In eerste instantie was New Wave een geweldige voedingsbodem voor creativiteit in de Nederlandse hiphopwereld: iedereen die van hiphop hield en rapper wilde worden, zag dat dat opeens een realistische optie was. Maar als jonge artiest kun je door de streamingcijfers gek laten maken, ziet Ares. Iedere beginnende rapper wil immers hoog in de Woordenschat-playlist terecht komen, want dan pak je streams. Dus ga je muziek maken die klinkt zoals de tracks die bovenaan die playlist staan. Tel daarbij op dat luisteraars uiteindelijk vaak willen horen wat ze verwachten, en een populaire playlist is gebaat bij een zo laag mogelijke skiprate. Voor je het weet klinkt alle populaire Nederlandse hiphop als een hypercommerciële eenheidsworst, en wordt muzikale vernieuwing alleen maar steeds moeilijker. ‘New Wave was het eerste moment dat men dat ging beseffen: met streaming kun je gouden platen krijgen! Dat was een sick besef. Maar dat besef zijn we nu al lang voorbij, het is twee keer zo snel gegaan als mensen denken. Je kunt nu best wel veel streams halen met helemaal niks. Letterlijk niks! Je kunt naar een website gaan om een beat compleet te kopen, je hoeft alleen de pitch en tempo te veranderen, daaroverheen op te nemen in autotune en je tekent een melodietje in het programma. Dat kost je misschien een halfuurtje, en je hebt een track. Als je het mij laat mixen, klinkt het fucking goed, anders klinkt het gewoon oké. Ik vind het een sicke ontwikkeling hoor, maar tegelijkertijd iets té sick. Het is zo makkelijk om nu een hit te maken, entertainmentmensen gaan ermee aan de haal. De muziekindustrie is te commercieel geworden, denk ik, en dat heeft streamen wel mogelijk gemaakt.’
In die hoek komt inmiddels op wekelijkse basis zoveel hiphop uit, dat alternatieve rappers al gauw ondersneeuwen. ‘Ik praat niet alleen over mezelf, ik red me wel, maar hoop dat alle onafhankelijke artiesten zien dat er ook voor hen een plek is. Dat zij misschien wel belangrijker zijn dan al die succesvolle artiesten. Die boodschap wil ik vertegenwoordigen. Ik heb al een paar keer contact gezocht met Spotify om daarover te praten. Ik hoop dat dat gebeurt voordat mijn nieuwe album uitkomt.’ Hij giechelt. ‘Ik weiger om een album uit te brengen als ik met Spotify nog geen gesprek heb gehad. Dan ga ik iets anders bedenken, man. Misschien wel mijn eigen dienst. Gewoon zelf iets bouwen. We hebben een tijdje nagedacht over onze muziek gewoon niet meer op Spotify zetten. Maar dat kan gewoon niet, de meeste mensen luisteren via Spotify, dus je hebt ze nodig.’
Al sinds hij in 2017 weg is gegaan bij Top Notch, probeert hij een afspraak te maken bij het Spotify-kantoor in Amsterdam. Dit najaar lijkt het er eindelijk van te komen. Allereerst wil hij er gaan knokken voor de onafhankelijke artiesten, maar er zijn nog wel wat meer dingen die hij wil aankaarten. De geluidskwaliteit, bijvoorbeeld. ‘De meest commerciële muziek staat altijd het hardst. Wat mensen de loudness war noemen, de geluidsgolf is een baksteen geworden. Daarom heeft Spotify de functie “normaliseren” ingevoerd: alles onder de -14 decibel zetten ze harder, alles erboven zetten ze zachter. Die shit is fucked up, man. Het maakt het voor ons moeilijker om de muziek dynamisch te houden en uploaden. Daardoor kan niemand mijn muziek horen op de manier zoals ik het heb bedoeld. Dat is toch scheef? Daarom zijn liveshows voor mij nog steeds het sickst, het is voor mij dé oplossing voor die frustraties. Dan klinkt de muziek het best. Dan hoor je het stereobeeld, hoe de muziek door een ruimte beweegt en dat de piano bijvoorbeeld veel wijder is gemixt dan een ander instrument. Daarom kijk ik niet naar streamingcijfers, ik wil dat mensen het live beseffen.’