Op de eerste lentedag van 2025 ontkiemt indiefestival Peel Slowly And See rondom de Middelstegracht. Toch rijst met de narcissen de vraag: is de programmering van dit festival bij deze editie minder avontuurlijk geworden dan waar we de laatste jaren mee verwend zijn?

Op deze vrijdag lijkt dat misschien zo, met rustige acts als Adrian Crowley, I Am Oak en Nadine Khouri. Schijn bedriegt echter, want de extreemste staan zijn dit jaar allemaal op de zaterdag, op Chew en Crowdsurfers Must Die na.

Chew

Bassen als een straaljager

Het energieke Chew uit Atlanta (VS) trapt de avond af in Resistor. Dit trio brengt psychedelische postrock met funky beats, scheurende gitaren, beukende bassen en ingenieus ingezette samples. Temidden van gitarist Brett Reagan en bassist Brandon Pittman is het drumstel van Sarah Wilson prominent opgesteld. Mede door deze positionering, maar ook door haar charismatische verschijning en dynamische performance, lijkt Wilson de ‘aanvoerder’ van dit trio. Haar ritmes zijn in elk geval een drijvende kracht in de muziek. Meteen in het eerste nummer gaat ze al dusdanig los dat een onderdeel van haar drumstel valt en in de zaal terechtkomt. Gelukkig brengt een toeschouwer het terug en kan het weer vastgemaakt worden. Dit laat wel zien hoe – soms letterlijk – explosief haar spel kan zijn.

Naast de opzwepende ritmes genieten we van fijne gitaarslides, hammondklanken uit de synth en een basgeluid dat soms ook als een straaljager blijkt te kunnen klinken. Ter ondersteuning van de overigens instrumentale nummers worden achter de muzikanten projecties op een scherm getoond. We zien beelden variërend van het Alziend Oog en een soort vechtsportgoeroe tot witte maskers en close-up warmtecamerabeelden van een vrouwengezicht. Een raadselachtige collectie beelden.

Wat zich op het podium zélf afspeelt, trekt dan ook meer de aandacht. Sarah is zo enthousiast dat ze regelmatig zelf maar alvast begint te klappen als een nummer afgelopen is, waarna het applaus uit de zaal uiteraard volgt. Verrassend genoeg lijken Brett en Brandon in het begin wat introvert, terwijl hun muziek toch allerminst ingetogen is. Ze moeten duidelijk even op gang komen, maar gaandeweg worden ze steeds beweeglijker op het podium en maken ze meer contact met de zaal. Bij het laatste nummer, ‘Mother’,  komt Brett zelfs even het publiek in met zijn gitaar en bij het afscheid nemen maakt Brandon een soort dansje dat lijkt op het brengen van de Land van Ooit-groet. (CB)

Adrian Crowley

Niet Aleister Crowley

Peel Slowly speelt op een extra, nieuwe locatie: de Herengrachtkerk. Deze Nederlandse Gereformeerde Kerk is groot, kaal en stemmig. De akoestiek is uiteraard prima. In het bijna-donker zijn de vloeistofdia’s goed te zien, met rondcirkelende rode, gele en roze bollen tegen een blauwe achtergrond.

Met zijn kalme spreekzang, diepe stem en poëtische, diepe teksten kun je Adrian Crowley vergelijken met Nick Cave, of, nog toepasselijker, met Leonard Cohen. Adrians zang blijkt vanavond dusdanig hard te zijn ten opzichte van zijn gitaar, dat zijn sterke teksten nauwelijks verstaanbaar zijn. Hiermee valt een wapen van betovering weg.

Naast gitaar speelt Adrian Crowley op een mellotron, waar hij allerlei verschillende geluiden uit haalt: een traag, ritmisch stoommachinegeluid, een orgel, een cello.

Hij roept Nadine Khouri op het podium, zij staat later vanavond solo in de Qbus. Dit is de slotavond van hun twee weken durende gezamenlijke Europese tour. Het sethoogtepunt, ‘Swimming In The Quarry’, is pas een maand uit. Ter afwisseling speelt Nadine elektrische gitaarsolo's op een bedje van droge mellotrondrum. Adrian gaat later iets omhoog met zijn stem, waardoor Nadine een octaaf lager de tweede stem zingt. Aan het einde haalt hij nog wat aangenaam kabbelende klanken uit zijn gitaar. Na het bescheiden vertrek van de Ier gaan plotseling alle zaallichten vol aan.

Door diens onverstaanbare teksten en met minder animalistisch charisma dan Cave of Cohen blijft Adrians optreden wat braaf en vlak. Iets van de geest van “the wickedest man in the world”, occultist Aleister Crowley, was hier goed geweest. (RvN)

Trupa Trupa

Eigenzinnig activisme

In de Qbus zetten de eigenzinnige postpunkers van Trupa Trupa een solide, aanstekelijke set neer. Ze spelen alle nummers van hun eerder dit jaar uitgebrachte EP ‘Mourners’, en meer. Het drietal komt uit Gdánsk en is daarmee een van de vier acts die de Poolse focus van deze editie van PSAS onderstrepen. Van 1 januari tot en met 30 juni neemt Polen het roulerende voorzitterschap van de Raad van de EU over. Om dit moment te benadrukken heeft het festival dit jaar vier Poolse acts geprogrammeerd, in samenwerking met het Adam Mickiewicz Instituut.

Opvallend is de houterige motoriek van zanger/gitarist Grzegorz Kwiatkowski. Zijn schokkerige gebaren doen denken aan de bewegingen van Joy Divisions Ian Curtis. Zo musiceert hij staande op één been, heft zijn armen, balt zijn vuisten, springt over het podium, slaakt er kreten bij en kijkt af en toe verstoord of misprijzend de zaal in. Ook qua sound lijkt de band sterk beïnvloed door Britse postpunk uit de (vroege) jaren tachtig. De wat rustiger nummers doen dan juist weer denken aan het meer toegankelijke werk van Radiohead. Ook invloeden van The Beatles zijn duidelijk aanwezig, met letterlijke referenties aan ‘All you need is love’ en ‘The Magical Mystery Tour’. De melodische basloopjes van Wojtek Juchniewicz zijn een inventieve verrassing en drummerTomek Pawluczuk zorgt met zijn steady beats voor de ritmische ruggengraat van de songs.

De nummers zijn niet alleen catchy, maar ze gaan ook nog ergens over: ze verkennen de donkere kanten en duistere perioden uit de geschiedenis van de mensheid en thema’s als de Holocaust worden niet ontweken. Dat heeft ertoe geleid dat Trupa Trupa buiten hun landsgrenzen populairder is dan in Polen zelf. Voor Gregorz Kwiatkowski is dat om het even: naast muzikant is hij ook dichter en mensenrechtenactivist en voor hem hangt dit allemaal met elkaar samen. (CB)

Nasîn

Overgeleverd aan de overleveringen

Nasîn bestaat uit Zilan Hasret Yıldız op de daf (trom uit het Midden-Oosten), Ruşen Can Acet op de kabak kemane (Turks strijkinstrument), Lucie Rosann Lelaurain op fluit en duduk (Armeens blaasinstrument), en Bori Mályi op saz (een soort luit). Alle vier doen ze ook vocalen in wisselende combinaties, onversterkt op de binnenplaats bij ROEM, onder een tent met eigenlijk iets te felle verlichting. Mik liever ondanks de brandveiligheid een paar vuurkorven neer, want de verhalende liederen in het Turks, Armeens en Koerdisch voelen aan alsof ze van generaties terug dateren. Ook voor de mensen die de Duolingo-uil wel kunnen afschieten is de bedoelde stemming steeds goed te ontwaren.

Bij tragiek wordt de samenzang een melancholische melange van gedeelde smart, bij eenzaamheid zingt een enkeling, en elk lid van het viertal krijgt minstens één keer het voortouw, met scherpe strijken van Acet of spitse fluit van Lelaurain die de meeste indruk achterlaten. De wondermooie taalgroep opent een wereld aan lillende keelklanken met emotie waar geen tolk aan te pas komt. Het is echter meer dan misère, met ook een uitbundig lied waarbij het viertal van de energie niet kan stoppen met zelf mee te tappen, of een sensuele wending waarbij een paar luisteraars mee wiegen als bomen in een bries. Voor mij het hoogtepunt van de vrijdag. (BK)

Imaginary Record Store

“Händel this”

Voor het tweede jaar is tentoonstellingsruimte TROEF veranderd in een platenwinkel met nét niet verschenen vinyl dankzij kunstenaarscollectief ROEM. Leidse kunstenaars hebben ontwerpen ingestuurd die vervolgens echt gedrukt zijn.

Over artiesten gesproken: Sanne Bet, winnares van de Fiep Westendorp Stimuleringsprijs, maakt ter plekke CD-covers. Ze vraagt wat het onderwerp moet zijn en maakt daar met vulpen in een paar minuten een tekening bij. Een ROEM-muzikant doet een performance als Lichaamstaal (zie hieronder): hij stemt non-stop zijn gitaar. In een hoekje kun je voor het eerst PSAS-merch kopen, zoals stickers en een sjaal.

Voor wie geïnspireerd is om zelf aan de slag te gaan: er is ook een knutselhoekje met papier en stiften, scharen en tijdschriften om uit te knippen. Op het bord staat: "Maak je eigen fantasieplaat!" Wat daar gemaakt wordt, wordt onderdeel van de collectie.

Vinylhoogtepunten
Qua vinyl komen we een oude bekende tegen van vorig jaar, het debuutalbum van Mercator. Nog wat bijzondere platen:

  • De trippy voorkant van ‘A Murderous Dreamscape’ verbergt nummers als: ‘Nightmarry me’.
  • ‘Machine Messiah’ heeft als ondertitel: ‘Händel this’. De kubistische componist siert de cover.
  • Over Babayaga, de mythische heks, staat aan de bovenkant een zalvende uitleg over haar natuurmystieke betekenis. De titels van ‘Folklore’ vertellen echter een lovecraftiaans horrorsprookje. Het begint met ‘The kids’ en eindigt via ’The creepy crawlers’ met ‘Please don’t scream’.
  • Damesschreeuwkoor Volle Maan (Live uit Urk) heeft onder andere: ‘Lazer op’ / ‘Kom terug’ / ‘Blijf (voor altijd)’.
  • De goorste songtitel is van Lichaamstaal: ‘Smegmaborstel & tarrelstokers’.
  • Als Charles Darwin een plaat gemaakt had, had die ‘On the origin of lighthouses’ geheten.
  • De uitleg van de nummers van ‘Why MC Anus’ zijn alleen maar klachten over de lethargische DJ’s: “A whole track of silence… DJ’s idea of a set”.
  • O ja, en Liesbeth List zong nooit ‘De Mauthausen-liederen’. (RvN)

Crowdsurfers Must Die

Nice niche noisecore

Crowdsurfers Must Die (geen vindbare socials tenzij je dit stukje Geocities-nostalgie meetelt) draait al mee in de marge sinds 1998. Nauwelijks digitale voetafdruk, wel voetjes van de vloer. De band pitcht zichzelf sarcastisch als singer-songwriter, en maakt tijdens hun set in de Resistor een ontspannen indruk, soms misschien iets té. De theremin klinkt als op sterven, dan begint met een duivelse glimlach een potige basis aan drum erbij. Als geheel mixt het tot een nummertje punk in de oervorm. Nummers zijn niet alleen zo iconoclastisch mogelijk, er is soms zelfs een stukje surf zoals drenkelingen het zouden horen of spookachtige theremin die zo in een Hanna-Barbera cartoon kan.

Ik denk een slogan tegen bont te horen terwijl het trio het wel bont maakt, met wisselende hardcore breakdowns (instrumentaal en mentaal) en dan weer trillende cimbalen en bibberende theremin op een frequentie die als de tegenpool voelt van een spinnende kat. Geen geneeskrachtige werking, maar juist langzaam de lagen aan comfort van je psyche strippen tot er alleen nog maar dissociatie is. Het jofele aura van de act brengt je daarna weer terug in je eigen lichaam. De gitaar is het werkpaard, een ondergewaardeerde bouwsteen van het hele experiment. Bot en tot op het bot, en toch voor de fijnproever. (BK)

I Am Oak

Harmonieuze huiskamer

In de nieuwste PSAS-locatie, de enorme Herengrachtkerk schept I Am Oak een huiskamersfeer. Op tafeltjes en een instrumentenkist staan drie schemerlampen. Vloeidia's met vlekken die rondtollen op de achterwand zijn nu wit, rood, blauw en roze.

I Am Oak is een kalme singer-songwriteract die doet denken aan een meer folkgericht The National. In het middelpunt staat Thijs Kuijken, wiens akoestische gitaar, leadzang en keyboard worden vandaag begeleid door Clasine Haringsma met een dromerig klinkende elektrische gitaar. Daarnaast verzorgt Clasine met haar warme, donkere de achtergrondzang. Hun mooi bij elkaar passende stemmen doen denken aan K's Choice, alleen zijn dit niet twee broers. Ook de gitaren klinken harmonieus, wat het concert een knus gevoel geeft. Het ene nummer verglijdt in het volgende ene balans van het geluid is bij dit concert uitstekend.

Ze spelen vier nieuwe nummers op rij, waaronder het al gereleaste 'Dreamt of you'. Het album waar ze op staan, ‘Time Drifts‘, komt over twee weken uit. 3voor12 interviewde hem over de achterliggende ideeën.

Het publiek klapt massaler dan eerder bij Adrian Crowley, maar aan de andere kant stroomt de zaal langzamerhand leeg, onder andere richting NasÎn. Thijs sluit dan ook af met: "Bedankt dat jullie zijn blijven zitten." Dit was echter wat Adrian Crowley had moeten zijn. (RvN)

Nadine Khouri

Verhalende poëzie

Met haar verhalende, dromerige songs creëert Nadine Khouri een intieme sfeer in de Qbus.

Samen met Adrian Crowley toert de Brits-Libanese zangeres door België, Nederland en Frankrijk. Eerder deze avond zong en speelde ze al enkele nummers samen met Adrian in de Herengrachtkerk, maar in de Qbus vult ze het podium helemaal in haar eentje. Geheel gekleed in het zwart, maar met kersenrode nagels, precies in de kleur van haar gitaar. Dit optreden is de afsluiter van haar tour door Nederland.

Nadine heeft een lieflijke uitstraling en haar ietwat hese stem doet denken aan een zangeres als de Israëlische Noa. Ze speelt haar vorig jaar verschenen singles ‘The night will keep us warm’ en ‘Lo-Fi Moon’ en daarnaast een aantal nummers van haar album ‘Another Life’, dat uitkwam in 2022. Introspectieve songs met warme melodieën, die ze stuk voor stuk zorgvuldig inleidt met een uitleg over de inhoud van de tekst en waar of waarom ze het heeft geschreven. Indrukwekkend hoe ze de toehoorders weet te raken met haar poëtische teksten, zoals bijvoorbeeld in ‘Box of Echoes’,  over een man die alles achterlaat om opnieuw te beginnen, maar achtervolgd wordt door zijn verleden. (CB)

Texoprint

"Interviews mogen na de show"

Het Rotterdamse trio Texoprint speelt maar liefst negen nummers in een half uur. Stel je hun intense noiserock voor als drum ‘n’ bass post-punk, maar dan met een gitaar erbij.

Wie van de drie is de leadzanger? Het goede antwoord is: allemaal. Drummer David Pop pakt bij het openingsnummer ‘Panko’ de leadzang, bij ‘Guess’ begint bassist Jasper Werij daarmee en neemt gitarist Rewin Rolleman het over. Hun stemmen klinken een groot deel van de set alle drie ongeveer hetzelfde, totdat Jasper bijna rapt bij ‘Texoprint’.

Halverwege de set blijkt na ‘Said Enough’ een snaar van de gitaar gebroken. Het zaallicht gaat even aan zodat Rewin genoeg ziet om hem te vervangen. Zenuwachtig worden ze hier niet van; dit is een ervaren band die al op Best Kept Secret en ESNS 2025 gestaan heeft. Tijdens de reparatie leidt Jasper de aandacht af met een verhaal dat hij zijn bas heeft gekocht van Robert Smith (niet die van The Cure). Na gepraat uit de zaal roept hij: "Interviews mogen na de show!"

Texoprint hervat met het rocky en sterke 'Push It Down'. Daarin wordt de spanning opgebouwd door steeds te versnellen, met een ontploffing aan het einde. David ramt er daarna bezweet en met een grimas op los in 'Street'.

Dat was de juiste intensiteit en deze mannen hadden goede energie – het hoogtepunt van de eerste festivaldag. (RvN)

Artrodese

Stappenplan

Artrodese mikt de laptop op z’n kansel in de Resistor en kijkt er vervolgens niet meer naar om terwijl hij teksten naar het publiek keft om ze te bekeren tot de drum ‘n' bass. Waar men vroeger missionarissen naar de jungle stuurde, brengt deze ambassadeur nu zelf de jungle. Met mijn pas ontdekte passie voor het bekritiseren van electrieke artiesten die statisch achter hun meubel staan, gooit deze artiest hoge ogen door een heel stappenplan te vertonen van hoe je moet dansen op deze pompende pret. De zang heeft een heerlijk Hollands accent over de Engelse lyrics en de artiest beent de playlist op autopiloot braaf bij.

De contextloze 'fuck the system’ boodschap en basale bass gespeend van bullshit begint na een paar nummers te vervelen, maar dan volgen up- en downtempo speelsheid en zelfs een sample van een Spaanse gitaar als er geen loopje met me wordt genomen. Dat het het einde van de avond is merk je wel aan de energie van het publiek, maar er gaan er genoeg door tot het gaatje. Mocht je trouwens een gat in je hand hebben, begin april kan je de nieuwste EP van Artrodese op de kop tikken. (BK)

Zaterdagverslag

Dit was het verslag van de vrijdag; dat van zaterdag vind je hier