Ruim een jaar geleden vloog de auto van Dave Clarke vlakbij een Servisch vliegveld van de weg. Een uur later zag hij half versuft vanuit het vliegtuig de ravage op de weg beneden zich. Sindsdien richt hij zijn dagelijkse bestaan heel anders in. Minder optreden, meer produceren. Niet zo gek om eens te evalueren, want Clarke was al zo’n beetje drie decennia non-stop aan het reizen. De laatste ADE-special van De Kunst van de DJ is met een ware technoveteraan.

Sommige dingen veranderen niet. Elk jaar viert Dave Clarke zijn verjaardag in club FUSE in Brussel, op Amsterdam Dance Event is de vrijdagavond in de Melkweg traditioneel voor hem. Dat is dit jaar niet anders, en tegenwoordig neemt ie zelfs de zaterdag erbij voor een meer electro gericht dag-event. Dave Clarke is niet te stoppen, zou je zeggen nu ie ook voor het eerst in jaren aan album uitbrengt: The Desecration Of Desire. Maar voor Dave Clarke stonden de laatste jaren juist in het teken van een hoop veranderingen, die zijn koers als dj mede bepalen. We spreken hem over de overstap van vinyl naar digitaal, het zwarte techno-uniform, als credible dj draaien op Tomorrowland en natuurlijk zijn auto-ongeluk dat zijn leven letterlijk en figuurlijk opschudde.

Je hebt veertien jaar geen album gemaakt. Waarom nu wel?
‘Ik ben een paar jaar geleden uit Engeland vertrokken, en het kostte me een paar jaar om mijn studio hier op te bouwen. En niet alleen mijn studio, ook mijn sociale leven. In Engeland heb ik altijd op mezelf gewoond, heel geïsoleerd. Ik heb een tijdje in Parijs gezeten, en daarna dus in Amsterdam. Maar de mensen waarmee ik omging hadden vaak maar weinig te maken met de muziekindustrie. Dat wilde ik ook niet. Ik wilde geen ‘Berlijns’ leven. Het geeft je een veel meer gebalanceerde blik op het leven als je vrienden niets te maken hebben met wat je doet.’

Had je wat in te halen?
‘Ik ben heel snel opgegroeid ja. Op mijn vijftiende was ik al heel volwassen. Veel mensen van die leeftijd denken: wat zal ik eens gaan doen, werken, reizen, studeren. Ik had geen keuze, ik ging het huis uit en had al jong banen. Die sociale periode in je leven die veel jonge mensen hebben, heb ik overgeslagen. Het is de periode waarin je je ‘peer group’ zoekt.’

Je hebt zeker geen techno-album gemaakt. Zijn er überhaupt tracks die in je set passen?
‘Ik heb ‘Charcoal Eyes’ gedraaid op Pukkelpop. En ik heb Terrence Fixmer gevraagd een remix te maken, zodat ie in een techno-set past. Mijn hele verleden zit in dat album, van hiphop tot alternative tot new wave. De belangrijkste vereiste was: hoe kan ik het best mezelf zijn. Ik heb het album geschreven alsof het een boek was, hoofdstuk na hoofdstuk, van begin tot eind.’

Je zegt over het album: dit is de eerste keer dat ik zonder compromissen gewerkt heb. Wat voor compromissen maakte je in het verleden?
‘Bij het maken van mijn eerste album was ik nog alles behalve volwassen als artiest. Het was geen expressie van mezelf als persoon. Bovendien was er een technologisch compromis, omdat mijn studio nog niet zo was als ik hem wilde. Een studio is een verlengde van je persoonlijkheid. Bij Devil’s Advocate had mijn studio echt een vlucht genomen. Ik maakte in die tijd een hoop remixes, onder meer voor Depeche Mode. Technologisch was het een grote stap vooruit, maar ik zat tijdens het maken in een nare scheiding, die veel energie kostte. Dan zat ik een paar daar om mijn tracks te masteren, en dan stond er weer een koerier voor de deur met een document dat ik per se die dag moest tekenen. Ik werd echt gebombardeerd met dat soort dingen, het was een verschrikkelijke tijd. Als ik terugkijk op dat album denk ik: gezien de omstandigheden is het niet slecht. Nu had ik meer vrijheid dan ooit. Ik voelde me comfortabel in mijn studio en met mijn leven. Het album vat twee jaar van mijn leven in emotionele muziek.’

Je begon je dj-carriere in het vinyltijdperk. Vervolgens switchte je naar Serato. 
‘Nou, eerst stapte ik over naar cd’s, omdat computers nog niet betrouwbaar genoeg waren. Een vriend van me heeft al mijn tracks van vinyl overgezet naar cd. Dat kostte hem een eeuwigheid, en met name de Chicago booty sectie was een opgave. Acht dagen lang hoorde hij alleen maar ‘work it, jerk it’. Ik werkte in die tijd met Technics CDJ’s, omdat ik de Pioneers niks vond. Die van Technics waren briljant op een paar haperingen na. Omdat ze nooit genoeg marktaandeel hadden, lukte het ze niet die op te lossen. Op een gegeven moment zei een goede vriend van me: waarop probeer je geen Serato?’

Hoe werkte dat?
‘Je had blanco platen met tijdcodes, waarop je digitale files in kon laden, maximaal 15 minuten en 40 seconden. Zo ging van de platen een digitaal signaal naar de mixer. Daar zat wel altijd wat vertraging in. Tegenwoordig plug ik mijn Macbook met Thunderbolt direct in het mengpaneel en de usb in de CDJ’s. Wat een verschil met die kisten met platen die ik vroeger meezeulde. Negentig platen in twee kisten, die af en toe kwijt raakte. Daarom stopte ik altijd zoveel mogelijk in mijn rugzak. In de club bleef ik soms expres net iets te lang op het toilet zitten, omdat ik me niet zo comfortable voelde om twee uur te draaien met negentig platen. Liever een uur en vijftig minuten. Nu neem ik een SD-kaart mee waar 512 GB op past.’

Mensen kennen de vaste trucs van een dj wel: de kick eruit en terug laten komen, dat soort dingen. Wat is jouw favoriete minder voor de hand liggende truc om een dansvloer te bespelen?
‘Ik ga natuurlijk mijn geheimen niet prijsgeven.’

Techno beweegt zich steeds meer naar de mainstream. Hoe ga jij daar mee om?
‘Ik krijg veel gezeik van promotors omdat ik Tomorrowland gedaan heb. Maar voor mijn gevoel is dat hetzelfde als een major label deal tekenen. Zolang niemand je vraagt iets te veranderen, is daar niets mis mee.’

Draai je op Tomorrowland echt dezelfde set als ergens anders? Iemand als Kölsch zegt dat ie zich wel degelijk aanpast.
‘Ja! Sterker nog, ik heb de neiging nog een stukje harder te draaien. We zijn hier nu toch, kom maar op! Ik weet dat dj’s als Kölsch en Seth Troxler dat wel doen, maar ik verander nooit wat.’

Jij zegt eigenlijk: beoordeel me niet op een Tomorrowland boeking, maar op wat voor set ik daar draai.
‘Precies. België is een belangrijk territorium voor me. Ik draai daar al heel lang, langer dan in Nederland. En je moet ook niet onderschatten hoeveel mensen per ongeluk je tent binnen lopen en wiens leven je verandert. Holy shit, ik wist niet dat deze muziek bestond.’

‘Ik krijg veel gezeik van promotors omdat ik Tomorrowland gedaan heb. Maar zolang niemand je vraagt iets te veranderen, is daar niets mis mee.’

Toen jouw carrière begon waren dj’s nog geen supersterren. Wat heeft dat voor jou veranderd?
‘Er is heel veel veranderd. Toen ik voor het eerst superster-dj genoemd werd, voelde ik me daar heel ongemakkelijk bij, maar je had als dj wel impact. Ik kon een act als Fisherspooner breken door hun track een hele zomer te draaien en in mijn dj charts te zetten. Dj’s draaiden elkaars muziek om hun vrienden te supporten. Muziek was ook statischer. Je moest wachten op fysiek product, maar daardoor bleef het ook veel langer hangen. Nu is dat niet meer zo, eigenlijk al vanaf het moment dat breedband doorbrak en iedereen voortdurend online is. Muziek is overal. Langzaam maar zeker begonnen er managers en PR-mensen de muziek binnen te sluipen. Het gaat nu vooral om PR, presentatie en bullshit. Promotors werden zo onzeker dat ze likes begonnen te kopen en alles werd ego-driven.’

Ook de techno? 
‘Minder dan in andere genres. Mensen als Surgeon, Luke Slater, Green Velvet, die hebben dat niet. Het is vooral een generatie erna die het gevoel heeft dat ze iets gemist hebben. Zo’n incident als laatst in het nieuws was, over een dj die een luxe hotel met sauna wilde hebben voor een eenvoudige gig in Glasgow, dat is gewoon onzin. Ik vraag mensen me te betalen wat fair is, en een goede auto. Zeker na mijn auto-ongeluk. Verder niets. Het ergste is dat er ook veel dj’s zijn die hun gigantische ego’s uitbesteden aan hun managers, zodat ze zelf lekker de nice guy kunnen blijven spelen. Het is vergankelijke nepheid.’

Hoe belangrijk is fashion voor een techno-dj? Jullie zijn puristen vergeleken bij de EDM-jongens, maar er is in de loop der tijd wel echt een soort techno-uniform ontstaan. Zet een willekeurige Boiler Room set in jouw genre op, en iedereen draagt zwart. Jij ook.
‘Ik ben vijftien jaar geleden begonnen me in het zwart te kleden, om twee redenen. De een was zeer persoonlijk en had met rouw te maken, de tweede is praktisch. Als je op tour bent en je knoeit wat, kun je het beste een zwarte broek aan hebben. Die enkele keer dat ik een witte broek draag, gaat er geheid ketchup overheen. Natuurlijk heb je ook hier wolven en schapen. Het is net als met dj-set-ups. Sommige dj’s kiezen hun eigen apparatuur, op basis van wat ze willen maken, andere kopiëren simpelweg wat hun voorbeelden doen.’

Kun je iets zeggen over die eerste reden?
‘Nee. Er is iets gebeurd in mijn leven, en het is nog altijd onderdeel van mijn bestaan.'

Een van de meest opvallende momenten die ik me van jou kan herinneren is dat je op Awakenings een keer een oranje shirt aanhad omdat het Nederlands elftal speelde. Dat was toch wel een flinke knipoog vanuit iemand die altijd zwart draagt. 
‘Oh, maar ik heb dan ook veel meer humor dan mensen denken. Alleen breng ik het altijd met een uitgestreken gezicht. Nederlanders begrijpen dat vaak niet zo, en bovendien hebben ze lange tenen.’

Dat auto-ongeluk van je een jaar geleden was ongetwijfeld een grote schok. Je was onderweg van een festival in Servië naar het vliegveld toen je auto van de weg raakte. In hoeverre heb je daar nu nog last van?
‘Ik voel het nog steeds elke dag, met name in mijn rug. Ik neem veel meer vrije tijd sinds het ongeluk. Je kunt zeggen wat je wilt over wolven en schapen in de technowereld, maar ik ben me wel gaan beseffen dat werkelijk iedereen keihard werkt in deze wereld. Ik heb dat ook gedaan, dertig jaar lang on the road. Ik besefte dat ik meer muziek wilde maken. Dj’en is instinct, produceren is intellect. Ik heb veel te lang op mijn instinct geleund. Ik heb na het ongeluk een paar optredens moeten afzeggen, heb me terug getrokken op Ibiza en heb besloten dat er een paar dingen anders moeten. Ik draai niet meer elke vrijdag en zaterdag.’

Wat gebeurde er nu precies?
‘Ik zat achterin te doezelen. Ik slaap vaak met een oog open in dit soort situaties. We waren vlak bij het vliegveld, en de chauffeur reed een prima snelheid. Ik weet nog dat ik het vliegveld zag en weer indommelde, toen ik een zwiep naar links voelde. Ik voel de auto de lucht in gaan en half in slaap denk ik: nee. Nee! Nee, dit is niet goed! Bang! We zijn ergens tegenaan geknald, een paal, een vangrail, iets. De chauffeur heeft mazzel gehad dat we in het midden geraakt zijn. De auto belandde aan de andere kant van de vangrail. Ik sliep nog steeds half, maar ik zag dat de chauffeur ok was. Zijn airbag was afgegaan. Ik hield mijn hand recht voor me om te zien of ik zelf ok was, en constateerde dat dat zo was. Maar ik was wel in shock. Ik trapte de deur open en belandde in de middenberm. Toen heb ik de situatie geanalyseerd: ok, ik heb een ongeluk gehad. Er was geen andere auto bij betrokken, er is niemand gewond. Er is hier geen politie en geen ambulance, ik ga naar huis. Dus heb ik geprobeerd een auto aan te houden en ben ik naar het vliegveld gegaan. Een ouder echtpaar nam me mee en heeft me 600 meter van de gate afgezet. Het was waarschijnlijk goed dat ik even moest lopen, voor mijn spieren. Ik maakte me nog zorgen dat ik geen grote pupillen van de adrenaline had, of sporen van explosieven uit de airbag. Maar even later zat ik toch in het vliegveld. Ik heb mezelf gedwongen wakker te blijven, omdat slapen te gevaarlijk was. Vanuit het vliegtuig zag ik de auto liggen op de weg naast het vliegveld. Nog altijd geen politie te bekennen.’

Waarom wilde je niet naar het ziekenhuis? 
‘Ik zag het al voor me, in een ziekenhuis waar ik de taal niet spreek, in een land waar ik geen idee heb van de gezondheidszorg. Nee, ik wilde absoluut naar huis. Thuis heb ik me later onderzoeken door de huisarts. Drie dagen lang ging het een soort van ok, totdat ik naar Dour ging. Onderweg maakte de auto weer een zwiep, die dit keer goed afliep. Het was de avond van de aanslag in Nice, terwijl op de achtergrond ook de Brexit nog speelde. Ik heb die avond na mijn set een emotionele speech naar mijn publiek gehouden, over dat we geen racisten moesten zijn maar Europeanen. Eenmaal thuis merkte ik hoeveel last ik van mijn rug had. Ik ben naar mijn favoriete whiskybar gegaan, waar ze me de hele avond shots gegeven hebben. Na die avond heb ik alles om gegooid. Wat nog wel grappig was: de dag dat ik terug kwam checkte ik de uitslag van de Staatsloterij. Wat denk je: 10.000 euro gewonnen!’

Je reist veel als dj, let je nu extra op?
‘Sowieso. Ik was ook in Parijs toen daar de aanslagen waren, en in Kopenhagen toen de terroristen daar toesloegen. Ik herinner me die agent nog die later gedood is. Ik ben het ook gewend van vroeger, want er is ook ooit een aanslag op Margaret Thatcher gepleegd vlakbij mijn school. Ik bedoel het niet arrogant hoor, maar ‘shit happens’.’

Je hebt de dood sowieso altijd dichtbij gehouden toch? Met die schedels op je ringen bijvoorbeeld.
‘Zeg dat niet! Die schedels zijn om me te herinneren aan mijn sterfelijkheid, maar ik houd niet graag de dood dichtbij me. Ik draag ze niet uit angst voor de dood.’

Je zei net dat je een emotionele speech hield over de Brexit. Is Brexit ook voor jou als reizende dj een probleem, ondanks dat je in Amsterdam woont?
‘Ik heb me mijn hele leven lang eigenlijk Europeaan gevoeld. Ze snappen hier misschien mijn humor niet, maar voor de rest voel ik me verbonden. Natuurlijk, als je aan intelligente, politiek bewuste mensen vraagt of ze tevreden zijn over hoe het Europese Parlement wordt gerund, zegt 85 procent ‘nee’. Maar wat Engeland compleet verkeerd gedaan heeft, is dat het zich door angst heeft laten leiden. In plaats van iets goeds te starten en dat over heel Europa te verspreiden, hebben ze zich terug getrokken. Of het voor mij persoonlijk een probleem zal zijn voor mijn werk? Ik betwijfel het. Ik heb geen Nederlands paspoort, maar ik geef zoveel geld aan de Nederlandse Belastingdienst, ik heb hier een huis, ik ben al bijna tien jaar volop onderdeel van deze samenleving. Oh en mijn opa was Nederlands, ik denk dat ik een Nederlands paspoort aanvraag als het zover komt. Het komt wel goed met me.’