Die soundtrack voor de dystopische wereld vol grote vraagstukken maakt ze samen met Moss-zanger Marien Dorleijn, aan wie ze door haar manager gekoppeld werd. ‘Ik wilde een aantal dingen anders doen na mijn EP Peel The Skin en dat vertelde ik aan mijn manager. Hij koppelde me vervolgens aan Marien. We zijn toen een dag in Kytopia gaan zitten om aan de nummers te sleutelen. Dat klikte zo goed dat ik ook wel mijn debuutalbum met hem wilde opnemen, want we zaten zo op een lijn. Hoewel we ook wel veel verschillen. Ik gooi heel snel mijn eigen stukken weg, terwijl hij meer bewaart of hoort of iets vet is. Dat zorgt voor een goed evenwicht bij het schrijven.’
Op het mini album is nog een interessante samenwerking te vinden. Villagers-zanger Conor O’Brien verzorgde de blazers op ‘Cigarette Song’. ‘Ik stond met mijn band in het voorprogramma van Villagers tijdens hun tour door Nederland en België. Ik wilde wel mijn best doen om ook contact met ze te krijgen, want soms spreek je de bands waarin je in het voorprogramma staat helemaal niet. Uiteindelijk hoefde ik daar helemaal niet zo mijn best voor te doen, want zij kwamen ook naar onze shows kijken en vroegen of we achteraf nog een biertje wilde drinken. Zo raakte we ook aan de praat over trompetten en blazers, omdat ik dat zo mooi vind en toevallig was hij zichzelf een jaar eerder trompet aan het leren spelen. Als ik ooit blazers in mijn stukken wilde dan mocht ik hem altijd mailen, zei hij. Een paar maanden later was ik ‘Cigarette Song’ aan het afmaken, maar ik miste nog iets bij het nummer. Toen dacht ik: ik mail Conor gewoon. Met een beetje in mijn achterhoofd dat hij dit had gezegd in the spur of the moment, maar hij reageerde gelijk! In zijn studio in Dublin heeft hij er toen wat lijntjes en arrangementen bij gemaakt en dat was al snel echt heel tof. Achteraf heb ik hem als bedankje nog een bierpakketje opgestuurd.’
Op het minialbum zoekt Kester meer risico’s en contrast op. ‘Als je als vrouw muziek maakt die niet per se keiharde rock is, dan word je al gauw neergezet als “lieflijk”. Misschien klink ik ook wel lieflijk, maar ik vind het niet fijn om in zo’n hokje geplaatst te worden. Ik hou er ook van om in mijn muziek dingen kapot te maken, maar de schoonheid moet wel overeind blijven. Die tegenstellingen zitten heel erg in mij. Ik probeer nu uit te zoeken hoe ik nog wel mezelf kan zijn met die contrasten, maar het niveau bloemetjesjurk wil ik ontstijgen.’