Er wordt nog wel eens laatdunkend gesproken over de performance van dj’s, maar iedere echte liefhebber weet dat het heel fascinerend kan zijn om een goede dj van dichtbij te bekijken. Laurent Garnier bijvoorbeeld staat achter zijn draaitafels een ritueel op te voeren tot het moment dat hij de zaal onder controle heeft. Antal, een heel ander soort dj, houdt een constant contact met zijn mengpaneel en duwt zijn hyperenergieke boogie house en disco als het ware fysiek naar zijn publiek toe. En Speedy J, de Rotterdamse technoveteraan, straalt van achter zijn imponerende set-up een totale controle uit over wat hij doet. ‘Al ben ik op mijn best als ik me in een ingewikkelde situatie gewerkt heb. Ik creëer situaties waarin ik zelf niet direct het antwoord weet en dan laat ik mijn intuïtie het werk doen.’
Jochem Paap dankt zijn dj-naam uit de tijd dat hij turntablist was in een hiphopband. Dan moeten we ver terug, naar de jaren tachtig, nog voor de doorbraak van house en techno. Het is een cruciaal uitgangspunt voor zijn carrière, want de technieken die hij gebruikt zijn rechtstreeks te herleiden tot die basis. ‘Je had nog niet zo’n verzuiling als nu, ik begon de house en techno gewoon tussen de hiphop door te weven. Mijn performance kwam altijd vanuit een producers-achtergrond. Naast de platen die ik draaide, werkte ik altijd met samplers en drumcomputers, zoals dat heel gewoon was voor hiphop-dj’s. Toen ik elektronische dansvloermuziek begon te maken, schakelde ik in eerste instantie over op live performances met hardware: keyboards, drummachine, mengpaneel, alleen maar eigen muziek. Maar ik pakte het aan op de dj-manier: ik had twee identieke set-ups. Op de ene maakte ik een live nummer, als ik daarmee uit-geïmproviseerd was maakte ik op de tweede set-up een nieuwe track, die ik er dan in mixte.’
Wat doet een dj nou eigenlijk in de booth? Hoe bereidt ie zich voor, welke technieken gebruikt hij? We vroegen het eerder aan Nuno Dos Santos, deze keer aan Speedy J, een veteraan die behoort tot de absolute technologische pioniers in het dj-vak. 30 december - de nacht VOOR oud en nieuw - host hij een grote Electric Deluxe avond in de Scheepsbouwloods in Amsterdam.
Ik heb dat eigenlijk nooit iemand zien doen. Gebeurt het vaker?
‘Niet vaak. DVS1 deed het, met twee computers met het programma Reason erop, en dan grof beatmatchen van de ene track naar de andere. Voor mij werkte het ook goed, omdat het heel spannend blijft. Tegelijk vond ik het op een gegeven moment te beperkt. Op het moment dat de eerste versie van softwareprogramma Traktor gelanceerd werd, rond 2000, is de manier waarop ik nu werk ontstaan. Ineens kon ik tracks van anderen in mijn live-set verweven, destijds met twee decks. Dat is nu nog steeds wat ik doe. Ik gebruik momenteel Traktor met vier decks, waarin ik eigen werk, werk van anderen, loops en losse ingrediënten laad. Daarnaast heb ik een drummachine en een Elektron Octatrack-sampler, waarmee ik live drumpatronen en effecten kan toevoegen. Dat is vrij simpel, maar wel heel effectief. Je kan op elk moment kiezen hoe je opbouwt, waar de breaks vallen. Ik hou me nooit vast aan de arrangementen van platen die ik draai. De flow van de set is helemaal in mijn handen.’
Kun je alles weghalen wat je wilt, en vervangen door iets wat je zelf maakt?
‘Ik kan natuurlijk geen hele instrumenten weghalen, maar met filteren en EQ-en kun je vrij ver gaan. Een regel als je met live spullen aan de slag gaat in een club is: zorg dat je genoeg parameters hebt die je kunt wijzigen, maar ook weer niet te veel. Ik heb altijd zes dingen tegelijk lopen, waarmee ik alles kan doen. Bij de drums kan ik alle facetten aanpassen, de pitch, de decay, alles. Ik kan de klankkleur aanpassen, de lengte. Ik wil met alles dat ik doe tot op het bot kunnen ingrijpen, grote bewegingen maken in mijn manipulatie. Dat is beter dan micro-manipulaties doen die niet echt effect sorteren.’
Wat voor technische ingrepen hebben een groot effect op je publiek?
‘De bekendste truc is natuurlijk het weghalen en terug brengen van de kick, die kent iedereen. Maar ook level is belangrijk, het volume. Daar vergissen veel mensen zich in, vind ik. Je moet subtiel zijn met het volume van bepaalde ingrediënten, want het is in een club makkelijk om over de top te gaan. Dat merk je vaak bij onervaren mensen die in paniek raken, die gooien dan alles hard, waardoor er geen ruimte meer is voor de fantasie van het publiek. Ook een interessante is de timing van drumpatronen. In principe laat ik de patronen die ik live toevoeg synchroon lopen, maar je kunt het met wat plussen en minnen net uit de pas laten lopen of juist versnellen. Je krijgt daar een gevoel van frictie van, en daar hou ik van. Het zijn typisch van die dingen die je signatuur als dj bepalen.’
Zijn dat de elementen waarbij je als publiek niet weet wat er gebeurt, maar je simpelweg ervaart dat het je overweldigt?
‘Ja. Al moet ik zeggen: ik ben niet zo van het effectbejag. Ik ben meer bezig met het neerzetten van een sfeer. Ik vind het prettig om rust te brengen in wat ik doe. Er is overal tijd voor, alles komt aan bod. Mensen hebben het vertrouwen dat er iets gaat gebeuren en dat vertrouwen geef ik mezelf ook. Soms ben ik na een kwartier nog niet precies waar ik wil zijn, maar ik weet dat het uiteindelijk wel gaat gebeuren. Dat zijn momenten waar veel dj’s naar een classic grijpen om toch die handjes maar in de lucht te krijgen.’
Ben jij in de studio nu meer bezig met het maken van losse elementen die je live kunt gebruiken dan met hele tracks?
‘Ik bereid mijn set wel voor in de studio, maar dat staat los van het studiowerk van dingen die ik uitbreng. Die raken elkaar eigenlijk zelden. Het voorbereiden van mijn set bestaat vooral uit het zoeken van nieuw materiaal, zoals elke dj dat doet. Ik ben er gemiddeld een dag in de week mee bezig. Vroeger ging je daarvoor naar de platenzaak, waar een stapeltje voor je apart lag dat je dan ging luisteren, om vervolgens de ene keer drie platen mee te nemen, de andere keer tien. Nu komt muziek echt uit alle hoeken op me af. Gratis downloads, promo’s, Soundcloud, dingen die ik koop op Beatport, Clone of Boomkat, dingen die ik vind in mijn eigen collectie, zelfs via mobiel krijg je tegenwoordig dingen. Er is ontzettend veel materiaal. Ook veel slecht materiaal en daar moet je ook doorheen.’
Hoe hou je het overzichtelijk voor jezelf?
‘Laat ik eerst zeggen dat mijn selectie niet gebaseerd is op hoe goed ik de muziek vind, maar hoe bruikbaar het is voor mij. Natuurlijk selecteer ik alleen dingen waar ik in de basis iets goed aan vond, maar dat kan ook alleen een intro zijn. Ik gebruik soms dingen die ik nooit als track zou draaien, of die niet goed werken op de dansvloer. Ambient/soundscapes bijvoorbeeld, of de gefreakte, mathematische dingen van Autechre. Vaak leid ik mensen daar uitgebreid naartoe. De eerste herkenbare dingetjes zitten in een layer van allerlei andere dingen en dan strip ik het heel langzaam.’
Gebruik je met deze techniek meer materiaal dan vroeger? Want van sommige platen gebruik je dus maar twintig seconden?
‘Het heft elkaar op, want sommige dingen laat ik juist twintig minuten mee lopen. Dat is een hele goede manier om iets vast te houden. Je moet natuurlijk ook niet lukraak vier nummers door elkaar draaien. Dan krijg je chaos en kan niemand het meer volgen. Ik stapel alleen dingen die elkaar aanvullen. Die rust is heel belangrijk.’
Gaat het ook wel eens mis?
‘Ja, maar meestal niet merkbaar voor het publiek. Dan denk ik bij mezelf: ik sta te kutten. Maar het blijft natuurlijk improviseren, ik zoek de grenzen op en soms ga ik er overheen. Maar echt helemaal kapot gaat het nooit, dat laat ik me niet overkomen. De manier waarop ik werk, daar kan ik mee lezen en schrijven, het is mijn ambacht. Wat wel kan is dat je als dj op de verkeerde plek staat, maar dat overkomt me eigenlijk ook zelden meer. Het is ook een van de redenen dat ik het Electric Deluxe platform opgericht heb, om de omstandigheden en de productie in eigen hand te hebben. Het is een platform waar iedereen even belangrijk is en waar iedereen op een tijd geprogrammeerd staat die klopt, waar ze zich veilig voelen.’
'Echt helemaal kapot gaat het nooit, dat laat ik me niet overkomen'
Sta je in contact met de ontwikkelaars van de techniek die je gebruikt?
‘In het geval van Traktor is dat contact er vanaf het begin, ja. Hetzelfde geldt voor de mixer die ik gebruik. Bij dat soort technologieën is er altijd een clubje van mensen die veel praktijkervaring hebben of veel on the road zijn, die als bèta-tester gebruikt worden. En er is nog een kleiner cirkeltje van mensen die daadwerkelijk om advies gevraagd worden bij ontwerpbeslissingen, daar zit ik ook bij.’
Wat staat bovenaan je wishlist?
‘Wat ik heel graag zou willen is dat ik altijd en overal, ook zonder wifi, toegang zou hebben tot mijn playlist. Nu heb ik daarvoor per se mijn laptop nodig. Je zit voortdurend in vliegtuigen, auto’s, hotels, en elke keer moet je weer kijken: hoe kan ik hier werken.’
Iets praktisch. Technocollega Objekt vertelde aan Resident Advisor dat hij een mapje met extra lange tracks heeft voor als hij naar het toilet moet. Heb jij dat ook?
‘Plasplaten, ja! Als de champagnekoeler even niet te vinden is, moet je toch echt naar de wc. Het is ook echt routine als je ergens lang gaat draaien: eerst kijken waar het toilet is, dan weet je hoe lang het ongeveer gaat duren. Ik gebruik die platen overigens niet vaak, liever maak ik een loop. Mensen merken dat overigens wel direct, want zodra ik mijn handen er vanaf haal, gebeurt er ook meteen helemaal niets. Een goede plasplaat is geen interlude of intermezzo, hij mag de lijn niet uit de set halen. Er moet wat verandering in zitten, maar niet te veel, zodat ik mijn handen er vanaf kan halen zonder dat de set in duigen valt. Je hebt soms wel te maken met omstandigheden die je flow onderbreken. Stel bijvoorbeeld dat de stroom in de club uitvalt: het slechtste dat je op zo’n moment kan doen is met je handen omhoog staan en als het ware je excuses aanbieden aan het publiek. Je moet laten zien dat je in overleg gaat met de crew van de club. Mijn ervaring is dat mensen toch al denken dat jij als dj overal verantwoordelijk voor bent. Vaak vragen mensen bijvoorbeeld of het geluid harder kan, maar daarvoor moeten ze bij de geluidsman zijn. Een andere vraag die ik regelmatig krijg: of de rookmachine wat zachter mag. Alsof ik die ook nog sta te bedienen, haha.’
Je zegt: zodra ik mijn handen er vanaf haal, gebeurt er direct niets meer. Op welke momenten ben je het hardst aan het werk?
‘Op die momenten waar ik mezelf in een moeilijke positie gebracht heb, meestal doelbewust. Ik probeer altijd spanning te creëren en vast te houden. Als je zit te pushen naar een bepaalde grens, is het dom om met je handen omhoog te gaan staan: dan raak je de controle kwijt. Je ziet dat bij dj’s die ‘gewoon’ platen draaien wel vaak en het publiek ervaart dat ook als deel van de performance. Het heeft zeker wel effect in de zaal, maar ik vind het playbacken van andermans werk een heel magere poging je set kracht bij te zetten. Dan ben je bezig mensen woorden in de mond te leggen.’
Goed, je hebt dus een vertrouwensband met je publiek. Weet je wanneer die tot stand komt? Is er sprake van een lockdown-moment, waar de puzzelstukjes op zijn plek vallen?
‘Absoluut. Vaak is dat al vanaf het begin, soms kan het even duren, maar het is voor iedereen in de zaal - voor mij en voor het publiek - duidelijk wanneer dat moment is. Als dat niet lukt, voel ik het als een gemiste kans. Maar het komt eigenlijk nooit meer voor dat het niet lukt. Soms moet ik mensen wel forceren om met me mee te gaan, maar ik heb liever dat mijn set vraagtekens oproept dan dat het de hele avond voorspelbaar is.’
Je hoogste doel is om al die technologie om te zetten in emotie, want dat is waar het mensen om te doen is.
‘De technologie kan ik je uitleggen, maar het is geen recept. Ik zou zelfs willen stellen dat de techniek er totaal niet toe doet. Natuurlijk, ik ben er totaal door gefascineerd, en als ik een apparaat zie dat me interessant lijkt, zal ik het zeker kopen. Maar op de meestgestelde vraag in interviews - wat gebruik je in de studio? - heb ik eigenlijk maar één zinnig antwoord: mijn fantasie.’
Speedy J host 30 december zijn eigen Electric Deluxe avond in de Scheepsbouwloods in Amsterdam. Met Pasen keert hij daar terug voor DGTL Festival.