De kop is eraf! We maken na de Lowlands vrijdag de balans op en kunnen wel stellen dat onze eigen De Staat goede zaken doet als headliner. Maar er zijn meer hoogtepunten. Zo imponeerde ook de laatste show ooit van The Good, The Bad & The Queen.

Frontman Grian Chatten heeft zich niet aangepast aan de nieuwste weerberichten en staat nog in een lange trui en een broek met zakken. Naast zijn donkere praatzang vallen de kleine nerveuze trekjes op, een soort ongemak dat hij omzet in een bijtende voordracht van zijn teksten. Ze staan in fraai contrast met de solide band achter hem, die onverstoord speelt, een beetje zoals je dat kent van bands als Fucked Up en Les Savvy Fav. Los van elkaar, en toch wel degelijk een geheel. 

>>>lees verder

De hype blijkt hartstikke terecht. Ook de andere nummers van The Chats zijn namelijk onweerstaanbare energiebommen die aan elkaar hangen van dikke baslijnen, snelle gitaarriffs en nonchalante drumpartijen. Sandwith voorziet ze stuk voor stuk van half verstaanbare teksten met zijn kapotgerookte en -gedronken stem. Hij heeft het over longinfecties, masturberen en te weinig geld hebben voor een buskaartje. Maar eigenlijk maakt het niemand iets uit waar hij het over heeft: al bij het tweede nummer gaat de moshpit open en tikken de crowdsurfers zo'n beetje het bezwete plafond van de X-Ray aan. 

>>> lees verder

De crowdsurfers vliegen in het rond, en de frontman van PUP zelf? Die springt al vroeg over het hek de X-Ray in. Niet tijdens een explosief moment, maar juist in een emotioneel meebrul-rustpunt. Hij wordt op handen gedragen, natuurlijk, en iedereen zingt met hem mee. En daarna? Daarna wordt de moshpit pas echt wild. De tent is niet ramvol – sterker nog, er zijn best wat mensen die afdruipen omdat dit op vrijdagmiddag toch effe iets te heftig is – maar wie blijft plakken, wordt getrakteerd op een supergoeie punkrockshow. 

>>> lees verder

 

De muziek van het viertal sluit daar naadloos op aan. Vanaf opener ‘Merrie Land’ lijkt de tent daadwerkelijk in die mysterieuze pier te veranderen, inclusief een kermis met soundtrack van licht psychedelische britpop. Albarn dwaalt ondertussen over het podium als een knotsgekke circusdirecteur, met zijn handen in de lucht. Eerst duikt hij achter de piano, dan grijpt hij naar zijn melodica of de akoestische gitaar in het ontroerende ‘Ribbons’. Alle puzzelstukken vullen elkaar voortdurend perfect aan, het geheel klinkt als een klok.
>>> lees verder

Wat De Staat vanavond biedt is één groot zinneprikkelend feest. De band stijgt gewoon op, in het geval van Torre Florim soms letterlijk. Het lijkt alsof alles wat de band in jaren heeft opgebouwd, samen komt op deze plek. Niet alleen opbouw van oeuvre, ook de opbouw van theatrale spanning. Bij elk nummer zijn Florim en zijn band op zoek geweest: hoe leveren we telkens een nieuwe presentatie. Is het niet muzikaal, dan zit het in beweging. Zit het niet in beweging, dan zit het in het licht. Florim loopt niet als een showman vooruit op de catwalk, hij heeft juist een wankel loopje zodat het publiek in de gaten blijft houden wat er gebeurt. Daar ligt voor hem ook een uitdaging: hoe houd je de balans tussen het theatrale showmanschap en ben je gewoon de zanger van een stevige rockband.

>>> lees verder