‘Your mother sucks cocks in hell!’ Ik snap het even niet, maar David Vunk speelt in zijn Rotterdamse woonkamer de kots-scène uit The Exorcist na. Ik vroeg hem bij wijze van binnenkomer geïnteresseerd naar de zelfgebakken wiet-tulband die ik twee dagen geleden op zijn Instagram voorbij zag komen. Vol overgave beeldt hij nu uit hoe hij die spacecake over de vloer braakte. Of het toch een chille trip was? ‘Nee man, echt niet chill. Ik werd er helemaal negatief van: dit doe ik niet goed, dat doe ik niet goed. Ik rook, ik blow, ik drink, dat is zo slecht voor me.’ Waar het op neerkomt: hij had er veel teveel van gegeten, en die spacecake was véél te sterk. Hij zegt het terwijl hij naar het stompje van een jointje in zijn hand wijst. ‘Moet je nagaan. Ik blow elke dag, de hele dag door!’
David ‘Vunk’ Versteeg (41) is in het echte leven al net zo’n orkaan als achter de draaitafels, blijkt al na vijf minuten in zijn achtertuin. Hij heeft zo’n typisch piepkort jaren zeventig-sportbroekje aan dat hij ook tijdens zijn sets graag draagt, een kapotgeknipt shirt van zijn eigen label Moustache Records en inderdaad continu een jointje tussen de vingers geknepen. Vunk draait al sinds 1992 mee als dj, maar veelal buiten het zicht van de zogenoemde dansvloerconnaisseur om. Dat veranderde in een klap toen hij vorig jaar iedereen gek kreeg met zijn set op Lente Kabinet. ‘Rotterdam, Rotterdam, Rotterdam!’, werd euforisch gescandeerd, elke klapper werd met gejuich ontvangen. Serieus, als je je een keertje verdrietig voelt, kijk wat filmpjes terug van die middag en je hebt direct weer zin om vooraan op een dansvloer te staan.