Hier in de stad,
komt de maandag te vroeg
en het salaris te laat,
lest de regen de dorst van de stenen op straat.
Dicteert het deurbeleid dat je aan bent en op dreef.
Wie prikt de ballonnen stuk op het hoogtepunt van het feest?
Hier in de stad,
lijkt kleur bekennen toch de sleutel tot succes,
grijpen goudzoekers de macht
en bouwen tempels op de berg.
Soms beminnen we elkaar door wat afstand en een beetje
net genoeg om niet alles te hoeven weten.
Hier in de stad
lijkt de hemel lager,
maar ze voelt verder af.
Hier in de stad,
waar de weerwolven nog lijken op jonge honden in een kennel.
Wie valt op, wie wordt eruit gepikt, wie straalt nog,
wie gaat los en stopt net voor het allerlaatste zetje?
Energieën liegen niet en tralies doen iets met je.
Hier in de stad,
leer ik geduld,
dromen worden onthuld.
Ik troost haar als ze huilt en die belofte maakt schuld.
Laat ze me zo af en toe geloven dat ik vlieg
en word ik beroofd in daglicht door haar verdriet.
Hier in de stad
lijkt de hemel lager,
maar ze voelt verder af.
(Wende)
Hier deze stad bouwt stap voor stap,
breekt alles af, blijft niets bestaan,
maar wie niet waagt, wint nooit, dus ga.
Blijf lopen, blijven rennen.
Hier deze stad telt af tot tien.
En wie niet weg is, kom we gaan.
In deze stad ben je zo af.
Blijf lopen, blijven rennen.
Hier in de stad,
sleep ik de zon achter me aan als een kind dat niet mee wil,
langs boetiekjes met een bakfiets vol grasland en bomen.
Ik wil je graag geloven, ver boven alles alles uit,
maar ik zie je licht branden, heb aangebeld, maar niemand thuis.
Hier in de stad.
De buren zullen denken, geroddel in de buurt.
En de voetstappen die zich haasten naar een volgend avontuur,
dansend door de brede poort, de smalle wordt bewaakt,
daar ben je kwetsbaar, je wilt niet worden geraakt.
Hier in de stad
lijkt de hemel lager,
maar ze voelt verder af.
En ja ze lacht, ze lacht, ze lacht niet meer om mijn grappen.
Ze lacht, ze lacht, ze lacht naar de hele wereld maar niet naar mij.
Ze lacht, ze lacht, ze lacht en als ik vraag “wat is er’’?
Dan zoekt ze naar woorden en kijkt ze naar mij en zegt “niets hoor,
’t is niet belangrijk’’.
(Wende)
Hier deze stad bouwt stap voor stap,
breekt alles af, blijft niets bestaan,
maar wie niet waagt, wint nooit, dus ga.
Blijf lopen, blijven rennen.
Hier deze stad telt af tot tien.
En wie niet weg is, kom we gaan.
In deze stad ben je zo af.
Blijf lopen, blijven rennen.
Hier in de stad
lijkt de hemel lager,
maar ze voelt verder af.