Ook dit jaar opent Dekmantel Festival met een eregast uit de geschiedenis van de elektronische muziek: de Duitse synthesizer pioniers Tangerine Dream, een oergroep die al vijftig jaar bestaat. Maar wacht even: oprichter en enig constante lid Edgar Froese overleed begin 2015. De huidige bandleden traden allemaal pas in het nieuwe millennium toe. Brengen zij het erfgoed van Froese naar de toekomst? Kan dat?

Kun je als band verder zonder je frontman? Het blijft een van de grootste vraagstukken uit de popgeschiedenis. Een urgent vraagstuk bovendien, nu meer en meer grote pioniers in de laatste fase van hun leven belanden. Kun je door als je je gezicht verliest? In de meeste gevallen luidt het antwoord simpelweg: nee. Met het gezicht en de stem sterft de muziek. Maar er zijn tegenvoorbeelden. AC/DC bijvoorbeeld, dat na de dood van zanger Bon Scott alleen maar groter en succesvoller werd. Het is moeilijk, maar het kan. Maar laten we een stap verder gaan: kun je ook verder zonder ook maar een enkel origineel lid in je bezetting? Kan dat?

Edgar Froese werd geboren op een belangrijke dag in de geschiedenis van Europa: 6 juni 1944. Op de dag dat in Normandië de ineenstorting van het Duitse Rijk begon, werd in het Oost-Pruisische Tilsit een zaadje gepland voor een nieuwe toekomst. Ruim twintig jaar later richt Froese in Berlijn Tangerine Dream op. Hij waart eind jaren zestig rond in de creatieve kring rond het Zodiak Free Arts Lab, een podium waar experimentele muziek op Duitse leest geschoeid centraal staat. Dat wil zeggen: muziek die niet gebaseerd is op rock ’n roll, maar verwant is aan het minimalisme van Karl-Heinz Stockhausen en Philip Glass. Abstracte muziek waarbij gelaagde herhaling veel belangrijker is dan ordinaire coupletjes en refreintjes.

Tangerine Dream

Een van de oervaders van de elektronische muziek werd in 1967 opgericht in Berlijn.
In vijf decennia maakte Tangerine Dream meer dan
100 albums van ambient tot instrumentale prog tot krautrock en vele, vele soundtracks.
In 2015 overleed het enige constante lid van de groep:
Edgar Froese.

In vijftig jaar maakte Tangerine Dream rustig honderd albums, waaronder een heleboel soundtracks. En dan tellen we nog niet eens de solo-albums die Edgar Froese maakte, of de releases van andere indivuele leden. Waar in hemelsnaam te beginnen? Bij deze playlist natuurlijk, dat spreekt voor zich. Maar we vroegen ook een aantal liefhebbers uit de dance scene naar hun favoriete Tangerine Dream-stukken.

Palmbomen II

'Love On A Real Train'
'Deze track uit Risky Business (1983) met Tom Cruise is voor mij toch wel echt hét voorbeeld van hoe muziek voor films gecomponeerd zou moeten worden.'

2000 And One

'Rubycon Part I'
'Tangerine Dream is wat mij betreft de bakermat van de elektronische muziek. Hun meesterwerk Rubycon uit 1975 zit vol met elementen die duidelijk maakt waar de hedendaagse techno/ambient vandaan komt.'

Jordan Czamanski (Juju & Jordash)

'Kiew Mission'
'Ik heb een actuele keuze gemaakt omdat deze song min of meer over een kernoorlog gaat. Maar de belangrijkste reden dat ik graag naar dit album luister zijn de prachtige PPG synths (vroege digitale monster synths) en een Roland TR808 in de mix met Tangerine Dreams' vaste arsenaal uit de jaren zeventig. Dit wil ik super hard horen!'

Woody

Near Dark soundtrack
'Toen mij werd gevraagd om je favoriete track uit te kiezen dacht ik eigenlijk aan een die ik nu niet ga kiezen, dat is 'Invisible Limits'. Een track die alles bevat wat Tangerine Dream voor mij is. Maar ik heb de soundtrack uit de film Near Dark (1987) gekozen omdat dit iets is want ik nog nooit had gehoord toen ik Tangerine Dream bestudeerde. Het ritme en de geluiden spreken me heel erg aan. Het is echt iets anders. MAAR! Zoek die andere ook op als je Tangerine Dream wilt horen!'

Job Jobse

'Polish Dance'
'Ik heb altijd een enorme zwak gehad voor het album “Poland”, een live registratie van het bijzondere concert in Warschau, Polen (in de jaren '80 was Tangerine Dream één van de eerste grote Westerse bands die in een communistisch land mocht optreden, omdat hun muziek geen tekst had). De hele b-kant “Tangent” is fantastisch en dan met name “Polish Dance”. Het is misschien wel het meest poppy Tangerine Dream nummer ooit gemaakt, en een tikkeltje over de top, maar zo onweerstaanbaar catchy.'

De beste leermeester

De meeste Tangerine Dream-stukken zijn zelfs helemaal instrumentaal, en aan de drie-minuten-standaard voldoet de band al helemaal niet. Toch was de band succesvol. Vele duizenden albums werden verkocht. Opmerkelijk in ons huidige muziekklimaat, maar naast de progressieve rock van Pink Floyd of Yes ook weer niet zo vreemd. En Tangerine Dreams muziek mag dan instrumentaal zijn, ontoegankelijke avant-garde is het in de meeste gevallen niet. Het is muziek die associaties oproept met dromen of ruimtereizen, er is ruimte voor melodie. Het is - om het maar eens even simpel te zeggen - mooie muziek, geen afstotend experiment.

Toen Tangerine Dream halverwege de jaren zeventig klassieke albums Phaedra en Rubycon uitbracht was Thorsten Quaeschning nog niet eens geboren. Tangerine Dream legde met die albums de basis onder de ambient techno en gaf progrock een abstracte elektronische vertakking. Terwijl de band jaar na jaar albums uitbracht - in de jaren tachtig en negentig vooral veel soundtracks - ontwikkelde Berlijner Quaeschning zich in eerste instantie tot klassieke muzikant, om vervolgens in de gothic rock en progressive rock te belanden. Zonder dat hij het wist kwam hij in 2003 op het wensenlijstje van Edgar Froese terecht. ‘Zoals je weet heeft Tangerine Dream in de loop der jaren heel veel verschillende samenstellingen gekend’, legt Quaeschning uit. ‘En Edgar was op zoek naar muzikanten voor een klus van veertien dagen in zijn studio in Wenen. Het was heel belangrijk voor Edgar om muzikanten te vinden die precies het juiste instrument bespelen. Dat maakt het veel makkelijker om bestanden door te sturen.’ Oftewel: zonder dat-ie het wist had Quaeschning het perfecte cv voor Tangerine Dream. Daar kwam bij dat hij door zijn klassieke opleiding muziek kon schrijven, beter dan de meester zelf.

Meester ja, zo omschrijft Quaeschning de Tangerine Dream-bandleider. ‘De beste leraar die ik me kon wensen. Toen ik hem ontmoette was ik in de twintig en hij in de vijftig. Hij behoort bij de tien, twintig mensen die de elektronische muziek eigenhandig uitgevonden hebben. Hij kent elk detail van elk instrument, heeft alles gezien en iedereen ontmoet.’ Geen wonder dat bij nieuwe bandleden een soort heilig ontzag groeide, en dat de koers die Froese uitzette uiteraard uitgevoerd werd. Zo besloot Froese dat hij Tangerine Dream terug wilde brengen naar de roots, naar de symfonische elektronische experimenten van de jaren zeventig, maar dan qua sound aangepast aan onze tijd. Het betekende in elk geval dat de samenstelling van de band op de schop ging. Weg met de gitaren en percussie. ‘Met symfonische muziek bedoelde hij niet symfonische instrumenten, maar een manier van componeren. In die tijd sloot Ulrich Schnauss zich aan bij de band.’ Het derde lid op dit moment is een Japanse vrouw genaamd Hoshiko Yamane.

Tekst gaat verder onder de afbeelding.

Grand Theft Auto

Met die shift maakte Froese een einde aan een reeks kitscherige albums die Tangerine Dream eind jaren negentig, begin 2000 maakte. We vergeten de experimenten met trommeltjes en saxofoons en de fluwelen new age-zachtheid. En we constateren dat Tangerine Dream juist op een interessant moment in zijn geschiedenis stond toen Froese stierf. Een bijzonder productief moment ook, want de band werkt als een dolle, met een gemiddelde van drie albums per jaar. ‘Zelfs op kerstavond stuurde Edgar je rustig een Dropbox-map met nieuwe schetsen’, zegt Quaeschning. ‘Er zijn nog harde schijven vol met ideeën.’ Hij omschrijft het werkethos van de band. Froese was veeleisend, en dat zet de nieuwe leider voort. ‘Die eerste twee weken dat ik met hem werkte woonde ik in de studio. Ik ben in die periode niet buiten het huis geweest. Daarna kreeg ik een appartement aangeboden in het huis van Edgar. Ik woonde daar zo’n zes maanden per jaar. De overige maanden gingen we op tour, of deden we even wat anders om de mensen die dat nodig hadden adempauze te geven. Tangerine Dream werkt nog steeds zo. Tijdens de opnames van Quantum Gate stond het bed van Ulrich naast de drumkit.’

En toen ging Froese dood. Hij was weliswaar zeventig, maar zijn overlijden kwam volgens zijn nabestaanden toch volslagen onverwacht. Maar of Tangerine Dream met hem het graf in zou verdwijnen was niet eens een vraag, zegt Quaeschning. Eigenlijk had Froese zelf allang besloten dat de band door moest zonder hem. ‘Of zoals oud-lid Peter Baumann het eens zei: het concept is belangrijker dan de band. Een idee kan wel honderd jaar leven, veel ouder dan wij.’ Froese’s weduwe steunt de voortzetting, net als Baumann. Froese’s zoon Jerome - ook voormalig bandlid - vindt het maar niks. Hij noemt het opportunisme. ’Mensen hebben mij vaak gevraagd of ik het stokje over zou nemen als mijn vader met pensioen zou gaan. Ik heb altijd "nee" gezegd, en daar blijf ik bij. […] Tangerine Dream was mijn vader. Mijn vader is dood en dus Tangerine Dream ook.’

Maar laten we nu eens mee gaan in de gedachtengang van de band. Zo moet je Tangerine Dream dus zien, als een concept, als een visie op muziek, die voortgedragen wordt door mensen met herinneringen. Daarmee is het anders dan bijvoorbeeld een orkest dat werk van Beethoven uitvoert zonder een persoonlijke connectie met de componist. Het is anders dan de tribute bands die we steeds vaker in popzalen tegenkomen, en die het oeuvre van bands uit het verleden - van Bob Marley tot Queen - naar hun publiek brengen. Eerder doet het denken aan bijvoorbeeld Sun Ra Arkestra, de jazzband die bijna dertig jaar na het overlijden van de naamgever nog altijd optreedt. Zou het toeval zijn dat ook die band er een bijzonder kosmische visie op muziek op na houdt?

Wordt het een goed concert? Mist Tangerine Dream het charisma en het leiderschap van Edgar Froese of kan Quaeschning als nieuwe leider opstaan? Het antwoord zou kunnen liggen in het werk dat Tangerine Dream na de dood van Froese uitbracht: Quantum Gate/Quantum Key, een uitgebreid album dat inderdaad zo’n beetje behelst wat Quaeschning beloofde: muziek die doet denken aan het klassieke Tangerine Dream, en die toch echt voelt als hedendaags. Dat kan natuurlijk ook best, want juist het werk uit eind jaren zeventig, begin jaren tachtig wordt op het moment zeer gewaardeerd. Een producer als James Holden grijpt terug op het klassieke krautrockgeluid van de jaren zeventig, terwijl hun soundtrackgeluid uit begin jaren tachtig terug in de spotlights staat dankzij Stranger Things. Filmregisseur John Carpenter - die ook waanzinnige elektronische soundtracks componeerde - tourt zomaar voor het eerst de wereld rond als muzikant. En Tangerine Dream zelf, dat belandde in 2013 op de soundtrack van de super populaire videogame Grand Theft Auto V, een spel waarin je als carrièregangster auto’s kunt jatten waarin je vervolgens de meest uiteenlopende (en coolste) radiozenders in kunt schakelen. ‘Meer dan zeventig miljoen exemplaren verkocht’, lacht Quaeschning. ‘Probeer dat maar eens voor elkaar te krijgen met een album!’

Tangerine Dream opent woensdag 1 augustus Dekmantel Festival in het Muziekgebouw Aan ’t IJ. Die avond treedt ook Four Tet op. De donderdag is een volledige festivaldag in diverse zalen rond het IJ. Vrijdag, zaterdag en zondag verplaatst het festival naar het Amsterdamse Bos.