Elke plaat weer vraag je je bij Orpheu The Wizard twee dingen af. Allereerst: waar háált–ie het vandaan? En daarna: hoe weet–ie je op zulke weirde muziek zo manisch aan het dansen te krijgen, terwijl hij ook gruwelijk uit de bocht had kunnen vliegen? De Amsterdamse dj/Red Light Radio-geestesvader vliegt tegenwoordig ieder weekend de wereld over en draait vrijdag op Into The Woods in Amersfoort.

Daar stond Orpheu de Jong (36) dan, achter de loodzware kluisdeuren in een opslagdepot van Beeld en Geluid in Hilversum, omringd door meer dan 60.000 platen in kasten van muur tot muur en vloer tot plafond. Ja, enerzijds als een kind in de grootste snoepwinkel die je kunt voorstellen, maar ook met de nodige stress: hoe vind je in godsnaam tussen alle troep de obscure schatten waar je in een dj-set mee uit de voeten kan? Uit zo’n gigantische snoepwinkel kun je ook onmogelijk alle toverballen in je mond proppen.

Bijkomend probleem: hij had zijn zoontje van acht meegenomen. Die heeft, zoals ieder kind van acht, een vrij beperkte aandachtsspanne. Orpheu was zo slim om hem aan het werk te zetten door ‘nummertjes te doen in het systeem’, maar na vier uur moesten ze maar weer op huis aan. Megajammer natuurlijk, het liefst had hij er vijf dagen lang acht uur per dag doorheen geploeterd, maar gelukkig heeft hij nog wat moois ontdekt. ‘Tibetan ritual sounds’, bijvoorbeeld. Hij had verwacht wat boventonenzang te horen, misschien nog een percussiedingetje waar hij zo van houdt, maar toen hij de naald op de plaat liet vallen hoorde hij iets heel anders. Hoe hij het moet beschrijven? Eerst slaakt hij een oerkreet uit: ‘OEHAHAHAHHAHAHHAH.’ Dan probeert hij het toch met woorden: ‘Heel donkere en abstracte noise. Wauw. Ik heb effe op Discogs gekeken, hij bleek maar een paar euro, dus ik heb de plaat meteen besteld. Vet!’ Zo vond hij ook een ‘hele vette afroplaat’ die klonk alsof hij geld waard was. En inderdaad: ‘Die wordt online verkocht voor 500 euro. Fijn dat dat voelsprietgevoel van me nog klopt.’

Orpheu was gevraagd om met zijn Red Light Radio-imperium een avond te komen draaien met de gigantische collectie van Beeld en Geluid, en dat is precies het soort project waar zijn oren van gaan klapperen. Er ging van alles mis, vertelt hij, van platenspelers die niet werkten tot problemen met een geluidskaart. ‘Echt bizar!’ Maar tegelijkertijd ontstaan de mooiste dingen ontstaan juist wanneer het mis dreigt te gaan.

Orpheu the Wizard

Onder het alias Orpheu The Wizard is hij in de afgelopen drie jaar uitgegroeid tot een van Neerlands beste diggers, een dj die wereldwijd wordt geroemd om de veelal obscure en weirde platen waarmee hij hele massa’s aan het dansen krijgt: van Chinese synthpop en bezwerende Trinidad-sitarfunk tot Braziliaanse protohouse en wave uit het Oostblok. Hij is wellicht geen bekende dj voor het grote publiek, maar stapt toch ieder weekend het vliegtuig in. In augustus alleen al draaide hij in Finland, België, Duitsland, Engeland, Kroatië en Marokko.

Meestal moet hij in interviews vooral uitleggen hoe sick Red Light Radio is, dat het een belangrijke aanjager voor Amsterdamse nachtleven en muziekscene is en dat allemaal vanuit een oude hoerenkast aan de Wallen, tussen de 'dames van lichte zeden'! Maar wij wilden eens niet de focus leggen op die belachelijk coole online radiozender en juist inzoomen op zijn dj-carrière.

'OEHAHAHAH! Heel donkere en abstracte noise, wauw'

(tekst gaat verder na de foto)

Hij begon eigenlijk ooit uit onvrede te dj’en, vertelt hij grijnzend. Hij was afgestudeerd aan de kunstacademie en had een ontwerpstudio met Marco Sterk (nu veelgevraagd dj Young Marco, toen wist hij nog amper hoe je een CDJ aan de praat kreeg). Hun studio zat in het PostCS-gebouw, waarin ook de roemruchte Club 11 huisde. Daar deden ze vj-klussen op twaalf megaschermen. ‘We wisten VHS-tapes te beschadigen en door de videomixer te gooien. Dat ding raakte zo in de war dat het nieuwe patronen begon te genereren. Het was eigenlijk heel vet.’ Maar er was een probleem: ‘We stonden wel de hele fucking nacht in die fucking minimal. Oersaaie muziek, alsmaar wachten tot er wat gebeurt. Dat heeft een frustratie gecreëerd die uiteindelijk heel goed is geweest.’

Daarom besloten ze zelf maar feestjes te gaan geven, geënt op het cosmic disco-geluid van bijvoorbeeld de Italiaanse nestor Daniele Baldelli. Vaak draaide Orpheu voor lege zalen – in Amsterdam danste men toen liever op oersaaie minimal – en op een van die avonden boekten ze Tako Reyenga, de latere stichter van fijnproeverslabel Music From Memory. Die zei: ‘Hartstikke leuk, komen jullie dan eerst effe bij mij thuis platen luisteren?’ ‘Dat was sick, ik heb zoveel crazy muziek gehoord. Vanaf toen was het jarenlang twee à vier avonden in de week urenlang bij Tako op de bank zitten en platen luisteren. Hij woonde aan de Haarlemmerdijk en had hele relaxte buren. Het was echt een soort muziekbron waar je in wilde duiken. En wij hadden allemaal geen heftige verplichtingen, we konden doordeweeks ook gewoon een uurtje later opstaan. Als ontwerper kon ik zelf mijn werktijden bepalen.’

(tekst gaat verder na de video)

Red Light Radio: duik in het diepe bleek beste idee ooit

Maar in het jaar dat Orpheu 27 werd, was de kous af: hij kreeg een kind, Tako verhuisde en iedereen moest toch volwassen worden. Bovendien wist hij niet echt een stap te zetten in zijn dj-carrière. ‘Het ging nergens naartoe. Ik weet ook niet of ik de ambitie had met draaien. Ook weer wel, ofzo… Maar het was in ieder geval niet mijn levensdoel.’ Er moest iets veranderen, dus brak hij met zijn dj-bestaan. ‘En toen mijn zoontje een halfjaar oud was, zette ik met Hugo van Heijningen Red Light Radio op. Het leek een gevaarlijke duik in het diepe, waar anderen de veilige weg zouden kiezen, maar achteraf was het natuurlijk het beste idee ooit.’

Dat was ‘jarenlang sappelen’, zegt hij. Een dikke zestig uur per week werken zonder er een cent voor te zien, telkens weer vormgevingsklussen afmaken op zijn laptop terwijl dj’s de deur platliepen om radioshows te doen, en de mazzel hebben dat hij in een ontzettend goedkoop huis woonde met zijn vriendin. ‘Zo heb ik het kunnen overleven, denk ik. Het was niet dat ik ontzettend succesvol was in het ontwerpen. Ik heb coole klussen gedaan en hoezen gemaakt voor Rush Hour en Dekmantel, maar het was zeker geen vetpot.’

Gaandeweg begon hij toch weer te draaien: hier en daar onder een alter ego een radioshow op RLR (‘hoewel ik het nooit heb gebruikt als springplank voor mijn eigen carrière, ik vond het vooral heel leuk om mixjes te maken’) en zo’n vijf jaar geleden werd hij steeds vaker gevraagd om toch weer eens op een feestje te komen draaien. En nu loopt het eigenlijk de spuigaten uit.

'Gewoon dóén'

Hij vindt het belangrijk dat er een tegencultuur levende wordt gehouden. ‘Ik mis soms de mentaliteit van “gewoon dóén”. Met Red Light Radio hebben we geen sterk businessplan, we verdienen alleen aan partnerships en samenwerkingen met festivals, maar doen dit omdat we vinden dat het simpelweg moet gebeuren. Ik heb in 2009 nog een jaartje de programmering gedaan voor Club Up, de verhuurschuur van Sociëteit de Kring. Dat was echt verschrikkelijk. Ik werd helemaal gek van de mensen die zeiden: “Dit is mijn concept.” Ze praatten over muziek in marketingtermen, als een soort onderneming. Dancecultuur heeft daar echt onder te lijden. Het moet gaan om hele sicke muziek laten horen.’ Hij zet een zware stem op: ‘Desnoods kraken we er een pand voor of doen we het in mijn woonkamer!’ Weer normaal: ‘Neem Garage Noord, dat is een club waar ik die juiste spirit nog zie. Reken maar dat die gasten er vooral heel veel tijd voor opofferen en er veel bloed, zweet en tranen in steken om iets moois neer te zetten.’

Als dj probeert hij nu vooral op dat soort plekken terecht te komen. ‘Twee jaar geleden, toen mijn carrière vaart begon te nemen, heb ik besloten dat ik alles wil doen, zoveel mogelijk draaiuren maken en zoveel mogelijk ervaring opdoen. Toffe clubs, kloteclubs, grote clubs, kleine clubs, peaktime, afsluiten, opwarmen… Alles! Dat heeft me veel ervaring opgeleverd, maar nu ben ik selectiever om op de plekken terecht te komen waar ik wat bijzonders kan doen. Dj’en vergt veel van je creativiteit, je moet getriggerd blijven en zorgen dat je input krijgt. Dat je denkt: wauw, wat een setting! Wauw, wat een publiek! Wauw, wat een geweldige dj’s!’

Liever een weirde plaat waar hij ook mee afschrikt

Orpheu is het type dj dat liever een weirde plaat draait waar hij wat mensen mee afschrikt, dan een househit waarmee hij iedereen sowieso omver blaast. ‘Als dj sta je op verschillende niveau’s in dienst van het publiek. Natuurlijk moet je mensen tot op zekere hoogte een leuke avond bezorgen, heel plat gezegd. Dat wel, maar ik vind ook dat je mensen moet prikkelen, inspireren, uitdagen. Als je dertig ongeïnteresseerde mensen verliest van de dansvloer, maar daardoor twintig mensen weet te inspireren, dan vind ik dat veel vruchtbaarder.’ Maar hij gelooft ook weer niet in de concessieloze dj. Neem een dj die op prime time vogelgeluiden draaide op Dekmantel. ‘Het enige dat je daarmee bereikt, is een paar mensen die zeggen: “Dat ze dat gewoon doet, joh!” Maar ik ben er niet van onder de indruk. Dan vond ik Traxx veel beter, die eerst de vloer halveerde met een soort drumdonder, en daarna ging opbouwen naar een crazy superintens ding, zonder concessies, maar wel met het idee om mensen gek te krijgen. Echt next level.’

Neem ook zijn eigen afsluitende set op Strange Sounds From Beyond eerder dit jaar. ‘Ik had als uitgangspunt genomen: “Ik ga proberen te zorgen dat het misgaat.” Ik wilde ook mezelf verrassen. Dat ging dus heel erg goed, vond ik, juist omdat het de hele tijd op het randje balanceerde: “Hóóóóóóó, oppassen!” Ik heb best wel extreme muziek gedraaid, het was ontzettend far out.’ 

Orpheu the Wizard draait vrijdag 13 september op Into The Woods in Amersfoort. Doe eens gek en luister Red Light Radio. 

Orpheu the Wizard