‘Weten jullie hoe ik bij het strand kom?’ ‘Gast, waar is de Koperen Hond?’ ‘’Is dit het podium waar Inga Mauer zo draait?’ Continu zie je vragende gezichten fluisteren op de smalle bamboepaadjes. Zelf raak je ook om de haverklap de weg kwijt op Wildeburg. Zelfs als je er vorig jaar bij was. Ook nu weer ontdek je na drie dagen struinen nog nieuwe verborgen hoekjes en podia in het bamboebos. Opeens beland je na uren struinen bij een mellow kleermakerszit-slowhouse-podiumpje dat niet in het blokkenschema staat waar jongens in vaalgroene drolvangers liggen weg te spacen, of lig je opeens tussen de houten palen onder een stage in de luwte te vozen.
Oh Wildeburg, wat ben je een prachtig uniek festival. Vorig jaar zagen we al hoe bijzonder het was om 60 uur non-stop door te kunnen gaan. Ja, je hele ritme gaat naar de klote, maar je komt in een flow terecht die onvergelijkbaar is met elk ander Nederlandse dance-evenement. Het lijkt wel alsof de organisatie tijdens de brainstorm dacht: waar heb je allemaal zin in als je van de wereld bent?