afsluit met Jimi Hendrix’s ‘All Along The Watchtower’.

De inmiddels in Amsterdam woonachtige Lena Willikens weet ze aardig weg te jagen, al die kleurrijke feestfiguren. En toch, toch draait de Duitse die opgroeide in de Salon des Amateurs en onlangs een coole Selectors-verzamelaar uitbracht een stuk luchtiger dan vorig jaar in de Greenhouse. Toen moesten we het doen met stroperig trage industrial en piepende, krakende acid-platen. Nu draait ze house. Echt waar, swingende house. Soms de luchtige Italiaanse droomvariant, maar vaker weird en spacey. Het hoogtepunt is een plaat die alsmaar manischer wordt, met een dissonante pianolijn die telkens weer verdubbelt, verdubbelt en verdubbelt tot een krankzinnige storm van geluid. Vanuit daar duikt ze toch echt de diepte in met duistere electro. Ze neemt alle tijd, en zonder te hoeven pleasen of naar heftige climaxen op te stuwen weet ze twee uur lang haar publiek tegen de booth te plakken, als mierzoete limonade voor een stel hongerige wespen.

Daniele Baldelli op Dekmantel 2018

Nou ja, behalve die kleurrijke bloesjes dan. Die staan inmiddels allemaal in de broeikas te fladderen bij Palms Trax, tegen de glazen wanden geplakt door de drukte. Vanuit een behoorlijk sicke edit van ‘Baiana’ (echt, luister die plaat!) schakelt hij op naar zalvende discohouse met non-stop vocalen, strijkers en opzwepende percussiebreaks om je lichaam acrobatisch op heen en weer te zwieren. ‘Come into my world’, laat hij z’n zangers verleidelijk zuchten. Buiten zouden ze wel willen, ja, maar het is zo stampvol dat er niemand meer bij past.

Bassist Thundercat sluit vervolgens diezelfde Greenhouse af met zijn gefreakte stonerfunkband. Het lijkt een vreemde eend in de bijt op Dekmantel, maar als hij naar wat shout outs naar Mac Miller ook stilstaat bij het tien jarig bestaan van Brain Feeder, valt het kwartje. Dekmantel houdt het label van Flying Lotus al jaren in de gaten, en er staan eigenlijk altijd acts van het label op dit podium. Maar toch, als afsluiter een act die echt liedjes speelt en dan ook nog met vingerbrekende bassolo’s terwijl er tegelijk minstens vier DJ’s staan die op andere festivals headliner zouden zijn. Niet gek dat de plantenkas langzaam leegloopt, maar allemensen wat is Thundercat in bloedvorm. ‘I hope you’re drunk or high as fuck’, grapt hij, voor hij iedereen ook een goede Pride wenst en weer losbarst. Zou ‘Oh Sheit it’s X’ ooit meer op zijn plek zijn geweest?

Palms Trax op Dekmantel 2018

Thundercat op Dekmantel 2018

Ondertussen is het niet zo moeilijk om de mainstage volledig te vergeten op Dekmantel. Waarom zou je ook bij Modeselektor gaan kijken? Hun set is wel een beetje te plat, hoor. Ze laten gerust een Paul Kalkbrenner-plaat horen, natuurlijk stevig eigen werk en een emo-tune van Moderat. En is het erg om headliner Orbital over te slaan? Als je de 90’s elektronica van de Britse broertjes in het hart hebt gesloten wel: klassieker ‘Halcyon and On and On’ schalt gloedrijk over het veld en ‘SATAN’ is onverwoestbaar, maar het nieuwe werk is saaitjes en de stiltes tussen de nummers zijn net wat te lang om te blijven dansen.

Nee, het ideale afsluiten gebeurt natuurlijk bij Objekt, die twee uur lang in de grote UFO staat geprogrammeerd. De meeste dj’s aldaar lieten vandaag rechtlijnige techno horen, maar dat hoef je bij de Brits-Berlijnse dj eigenlijk nooit te verwachten. Wat je dan wel kunt verwachten? Dat is altijd spannend. Nerveuze 140bpm techno met nerveuze violen legt hij stil voor een bizarre blastbeat. Van daaruit gaat hij naar een opgefokte SOPHIE-track met mierzoete zang, een weirde Amnesia Scanner-tune met overstuurd gekrijs, en daarna jungle op een halsbrekende 170 bpm. Zelfs de lichtman weet van gekkigheid niet meer wat hij moet doen en dus alle lichten maar omstebeurt vol open gooit. Je ziet de totale paniek bij sommige dansers: what the fuck is dit nou? Het lijkt wel een soort muzikale achtervolgingsrace, waarbij Objekt z’n best doet je continu af te schudden. Verlies je hem uit het oog, dan is er ook echt geen touw meer aan vast te knopen. Maar als je hem op de hielen blijft, dan is het extatisch.

En dat zijn de momenten die Dekmantel zo ontzettend mooi maken. De momenten waar je dj’s ziet peinzen: ‘Zou dit wel lekker vallen, of ga ik nu echt te ver?’ De momenten waar op safe spelen wordt afgestraft, waar risico’s worden beloond en waar het avontuur met beide handen wordt aangegrepen. Nog twee dagen en nachten te gaan, nog duizend keer op het verkeerde been worden gezet op de dansvloer, nog talloze platen te horen waarvan je niet wist dat je er (zo manisch) op kunt dansen. Let’s go!

Orbital op Dekmantel Festival 2018