Deze week een superserie in de reeks De Kunst van de DJ. Vijf dj’s, die allemaal op ADE draaien. En dit keer zelfs twee voor de prijs van een: het succesvolle Dutch house duo Sunnery James & Ryan Marciano. Over draaien als duo, trommelplaten en natuurlijk de prangende vraag: produceren jullie nou zelf of heb je een ghostproducer?

De een was manager in een schoenenzaak, de ander desperately op zoek naar een stage. Zo ontmoetten Sunnery James en Ryan Marciano elkaar. Ze waren tieners met lef in Noord-Holland, die gewoon bij de Escape aanbelden om aan te kondigen dat ze in die club het gezamenlijke eindfeest van de Purmerendse scholengemeenschap wilden organiseren. Even later stonden ze buiten met een contract en nul euro op zak. Binnen drie maanden moest er 6.000 euro verdiend zijn, anders hadden ze een probleem. 

Daar ergens werd het eerste zaadje geplant van het meest succesvolle house duo dat Nederland op dit moment kent. Van de Escape ging het via Latin Village langzaam maar zeker richting Ibiza, en volgende week tijdens Amsterdam Dance Event naar de AFAS Live. ‘Ik weet nog goed hoe ik altijd zat te oefenen in Ryan’s kamer. Gewoon voor de lol, en altijd met dezelfde twee platen: ‘Plastik Vision’ van Hardsoul en ‘Follow The Beat’ van Paul Johnson. Ryan’s gezicht stond altijd op onweer, en op een gegeven moment zei hij: koop je eigen shit. Volgens mij moet je ook gaan draaien.’

Wie van jullie is de beste dj?
Sunnery: ‘Ik.’
Ryan: ‘Ik natuurlijk.’
Sunnery: ‘Ik denk dat we hele andere dj’s zijn. Ryan heeft een heel goed oor voor mixen, ik draai wat rauwer. Hij weet welke platen goed bij elkaar passen, ik wil soms hoe dan ook een bepaalde track erin hebben. Dat is het verschil tussen ons, en die combinatie werkt fantastisch.’
Ryan: ‘Dat klopt wel ja, ik ben meer smooth, rustig in de opbouw, hij is veel abrupter.’
Sunnery: ‘Op die manier ontstaat een flow die ook langere tijd interessant blijft. We komen het best tot ons recht als we zes uur mogen draaien. Festivals zijn ook top, maar die uurtjes zijn killing. Dat zijn de enige sets die we lichtelijk voorbereiden. Normaal niet, dan beginnen we gewoon, voelen de vibe en zien wel waar het schip strandt. Als je een uur hebt voor 20.000 man heb je echt een plan nodig.’

Hoe ziet zo’n plan eruit? Bedenk je dan: na twintig minuten gaan we die en die hit draaien?
Sunnery: ‘Normaal draaien we zomaar 150 platen in vier uur, op een festival heb je minder ruimte. Dus maak je van te voren bijvoorbeeld edits of mashups.’
Ryan: ‘Het is voor ons wel een uitdaging om niet te veel hits te draaien. Zo proberen we op zo’n festival ook in te schatten wat de andere dj’s gaan doen, en dat doen we dan niet.’

Maar neem die Dire Straits cover die jullie op Tomorrowland draaiden? Plan je die vooraf?
Sunnery:
‘Ja, die is van Kryder. Hij heeft de parts gekregen van de band, om er een remix van te maken. Hij mocht er niks aan verdienen, alle rechten gaan naar Dire Straits, maar voor hem was het tof. Toen wij die voor het eerst hoorden dachten we: die gaan we de hele zomer draaien. Het was een van onze hoogtepunten tijdens Tomorrowland.’
Ryan: ‘Mijn vader luisterde vroeger altijd Dire Straits in de auto.’

Kan het dan nog een coole track zijn?
Sunnery:
‘Die plaat is zo puur, alleen al dat baslijntje, niemand kan zeggen dat dat een slecht nummer is. We hadden gepland hem na ongeveer vijf platen te droppen.’
Ryan: ‘De eerste drie platen zijn super belangrijk, die bepalen hoe het verder moet. Die verzinnen we van tevoren, of in elk geval hebben we een paar opties. Vallen die goed, dan laten we ze lopen, gaan mensen massaal op hun telefoon staan kijken, dan mixen we sneller door.’
Sunnery: ‘Het is moeilijk uit te leggen hoe dat werkt, maar je voelt gewoon of het goed gaat, of mensen het interessant vinden wat je doet.’
Ryan: ‘Dat betekent niet per se dat alle handjes omhoog moeten. Wij willen het beste doen voor onze set op dat moment.’

Is dat niet het grote probleem van de EDM wereld, dat iedereen alleen maar wil knallen?
Sunnery:
‘Absoluut. Toen de EDM ontplofte - ik vind dat woord nog steeds een belediging - kwam er een nieuwe generatie die alleen maar keiharde platen uitbracht. Die werden dj omdat ze een paar hits hadden, het fenomeen opwarmen kenden ze helemaal niet. Daar stoorden we ons in het begin heel erg aan, en het is moeilijk je daartegen te verweren. Het maakt ons nu niet meer uit hoe hard degene voor ons draait, wij gaan niet proberen er overheen te gaan.’
Ryan: ‘We hoeven niet per se de nummer 1 van de dag te zijn.’
Sunnery: ‘Veel dj’s zijn daar bang voor, er is echt veel angst en onzekerheid. Ze denken: als het niet los gaat, word ik niet meer geboekt. Ook wij zijn wel gepusht die kant op, maar we merkten dat we daar heel chagrijnig van werden.’

'Er is echt veel angst en onzekerheid. Dj's denken: als het niet los gaat, word ik niet meer geboekt.'

Kun je uitleggen wat het verschil is tussen EDM en wat jullie doen?
Sunnery:
‘Kort gezegd draait EDM vooral om de drops. Het intro telt niet, het gaat om de opbouw met veel snares, een synth die omhoog gepitcht wordt en dan de drop. In die opbouw zit totaal geen creativiteit, en dat is wel wat wij willen.’

Wanneer dacht je: gelukkig, dit gaat voorbij?
Sunnery:
‘Dat dacht ik veel te vroeg, eigenlijk. Toen ik dacht dat het voorbij zou gaan, duurde het nog drie jaar. Maar ik moet zeggen, de eerste platen waren wel echt vet hoor. 'Wakanda' van Dimitri Vegas en Like Mike hebben wij ook veel gedraaid. In een gebalanceerde set werkte dat heel goed. Maar als je alleen maar dat soort platen achter elkaar draait, gaan de handjes wel in de lucht maar staan de blikken ongeïnteresseerd.’
Ryan: ‘Je ziet ook nu weer dat iedereen meteen ‘Cola’ van Camelphat na gaan maken, zo gaat het nu eenmaal.’

Hoe belangrijk is produceren in jullie scene?
Sunnery: ‘Heel belangrijk om relevant te blijven en een following te creëren. Maar het is wel minder zo dat het al goed genoeg was als je een paar Beatport nummer 1’s had. Je wordt nu weer meer afgerekend op wat je daadwerkelijk op het podium doet, of je een vibe neer kunt zetten.’

Jullie hadden drie jaar geleden een relletje rond een filmpje over jullie studiowerk. Jullie zaten daar te vertellen hoe je te werk gaat, en in de comments werden jullie compleet afgebrand. Zie je wel, was de collectieve conclusie, die gasten weten niks, ze hebben een ghostproducer.
Sunnery:
‘Mogen we het eindelijk zeggen? We hebben het nog niet eerder hardop durven zeggen, maar we waren kneiterlam toen we dat filmpje opnamen. Het was tijdens ADE, we waren tot acht uur in de club geweest en toen werden we gebeld: jongens, jullie moeten naar de studio. Ok, is goed, we halen wel even een broodje. Ik zei nog: dit kan nog wel eens naar uitpakken. En ja hoor, zonder dat wij het gezien hebben, is dat filmpje online gegooid.’
Ryan: ‘Er was ook veel uitgeknipt. Dat boeit op zich niet, want eigenlijk vertellen we geen reet.’

Dat was juist het probleem toch?
Sunnery:
‘Ja, haha. Ik weet nog dat Fedde Legrand belde. Met hem waren we die track aan het maken. Hij zei: wat is er gebeurd, wat is dit? Ik zei: ja man, lang verhaal.’

Het is wel een ding in de mainstream dance, ghostproducers. Net als draaien, daar kijkt men ook kritisch naar: wordt er wel echt gedraaid. Ghostproducers zijn nog steeds een taboe, maar veel dj’s vertellen inmiddels wel openlijk dat ze met productieteams werken, dat is gewoon normaal. Maken jullie alles met zijn tweeën?
Sunnery:
‘De clubplaten zijn allemaal van ons. Als we meer liedjes maken komen er songwriters bij kijken, mensen die dingen inspelen, mensen die weten hoe je een popplaat arrangeert. Al doende leer je daarvan. Misschien kunnen we dat over een paar jaar allemaal zelf, maar we gaan niet zeggen dat we de nieuwe Stevie Wonder zijn.’
Ryan: ‘We zijn er wel altijd heel eigenwijs in geweest. Mensen zeiden allang tegen ons: jullie moeten met iemand in de studio zitten. Wij: nee, we doen het zelf. We gingen ook altijd supergoed, we willen gewoon onze eigen muziek maken.’

Ik neem aan dat je niet zelf wilt gaan zingen?
Sunnery:
‘Dat lijkt me beter van niet, anders komen er zo weer filmpjes online. Voor je het weet zijn we de Milli Vanilli van de dance.’
Ryan: ‘We snuffelen nu aan popliedjes, maar eigenlijk produceren we het liefst wat we nodig hebben in onze set. Dat kan van alles zijn. Als je onze setlists bekijkt denk je: huh, hoe kan dat, van Armin van Buuren naar 'Nic Fanciulli' naar Kolsch. Wij kunnen ook iets van Hardwell draaien, maar dan wel een eigen edit.’

Wat verander je dan aan zijn muziek?
Sunnery:
‘Eigenlijk is het meer een mashup. De melodie van Hardwell, maar dan met een hele kale beat, een trommelplaat met veel energie. En dan vliegt ie helemaal uit zijn voegen. Het publiek gaat helemaal uit zijn dak.’

Trommelplaat? Dat klinkt wel oneerbiedig.
Sunnery:
‘Ha, ja, tribal eigenlijk. Maar dit is wel echt een trommelplaat hoor, een Duracell track. Onze stijl is wel beïnvloed door Roger Sanchez, Masters At Work, Dennis Ferrer, oude house helden uit New York die veel tribal draaiden.’

Jullie hebben allebei Surinaamse roots, toch? Dat heeft er ongetwijfeld mee te maken. Heb je daar dan ook een instinct voor bij het selecteren van promo’s?
Sunnery:
‘Absoluut, het is ook onderdeel van de Nederlandse sound. Thuis hoorde ik soul, disco, Caribische muziek, dat brachten Amerikanen allemaal samen in de house.’
Ryan: ‘We moeten er zelfs een beetje voor waken, want we zijn meer dan dat.’

Maximaal 50% trommelplaten?
Ryan:
‘Maximaal 50% tribal, 5% trommel. Dan moet je door, anders wordt het eentonig.’

Heb je wel eens dat de ander een plaat mixt waarvan je denkt: nee, niet die!
Sunnery:
‘Heel soms. Dan fluister je: mix maar door. Maar net zo goed andersom: dat de ander je positief verrast en uit je routine haalt. Wij zijn heel erg op elkaar ingespeeld.’
Ryan: ‘Dat merkten we toen we laatst op Ibiza een back to back hebben gedraaid met Afrojack. Hij is een goede vriend van ons, we kennen elkaar al heel lang. Mensen zeggen: lastige jongen. Wij zeggen: onze boy. Maar samen draaien is dan toch lastig. Op een gegeven moment wilde hij naar mijn smaak te snel door mixen. Toen heb ik zijn stekkers eruit getrokken. Moest ie eerst even zoeken.’

Jullie staan met ADE in de AFAS Live met je eigen avond. Hebben jullie daar dan ook een hele productie omheen met show elementen en voorgemixte stukken voor de visual-show?
Sunnery:
‘Normaal gesproken geven wij geen muziek vooraf, nee. We zijn zo gefixeerd op de vibe en de crowd, dat we moeilijk kunnen zeggen: we gaan op dat moment die plaat draaien. Maar de visual-mensen kunnen tegenwoordig uitlezen wat wij op onze usb inladen.’

Is dat zo? Hoe werkt dat?
Sunnery:
‘Het Nederlandse bedrijf 250K heeft dat bedacht, en ze verzorgen dat nu voor bijna alle feesten. Het is speciaal bedacht voor jongens als wij, die niet met timecodes willen werken maar toch de productie next level willen maken. Want het is natuurlijk wel vet als je precies bij de drop vuurwerk en licht hebt.’
Ryan: ‘Wij hebben het wel geprobeerd, maar dat vonden we helemaal shit. Stond ik op de laptop te communiceren wat we gingen doen, dat werkte totaal niet.’

Er zijn wel dj’s die hun hele set van tevoren in elkaar zetten, toch?
Sunnery:
‘Ik snap dat ergens wel hoor. Sommige dj’s zijn popsterren, zo zit hun show ook in elkaar. Neem een Avicii. Hij had megahits en moest ineens gaan draaien, terwijl hij dat helemaal niet kon. Hij komt niet zoals wij uit de clubs. Dan snap ik best dat je dingen voorprogrammeert.’
Ryan: ‘Wij moesten er wel heel erg aan wennen bij Sensation, waar de show elementen natuurlijk allemaal afgesproken worden. Daar moet je wel, want je staat in de ArenA.’

Hou je van confetti? 
Sunnery:
‘Tuurlijk, maar niet te veel.’

Sta je graag op de tafel?
Sunnery:
‘Ik vind dat wel leuk ja. Ietsje leuker dan Ryan.’

Maar hij is dan ook de betere dj.
Sunnery:
‘Klopt ja, hij moet blijven mixen, haha!
Ryan: ‘Ik ga er alleen op staan als het nodig is.’
Sunnery: ‘Weet je, het hoort er gewoon allemaal bij. Je moet jezelf presenteren. Niemand anders gaat het voor je doen.’