Ja hoor, daar staat al een drietal Britse jongens te zwalken als bezetenen, om 2 uur ‘s middags vooraan bij Rødhåd. Echt, nu al, terwijl de festivalpoorten pas een uurtje geopend zijn. Zouden ze voor de controle bij de poort hun hele voorraad alvast naar binnen hebben gekieperd, of zijn ze gewoon blij om eindelijk weer op Dekmantel te zijn? Ze zien eruit alsof ze de tijd van hun leven hebben, in ieder geval, maar op hen richt de Duitse dj zich niet als opener van de UFO op de eerste echte dag van Dekmantel. Liever mikt hij op het langzaam verleiden dan de loeiharde techno waar hij om bekend staat, liever trippy en bezwerend dan het gaspedaal vol intrappen. Elke keer dat na een suizende whitenoise-break de kick er weer in komt begint de UFO harder te swingen, elke dubby bas lijkt onweerstaanbaarder aan de heupen te trekken. Om 15.13 heeft hij opeens iedereen bij de lurven. Achter zijn rossige baard krult een grote grijns. Hij neemt het ervan met een onvoorspelbare set: de ene keer zijn zijn breaks zo voorbij, de andere keer duren ze eindeloos. De ene keer komt de kick als een surprise KO, de andere keer laat–ie hem traag weer aanzwellen.
Het is een van de spannendste keuzes in het programma vandaag: de Berlijnse technomastodont eens niet laten afsluiten, maar als opener van de UFO neerzetten. Vorig jaar deed Dekmantel ook al zoiets: toen mochten de headlinerwaardige Marcel Dettmann, Nina Kraviz en Motor City Drum Ensemble diep in hun platentas duiken om het Selectors-podium ieder een dag te openen. Juist dit soort details op een toch al waanzinnige line-up maken dat Dekmantel dance-fijnproevers van over de hele wereld naar het Amsterdamse Bos weet te trekken, dat een Chileense gast je om een vuurtje vraagt in de broeikas, en even later een Russische vrouw vraagt waar het tweede UFO-podium is.