Een van de meest warme indiefolkalbums van dit najaar komt van de hand van de Canadese Helena Deland. Someone New klinkt troostend, hoewel het juist een uiterst kritische plaat is waarin Deland de overheersende male gaze van zich afschudt. ‘Ik wilde een muze zijn, maar dat ging ten koste van mijn eigen levensenergie.’

Relaties zijn een terugkomend thema in gesprekken met Helena Deland. Al die relaties, van giftige of vluchtige liefdesrelaties tot haar diepe relatie met de muziek die ze maakt, begonnen haar te duizelen. Ze vond houvast in de TedTalk van relatiepsychotherapeut Esther Perel. ‘Ik zat in een korte, maar vrij toxic relatie. We vroegen zoveel van elkaar, veel meer dan een mens zou kunnen. Esther Perel legt in de TedTalk uit dat we vroeger veel strategischer onze relaties kozen, je liefdesrelatie is voor een familie en je bouwt een werkrelatie op met je collega. Dat was duidelijk, overzichtelijk en fair. Nu verwachten we dat één persoon kan doen wat voorheen een heel dorp voor je deed, we willen een soort übermensch als geliefde, maar als je goed nadenkt bestaat zo’n übermensch helemaal niet.’

Het inspireerde de 28-jarige Canadese folkartiest om ‘Comfort, Edge’ te schrijven, een zachte voortkabbelende ballade waarop ze mijmert over hoeveel we wel niet van een ander vragen. De titel is een directe verwijzing naar een term uit die TedTalk. Someone New staat vol met zulke rijke songs die haar eerdere, kleinere folk ontstijgen. De warme stem van Deland meandert soepel mee op de grungy gitaren, alsof Elliott Smith, Nick Drake en Natalie Prass elkaar de hand schudden. Hoewel de thematiek van de teksten juist overeen komt met haar vorige EP Altogether Unaccompanied. ‘Een van de mooiste dingen aan muziek vind ik dat gevoel van verbintenis, dat je je kunt vasthouden aan andere mensen, waar ze ook maar doorheen gaan. Op Someone New probeer ik die houvast zelf te zijn. Een groot deel van de plaat gaat over hoe ik me verhoud tot mannen in relaties. Ik deed een tijd lang zo mijn best om mannen te pleasen, ik wilde een muze zijn. Elke keer dat een man mij aandacht gaf, ging ik meer mijn best doen om gezien te worden en extra aandacht te krijgen. Terwijl ik mijn eigen levensenergie daardoor aan de kant schoof.’ 

Ze zet haar eigen gevoelens telkens weer op de tweede plek, maar dat ligt volgens de Canadese songwriter niet enkel bij haarzelf. Het gevoel dat vrouwen vaak zo hun best doen om mannen op hun gemak te stellen is te wijten aan de ‘male gaze’, aldus Deland. In de kunst, literatuur en in het gewone leven wordt steevast met een mannelijke blik naar vrouwen gekeken. ‘Vrouwen worden altijd geportretteerd door de blik van een man, dat zie je in schilderijen, in de filmindustrie en ga zo maar door. Dat zorgt er uiteindelijk voor dat we altijd naar onszelf kijken door de bril van het patriarchaat. Ik zie het bij mezelf, want ik reageer heel sterk op die blik van een man. Ik voel me erdoor gezien, alsof ik door die blik pas echt betekenis krijg. Maar ik denk dat vrouwen in het algemeen zich telkens weer onderwerpen aan dat mannelijke verlangen, omdat we dat nou eenmaal zo meekrijgen.’

Ook in de muziekindustrie is het soms moeilijk om een plek te vinden, doordat die male gaze er maar al te duidelijk voelbaar is. Dat had invloed op de manier waarop Deland gezien wilde worden als artiest. ‘Ik was een tijd lang bang dat ik heel ongelukkig zou worden als artiest. Ik was zo’n drie jaar serieus bezig met muziek en ik had geen idee wat ik moest doen om de aandacht te krijgen die ik wilde en ook of ik die aandacht überhaupt wel wilde. Je schrijft als artiest superpersoonlijke songs over je eigen leven en gevoelens, maar je moet tegelijkertijd ook een entertainer zijn en dat verkopen. Mensen willen een verhaal horen achter de songwriter en dat is prachtig. Als muziekliefhebber ben ik dol op dat soort verhalen, maar ik vroeg me telkens af of ik zelf wel zo’n verhaal in me had.’ 

Het dieptepunt van dat innerlijke conflict ervoer Deland toen ze voor de tweede keer op het Amerikaanse showcasefestival South by Southwest stond. ‘Er heerst daar een hardcore aandachtseconomie. Het eerste jaar dat ik er stond kreeg ik ook best wat aandacht, ik was onbekend maar mensen vonden mijn muziek goed, het was een mooi opstapje. Maar de tweede keer was ik diep teleurgesteld, omdat ik veel minder aandacht kreeg dan ik had gehoopt. Ik was geen échte nieuwkomer meer en dus minder interessant dan het jaar daarvoor. Ik kreeg datzelfde onzekere en onrustige gevoel als wanneer je stories op Instagram plaatst en ziet dat mensen zijn gestopt met kijken na één story. Ik voelde me oninteressant en vies. En daarna schaamde ik me juist weer door die gedachten, omdat ik het aanstellerig van mezelf vond en me niet zo wilde voelen. Gelukkig kon ik dit allemaal van me afschrijven en een deel van dit album is uit deze ervaring ontstaan. Ik ben er laatst pas achter gekomen dat ik een deel van mijn identiteit ingericht heb ten behoeve van die male gaze. En ik denk dat ik daar alleen maar achter kon komen door ouder te worden en bepaalde patronen te zien.’

Dat besef werd echt duidelijk toen ze samen met JPEGMAFIA een track ging schrijven. De rapper bleek al een tijd een fan te zijn van Deland’s muziek en benaderde haar na een show met de vraag of ze een keer samen wilde werken. ‘Ik kende zijn muziek eigenlijk helemaal niet, maar de sfeer die om hem heen hing was zo aanstekelijk dat ik meteen ja zei. Toen ik later zijn tracks ging luisteren was ik instant fan. Hij heeft zo’n creatief muzikaal brein, dat was heel cool om mee samen te werken. Ik was op dat moment heel erg aan het worstelen met mezelf, muzikaal, maar ook als vrouw en persoon. We hadden daar veel gesprekken over en hij was heel duidelijk: "Je moet gewoon stoppen met je zóóóó druk maken om alles." Hij had de simpele reminder die ik weer even nodig had: "Ik maak muziek om verbinding te vinden met mensen en ik doe dat voor mezelf."'