De laatste twee jaar duiken Job Sifre en Identified Patient steeds meer op. Tracks van die laatste hoor je nogal eens langs komen in sets, en Job Sifre maakt sinds zijn twee EP's een stormachtige opmars. Het blijken ook nog eens oud-huisgenoten te zijn, ze doen nog wel eens een b2b, staan op Dekmantel, willen allebei eens een 'Michael Jacksontje pullen' en heten allebei Job. Genoeg redenen voor een dubbelinterview.

Er staat dit jaar een nieuwe tent op Dekmantel, die maar zo dé plek van het festival kan worden. De aardedonkere UFO II heeft op papier het spannendste programma: gemene experimentele kanten van techno worden er gemengd met venijnige electro en EBM. Daar, tussen kanonnen als Nitzer Ebb’s Douglas McCarthy, DJ Stingray en The Advent, staan ook twee Nederlandse namen die afgelopen jaar overal opduiken: Identified Patient en Job Sifre. 

Met die twee kan je nu ook een festivalconcept neerzetten. Pak het vooral op, 't is zo maar een gratis idee: bouw een Jobstage. Enkel en alleen voor dj’s die Job heten. Jobstival, de 4J’s, Jobsation, noem het wat je wil. Natuurlijk zet je de meest joppige Job er neer, Job Jobse. Oceanic (Job Oberman) ook. En met deze twee Jobs erbij heb je dan zomaar vier van de beste dj's van Nederland: Job Veerman en Job Bogaard, oftewel Identified Patient en Job Sifre. Die laatste kent een internationale bliksemcarrière, sinds optredens in de belangrijke Nederlande clubs en zijn releases op de labels van Interstellar Funk en Knekelhuis. Hoogtepunt is ‘Bestaan’, een tergend trage EMB kraker met zijn metalen gekraak en herhalende ‘ik zie de angst in je ogen […], ik vraag me af waar het eindigt, of je zou wensen dat ik niet bestond’. Identified Patient draait al langer over de grens. Zijn EP Weeshuis Der Verloren Zielenmet al even grimmige tracktitels, werd twee jaar geleden al internationaal goed opgepikt, en sinds een paar maanden wordt hij ook in Nederland meer en meer geboekt.

Tekst gaat door onder de video.

Geen weirdo als huisgenoot
Met teksten over angstige ogen en tracks als ‘Vermoedens van Achterdocht’ verwacht je op zijn minst twee zwartgallige gasten. Verzin de vooroordelen er verder zelf bij, maar weet meteen dat ze niet opgaan. De boomlange Job Veerman (Identified Patient) switcht moeiteloos tussen serieus en ironisch wijs met aangezette stem. Af en toe buigt hij samenzweerderig naar voren: ‘Psst, leuke sidenote: naast ons zit een gezelschap van de woningbouwvereniging voor een jaarlijks uitje. Die zaten er vorig jaar ook en dat is toen gruwelijk uit de hand gelopen. Geef ze nog een uurtje en het gaat ontploffen. Misschien kunnen we er nog een huis uit slepen. Genoeg chantagemateriaal.’ Job Bogaard (Job Sifre, maar laten we hem Sifre noemen) is makkelijk twee koppen kleiner dan zijn naamgenoot, en komt door zijn bouw een stuk jonger over. Waar Veerman het meestal uitschatert, is Sifre de grinniker. Twijfelender ook: ‘Ik vind stripped down techno echt tof, maar durf het eigenlijk niet te draaien. Ik weet dat het werkt, maar als ik het opzet wordt ik meteen onrustig: is het niet saai nu?’

Lachend en elkaar aanvullend denken ze op een terras in Amsterdam-Noord terug aan de tijd dat ze huisgenoten waren. Puur toeval was het. Veerman zocht een huisgenoot, Sifre reageerde op Facebook. ‘Ik had je kop wel eens voorbij zien komen', weet Veerman nog. ‘We hebben wel eens op hetzelfde feestje in Studio K moeten draaien, onze vriendinnen kenden elkaar. En toch kenden we elkaar niet. Maar ik was wel blij dat het zo uitpakte. Met zo’n oproep voor een kamergenoot kan je ook maar zo met een weirdo eindigen.’

Tekst gaat door onder de foto.

Identified Patient (Job Veerman) links, Job Sifre (Job Bogaard) rechts

De lijdensweg van muziek maken
Dat huis staat iets verderop, in dezelfde straat als het terras. Er staan inmiddels hekken omheen, wat ramen zijn dichtgetimmerd en een grote sloopcontainer staat voor de deur. Sifre linkt de grimmigheid van zijn eerste EP al snel aan het huis. Veerman knikt: ‘Zaten we daar in de winter, zonder centrale verwarming., een beetje beats te maken. Muziek maken is voor mij ook veel frustratie. Wat duurt het godverdomme lang voor je weet hoe je je sound eruit krijgt. Zat ik weer op synthforums te surfen om allemaal gear uit te vogelen. Die weken dat je niks uit je vingers krijgt zijn dan wel geen verspilde tijd, maar het is wel een lijdensweg die je moet maken. Of lijdensweg, jezus, hoor me nou. Het is eigenlijk gewoon heel kut. Veel vervelen, heel veel kutmuziek maken. Ik maakte al lang muziek met een middelbareschoolvriend, maar deed daar verder niets mee. Gewoon leuk, dingen maken. Later zette ik iets van me zelf voor de grap op Soundcloud. Kreeg ik opeens een bericht van Mitchel Goor, van Common Threads. Of ik niet een release wilde. Nooit over nagedacht en geen idee hoe dat werkte, dus ik heb hem maar gewoon de WAV’s gestuurd, haha. Helemaal niet afgemixt.’

Zo lacherig als Veerman vertelt over zijn onprofessionele manier van werken vroeger, zo serieus is hij over hoe hij het nu aanpakt.  ‘Inmiddels maak ik gewoon kantooruren. Maandag tot vrijdag. Als je met die werkmodus de studio ingaat, is het veel makkelijker om dingen af te maken. Kijk, als ik een nummertje maak moet ik een hook hebben, een speels element. Dat maak je op je gevoel. Maar het afmixen. Pfff. Dat is toch wel echt het baalmomentje hoor. Geld om het iemand te laten doen is er niet. Met een oplage van vijfhonderd is er niemand die er aan verdient.’ Sifre zucht meelevend mee, voor in lachen uit te barsten.

De eerste release van Sifre kwam anders tot stand. Hij maakte al jaren muziek op zijn computer. Vooral loopjes, dingen toevoegen en dan weer een volgende maken. Maar nooit maakte hij iets af. Tot zijn huisgenoot een release kreeg. ‘Godverdomme, dacht ik’, lacht hij. ‘Op een goede manier hoor, maar godverdomme, dat wil ik ook.’ Veerman buigt weer voorover en vertelt fluisterend en bijna serieus, hoe de messen thuis geslepen werden en hoe Sifre overwoog hem te saboteren. Uiteindelijk ging het makkelijk. Op een feestje draaide hij zijn eigen track ‘Bestaan’, Mark van de Maat van Knekelhuis hoorde hem, en vroeg of er niet genoeg materiaal lag voor een EP.

Tekst gaat door onder de video.

Ze wonen dan wel niet meer samen, maar hun b2b-sets lijken nog op die tijd. Natuurlijk gaat het om het beste in elkaar boven halen, maar ook om ‘elkaar fokken’, zoals Veerman het uitlegt. ‘Sif had een poos zo’n Anne Clark die ik echt niet kon verdragen. Vreselijk vond ik die.’ Gniffelend hoort Sifre het aan. ‘Ging hij hem dus de hele tijd thuis draaien. Op een gegeven moment ging ik hem zelf ook draaien. En toen was hij er juist klaar mee.’

Sifre haakt aan. ‘Dat maakt het in onze b2b’s ook zo leuk, dat we de hele tijd heen en weer gaan met wat we tof vinden. Hij zit de laatste tijd weer in zijn italofase, terwijl ik er wat minder lekker op ga. En een poosje terug was hij klaar met EBM, terwijl ik helemaal zo was van oeeeh, EBMMMM!’ Wel zitten ze nu op een lijn over Michael Jackson. Sifre denkt al lang over om eens een ‘Jacksontje te pullen’, Veerman heeft afgelopen zondagochtend vol verbazing naar de video van ‘Earth Song’ gekeken. ‘Ik ga deze sowieso pullen. Wat een fucking geile plaat. Hij heeft allemaal schillen, wordt vetter en vetter. Op een gegeven moment denk je, hij kan hem niet aftoppen toch? Dat kan niet. En dan: snap, strijkorkestje aan de onderkant, yes yes yesss! Wat geil. Toen ze daar met zijn allen achter hun mengpaneel achter die glazen wand zaten, wisten ze echt wel dat ze goud in handen hadden hoor.'

Tekst gaat door onder de video.

'Wat een fucking geile plaat'

Zo zwalkt het gesprek alle kanten op, zoals altijd met vrienden die praten. Het ene moment gaat het over de ‘teringchaos’ bij de platenperserij die zorgt dat je plaat pas maanden later uitkomt (en er voor zorgde dat, hoewel eerder getekend, de plaat van Sifre op Knekelhuis pas later verscheen dan die op Artificial Dance), dan weer verbaast Sifre zich theatraal dat Veerman De La Soul niet kent (‘DE-LA-SOUL. Je gaat me niet vertellen, aah, nee, dit kan echt niet hoor. Ik zoek het nu op!’), het andere moment is er een discussie over de dood van Avicii. Volgens Sifre liet de docu zien hoe belangrijk het is om op je zelf te letten, voor Veerman was de hardheid van Joop van den Ende in Pauw over de tragische dood van de jonge Zweedse producer het meest opvallend. ‘Je moet niet fokken met depressies. Maar iedereen was zo vol aan het roepen hoe erg het was, en Van den Ende zei gewoon ijskoud: dan hadden hij en zijn team het niet in zich.”

De twee zitten dan wel in de lift, met elk weekend boekingen in binnen- of buitenland, het blijven nog jonge gasten met dingen die jonge gasten moeten doen. Scripties schrijven bijvoorbeeld. Alweer door toeval – en tussenjaren en een gezonde portie falen – beginnen ze er in september allebei aan. Veerman studeert Cultureel Erfgoed, ‘dus dat wordt een lekker geschiedkundige dieptescriptie.’

En Sifre studeert tot zijn spijt nog Muziekmanagement aan de HKU, waar hij niet heel gelukkig van wordt en waar hij door alle weekenden weg ook maar moeilijk weer inkomt. Een onderwerp kiezen wat hij zelf leuk vindt, wordt de truc. Veerman haakt meteen aan: ‘Wel echt mooi, als mensen slimme dingen kunnen zeggen over muziek.’ ‘Nou, dan ben je bij ons aan het verkeerde adres’, kaatst Sifre hem direct terug. ‘Wat is het slimste dat je laatst gezegd hebt?’ komt zijn oud-huisgenoot terug. ‘Ik kan het me niet herinneren.’ Iets later wel, als Veerman na een lange klaagzang van Sifre over diens studie concludeert dat hij dus maar iets is gaan studeren om te studeren. Hij valt even stil: ‘We hebben hem! Dit is het slimste wat ik deze week gezegd heb.’ Sifre klapt grinnikend voorover. ‘Jij hebt hem opgenomen toch?’

Job Sifre en Identified Patient staan allebei op zondag in de UFO II tent op Dekmantel Festival. Op vrijdag draait Identified Patient ook al in de Boiler Room. Op Lowlands zal Job Sifre de vrijdagnacht in de X-Ray openen. 

‘Wat is het slimste dat je laatst gezegd hebt?'