Veel improvisatie dus. Hoe werkt dat als je een podcast maakt? Neem bijvoorbeeld de BBC Essential Mix, die uitgeroepen werd tot de beste van 2017. Zo’n mix moet precies twee uur zijn om in de radio-uitzending te passen. Ik neem aan dat veel dj’s daar eindeloos op sleutelen. Jij ook?
‘Een beetje van beide. Ik begin gewoon te draaien, kijken waar het moment me brengt. Dan blijkt dat ik ver over de tijd ga, dus moet ik schrappen. Ik houd over wat het best werkte. Vervolgens neem ik hem in een keer op. Ik maak in elk geval zeker geen mix met de computer. Ik hou nu eenmaal van de ruwheid van echte mixen. Daarom ben ik ook zo gek op DJ Stingray, die soms twee platen gewoon over elkaar duwt. Het is 100 procent strak wat hij doet, maar het klopt niet altijd, het wringt.’
Heb je wel eens een back to back met Stingray gedaan? En is dat dan heel ingewikkeld omdat hij zo specifiek draait? Heel snel, hoog tempo.
‘Een paar keer, ja. Zijn manier van draaien maakt het juist makkelijk, want je weet precies waar je op aan moet sluiten. Ik deed er laatst een met Ben UFO, dat is veel ingewikkelder, omdat hij alle kanten op kan. Soms moet je dan zeggen: draai er alsjeblieft nog een, ik weet het even niet. Het kan een puinhoop worden, zo’n back to back, maar ook heel tof. Het grootste risico is dat je veilig gaat draaien. Je kunt de ander niet opzadelen met een hele weirde break of een tempowisseling.’
Hoe lang heb jij dezelfde platen bij je?
‘Het hangt er een beetje vanaf hoeveel platen ik die maand gekocht of toegestuurd heb gekregen, maar gemiddeld wisselt alles om de maand. Dat wil zeggen: er zijn ook platen die ik maar een keer draai, en favorieten die er twee jaar in blijven zitten. Zo heb ik een track van FUSE/Richie Hawtin die fantastisch werkt als transitie tussen techno en electro/EBM. Het is een echte classic, maar ik ben even kwijt hoe ie heet. Gek hè, soms weet ik niet eens de tracknaam, ook al vind ik het nog zo goed. Dan kijk ik naar het label om hem te herkennen.’
Als ik in platenzaken kom verbaas ik me er wel eens over dat al die 12 inches geen artwork hebben. Hoe hou je ze dan uit elkaar als je snel moet zoeken?
‘Om eerlijk te zijn gooi ik het artwork er meestal af, dat scheelt ruimte in mijn tas. De releases op mijn label hebben ook geen artwork, wel verschillende kleuren labels als onderscheid. Dat is toch de manier waarop je zoekt. En ik onthoud waar ongeveer ik een plaat in de tas heb zitten. Tracks die ik na elkaar wil draaien zet ik vast na elkaar in de tas. Het wordt lastig als je te veel test pressings hebt, die er allemaal exact hetzelfde uitzien. Dan moet je echt gaan markeren met stickers of stiften.’
Ben je zuinig op je vinyl?
‘Medium. Je hebt van die dj’s die hun platen voortdurend poetsen en die de perfecte hoezen kopen om ze goed te houden. Zo ben ik niet, ik pak ze gewoon vast, slinger ze terug in hun hoes. Maar ik draaide laatst met Umwelt in Parijs, toen hij klaar was met draaien lag de grond bezaaid met platen. Zo erg nu ook weer niet.’
Je carrière is de laatste jaren in een flow gekomen. Je naam is in korte tijd gevestigd, podia worden steeds groter. Hoe voelt dat? En wanneer merkte je het voor het eerst?
‘De eerste keer dat er iets veranderde was toen mijn eerste album uitkwam. Tot dat moment had ik mooie boekingen, maar weinig in het buitenland. 2013 was het jaar van de push, 2014 van de continuïteit. Toen ontstond in 2015 weer een nieuwe push. Het bleek nog harder te kunnen gaan. Ik weet nog dat mijn agent zei: we moeten je fee verhogen. Ik heb gezegd: nee, doe alsjeblieft niet. Ik had het gevoel dat ik er nog niet klaar voor was, ik wilde de piek nog niet zo snel bereiken. Nu, twee jaar later, blijkt dat dat de piek nog helemaal niet was. Het beste is dat ik me op elk moment goed heb gevoeld waar ik was. Ik hoefde niet zo nodig beroemd te worden.’
Kom je al op het punt dat je compromissen sluiten omdat de tenten groter zijn?
‘Dat gevoel heb ik niet, maar het is lastig te zeggen. Het zou zomaar kunnen dat je bepaalde platen thuis laat, omdat ze niet werken. Dat heeft te maken met het publiek, maar ook met het soundsystyem in grote tenten. Mooie melodieën bijvoorbeeld, die hoor je soms gewoon niet. Andersom ook: in een kleine zaal kan een productie veel te vol klinken. Het heeft wel als resultaat dat ik bepaalde platen die ik tien jaar geleden gekocht heb nu eindelijk kan draaien. Maar om terug te gaan naar je vraag: soms draai je iets omdat moment het ingeeft. Dat kan ook een andere track zijn dan je eigenlijk van plan was, soms zelfs een track die je eigenlijk niet zo goed vond. Het risico is dan dat je de liefde van het publiek gaat verwarren met je eigen liefde.’
Is dat zo slecht? Het kan toch gebeuren dat je een plaat pas op waarde kan schatten in de juiste context?
‘Dat is waar. Sommige dingen passen gewoon goed bij een groot publiek. En mijn publiek wordt dan wel groter, ik sta wel op festivals waar altijd wel een paar dj’s staan die vergelijkbaar met mij zijn. Ik sta niet in mijn eentje tussen de commerciële dj’s op Tomorrowland.’
Dave Clarke vertelde dat hij op Tomorrowland harder draait dan normaal, gewoon om zichzelf te bewijzen.
‘Ja, dat kan natuurlijk ook. Ik ben ook altijd verrast als ik Nina Kraviz zie draaien, die neemt toch altijd ‘uitdagende’ platen mee. Weet je wat, als ze me vragen en genoeg geld bieden, wil ik het best proberen!’
Helena Hauff debuteert aanstaande zondag in De School. Later dit jaar staat ze onder meer op Unpolished in de Elementenstraat en op Dekmantel Festival.