De telefoon van Gorik gaat. Hij zucht.
‘Sorry. Mama... mama, ik ben in een interview! Ça va, wat is er?’ Door de telefoonspeaker: ‘Niks, ik bel gewoon om te weten hoe dat het gaat.’ Gorik: ‘Ik ben goe, ik ben goe. Ik zit in de studio. Bel me morgen, bisou bisou bisou bisou! Je t’aime, hè?’ Hij hangt op en richt zich tot ons. ‘Ja, mijn moeder hè? Ik ben haar al de hele week aan het negeren, nu blijft ze bellen.’
De twee barsten in lachen uit, om toch meteen serieus verder te praten: zowel Zwangere Guy (vooral met ‘Gorik, Pt. 1’ en ‘Beter Leven’) en S10 (met Antipsychotica) brachten muziek uit waarbij ze álles op tafel legden. Hun pijnlijke familiegeschiedenis, hun geestelijke gezondheid en hun verleden in de psychiatrie. Luister hun laatste albums en het gaat er nog steeds wel over, maar in abstractere termen, minder direct en meer universeel gericht. Want ja, ze zijn weleens bang geweest dat ze teveel hebben verteld in hun muziek.
Stien: ‘Ik ben ooit zo eerlijk geweest, dat het me vaak in kutposities brengt. Ik vind het lastig dat mensen denken dat ik helemaal batshit crazy ben.’
Gorik: ‘Echt waar? Ik vind het juist aangenaam als mensen denken dat ik helemaal gek ben. Ik ben niet zot, hè? Ik probeer er niet teveel op te letten: als het eerlijk en hard is, en het rijmt nog ook? Dan moet je er verder niet teveel over gaan nadenken. Take me as I am.’
Stien: ‘Nou ja, heel veel mensen zien me als het boegbeeld van de psychiatrie. Maar als je mij kent? Niemand in mijn omgeving denkt: “Stien zit altijd wel een beetje op het randje.” Dat verleden is zo’n klein percentage van wie ik ben en hoe ik denk over het leven. Ik heb al heel lang geen last meer van die dingen, dan is het best zwaar als zoveel honderden mensen iets van je verwachten op dat vlak. Dat kan ik helaas niet bieden. Behalve door muziek te maken, shows te geven en af en toe eens met iemand te praten als dat kan. Maar… ik ben er wel een beetje bang van geworden, ik ben terughoudender geworden.’
Gorik zucht. ‘Ja, dat herken ik. Ik heb wel 500 of 600 mails en berichten gekregen met mensen die een antwoord verwachten, organisaties die vroegen of ik peter wilde worden, mails van het weeshuis. Ik krijg vragen of ik op een begrafenis kan komen optreden. “Wow wow wow wow”, dacht ik, “waar gaat dit naartoe?” Ik heb gewoon mijn verhaal verteld. Maar goe, “Gorik, Pt. 2” is nog altijd niet uit, omdat ik schrik heb gekregen. En er zijn nog altijd fans die me berichten sturen: “Gorik Pt. 1 is het beste dat u ooit hebt gemaakt, de rest is slecht.” Daar denk ik liever niet aan.’
Stien: ‘Ik vind het supersick dat mensen zoveel voelen bij onze muziek, hè? Het is niet dat ik denk: “Rot op met die gevoelens.” Maar ik kan niet tegen iedereen zeggen: “Oh, nou, neem me maar helemaal in.” Ik speelde “Handen Van Mijn Moeder” op tv, en de weken daarna kreeg ik heel veel aanvragen voor begrafenissen. Eerst dacht ik: ik moet er gewoon zijn voor deze mensen. Maar dat is niet mijn verantwoordelijkheid. Ik schrijf een liedje over mijn moeder en mijn jeugd, wat mensen daarbij voelen? Daar sta ik los van. Het klinkt egoïstisch, maar ik vind dat je als artiest egoïstisch mag zijn.’