Het nachtleven is al jaren smoorverliefd op Elias Mazian de dj. Nu mogen we ook verliefd worden op Elias Mazian de zanger. Met de romantische Neder-synthpop-plaat Vrij van Dromen gaat hij op zoek naar toenadering, maar hij durft ook de pijn te omarmen.

’s Nachts is alles anders. Die zin zou Elias Mazian (30) wel willen tatoeëren, had hij laatst bedacht. ’s Nachts balanceer je op een koord tussen euforie en echt verdriet. ’s Nachts staan al je poriën open voor kwetsbaarheid, en dat is nu juist zo mooi aan breekbare liedjes in de nacht. Mazian kan het weten, hij behoorde tot de jonge garde dj’s binnen de Amsterdamse club Trouw, werd een van de smaakmakers van De School en vliegt de halve wereld rond om te draaien. Als het even kan, mixt hij tussen opzwepende houseplaten maar al te graag een melancholisch liedje in om ook de vlinders in je buik aan het dansen te krijgen.

‘Iedereen herkent het beeld van een ruziënd stel in de hoek van de club, een break-up die op de dansvloer plaatsvindt’, mijmert hij, weggezakt op de bank van zijn huisje in Amsterdam-West. ‘En daar tegenover het zoenende koppel. De tragiek van het nachtleven, dat is mijn ultieme thema. Je hoopt op die ene perfecte avond. Soms lukt dat. En soms lukt dat niet.’

Denk bijvoorbeeld aan die jongen in de hoek van de dansvloer. Hij is een beetje verlegen, een tikkeltje onhandig, maar hij heeft wel het verlangen om met iemand te zijn. Lukt het niet om dat te bereiken? Dan kan hij er tenminste over fantaseren. Ja, echt, op Mazian’s debuutalbum als zanger staat een cover van de goofy Nederpop-kraker ‘Stiekem Met Je Gedanst’ van Toontje Lager. ‘Het was het tweede liedje dat ik heb opgenomen. Ik heb veel covers opgenomen om mezelf te leren hoe je een goed liedje schrijft. Ik dacht: als ik de beat nou twee keer zo langzaam maak, en het rustig en dromerig zing? Dan wordt het opeens een treurig nummer, het wordt de belichaming van de nacht zoals ik die zie.’

Het past inderdaad perfect binnen dat album Vrij van Dromen, dat vol staat met romantische Nederlandstalige synthpopliedjes, breekbaar gezongen en met een enkel meer uitbundig uitstapje. Je hoort zijn voorliefde voor Eefje de Visser, maar ook voor de jaren tachtig.

Naast de housetracks die hij de afgelopen jaren uitbracht (waar hij ook al in zong), maakte hij altijd al opzetjes voor dit soort liedjes, vertelt Mazian. ‘Vroeger al met mijn broertje Tellem, we begonnen ooit met hiphop. Hij kon veel beter rappen, dus ben ik maar beats gaan maken en gaan zingen. Zo heb ik jarenlang schetsjes gemaakt, maar ik wist niet hoe ik het moest doorzetten, in welke vorm ik het moest gieten.’

Toen Mazian zo’n demootje stuurde naar zijn dierbare vriend (en de megapopulaire dj) Job Jobse, werd die helemaal gek. Jobse broedde op zijn eigen label De Vlieger, en daar paste deze muziek precies binnen. ‘Hij had echt de visie hoe de plaat zou moeten klinken, hoe het eruit zou moeten zien. Hij is eigenlijk gewoon een geweldige A&R-manager. Hij kan heel goed meedenken bij het arrangeren van een liedje, en voelt aan of een nummer wat langer zou kunnen. Job kon precies zeggen wat wel en niet op dit album paste. Nou, dan komt zo’n plaat na jaren van schetsen dus opeens heel snel af.’

(tekst gaat door na de video)

Zijn hart in duizend stukjes

Vrij Van Dromen is een superromantisch album, dat inzoomt op allerlei verschillende facetten van een relatie. ‘Ik wilde eigenlijk gewoon liedjes schrijven voor mijn vriendin. Zij is het tegenovergestelde van mij, een heel introvert type dat moeilijk over haar emoties kan praten en daar weleens in vastloopt. “Bij Mij” gaat daarover: je hoeft je niet aan mij aan te passen, je hoeft niet op je best te zijn, als je maar bij mij bent is het oké. Dat is de ultieme vorm van liefde. “Niemand” gaat over het reizen, dat ik haar miste maar wist: hoe ver ik ook van je verwijderd ben, zo lang we samen zijn weet ik dat het goed is.’

Het pijnlijke: die relatie strandde juist toen Vrij Van Dromen bijna af was. ‘Ik wil niet echt in details treden, maar ze heeft mijn hart in duizend stukjes gebroken. Job was heel bang dat ik het niet meer wilde uitbrengen. Door de liedjes keer op keer te moeten luisteren om ze af te maken, werd ik geconfronteerd hoe het ooit was, hoe erg ik van deze vrouw hield. Het bleek juist een startpunt van omgaan met die pijn, het bleek heel healing.’

Hij weet nog dat hij in Luxemburg moest draaien, een week nadat het uit ging. ‘Ik was vet verdrietig natuurlijk. Ik zat in het hotel, en normaal gesproken zou ik haar dan een appje sturen. Nu kon dat niet. Ik voelde me zóóóó kut, het leek wel alsof de kamer een paar tinten donkerder werd, ik kreeg een deken van verdriet over me heen. Ik heb mijn telefoon in de hoek van de kamer gegooid en ben ademhalingsoefeningen gaan zitten doen. Ik verdronk bijna in het verdriet: het is een paar dagen uit, de liefde van mijn leven heeft me zoveel pijn gedaan…. en na een kwartier merkte ik dat het weer lichter werd in de kamer. Toen wist ik: oké, dit is hoe ik het ga doen. Ik kan het opschrijven, ik kan er met mensen over gaan praten, maar ik moet het verdriet niet ontkennen. Een breakup in corona-tijden is sowieso al megazwaar en eenzaam, maar juist dankzij het album kom ik erdoorheen.’

Elias Mazian

De pijn omarmen in een witte wereld

De pijn durven omarmen, dat leerde hij al vroeg in zijn leven. Mazian groeide als derde generatie Marokkaan op in een multiculturele wijk in Amersfoort tussen Somalische, Kroatische, Bosnische en Vietnamese kinderen. Toen hij naar het gymnasium ging, belandde hij op een vrijwel geheel witte school. ‘Ik dacht: op het gymnasium zitten alleen maar slimme kids, die zijn sowieso niet racistisch. Nou, daar ben ik snel op teruggekomen. Als er een ruzie was, werd ik altijd voor kut-Marokkaan uitgescholden. Het eerste kwartaal kwam ik telkens huilend thuis, ik vond het verschrikkelijk. Ik voelde letterlijk de segregatie: kennelijk hebben wij twaalf jaar lang langs elkaar heen geleefd. Ik kreeg zelfs de vraag wanneer mijn ouders waren gevlucht?! Bij mijn klasgenoten was er kennelijk geen enkele kennis van deze belangrijke bladzijde in de Nederlandse geschiedenis: mijn grootouders werden als gastarbeiders opgenomen om het vuile werk op te knappen, omdat het economisch in dit land zo goed ging.’

In de jaren die volgden, vond Mazian langzaam maar zeker zijn weg op school. ‘Dus ontstond er een versie van mij die zeven jaar lang met witte kids is opgetrokken. Ik volgde het vak Filosofie, begon te twijfelen aan het geloof en raakte vervreemd van de jongens uit mijn buurt. Ik had het gevoel dat ik tussen twee werelden in zweefde: mijn familie vond het steeds lastiger om te begrijpen waar ik mee bezig was, mijn Marokkaanse vrienden vonden me altijd een beetje een weirdo, en mijn Nederlandse vrienden snapten niet echt waar ik vandaan kwam, wat mijn struggle precies was.’

In die tijd was muziek het allerbelangrijkste voor hem: in het lokale skatecafé begon hij plaatjes te draaien en al gauw werd Mazian huis-dj op het Kribbuhshit-feest van Jiggy Djé en SpaceKees. ‘Mijn broertje was de backup mc van Jiggy, ik draaide dan. En op het De Kassier-releasefeest van Murda en FS Green deed Hef het voorprogramma, maar zijn dj was ziek. Of ik wilde draaien? Ja hoor. Zo ben ik de vaste dj van Hef geworden, ik heb uiteindelijk anderhalf jaar met hem door heel Nederland getourd, in de Hefvermorgen-tijd. Hij is een hele intelligente en vooral ontzettend grappige gast, dus ik voelde me meteen op mijn gemak bij hem. Die tijd ga ik nooit meer vergeten.’

(tekst gaat door na de foto)

Een crazy identiteitscrisis in spierwitte clubs

Hij vertrok naar Amsterdam om te studeren, waar hij in een ‘crazy identiteitscrisis’ terecht kwam. Ja, Mazian ontdekte de club Trouw die zijn vaste thuisbasis zou worden, waar hij zijn hechtste vrienden leerde kennen. ‘Ik ontmoette mensen zoals Luc Mastenbroek, Job Jobse. Ik kon op een bankje gaan zitten praten over Arthur Russell. Hee, dit is iemand die dezelfde muziek kent als ik, die er hetzelfde gevoel bij krijgt als ik en die ook opveert bij dat ene stukje in dit liedje. Als je op een toffe avond komt, en je spreekt allemaal mensen zoals jij? Dan krijg je het gevoel van bestaansrecht: “Er is plek voor iemand zoals ik.” In Trouw ontstond een context voor mijn dromen over muziek.’

Maar Mazian weet ook nog wel hoe hij door de rookruimte van Trouw liep en dacht: ’Eigenlijk líjkt niemand hier op mij.’ ‘De enige Marokkaanse guy die ik er kende was Rashid, die werkte bij de beveiliging. Dat was het dubbele: ik had het heel fijn met mijn vrienden, maar die waren voornamelijk wit. Het is veel gezonder als je omringd wordt door een diverse groep mensen, mensen die hetzelfde verhaal hebben als jij, met wie je dingen deelt en die gewoon snappen wat je bedoelt. Daarom ben ik zo blij dat ik als kind ben opgegroeid in een hele diverse omgeving: dan stel je geen rare vragen meer, dan is het vanzelfsprekend dat sommige mensen er anders uit zien dan jij. Dat je bij een verjaardag ander eten krijgt dan thuis, dat het er bij andere families anders aan toegaat qua regels en cultuur. Met mijn vrienden van kleur hoef ik daar niet eens over te praten.’

Dus ook in die periode voelde hij zich eenzaam. ‘Ik was 19 en belandde in een een soort depressie, ik liep helemaal vast. Toen ben ik twee jaar lang in therapie geweest. Die vrouw ben ik eeuwig dankbaar. Ze luisterde naar mijn verhaal zonder te oordelen, gaf me de ruimte en maakte daar een analyse van. Daar heb ik geleerd te reflecteren, te accepteren dat je voelt wat je voelt en bent wie je bent.’

Het belang van representatie

‘Representatie is daarom zó belangrijk’, vindt Mazian. ‘Ik draaide op 1 januari samen met Carista in De School, van 6 uur ’s ochtends tot half 1 ’s middags. Dat was een van de meest intense, mooiste sets die ik ooit heb gedraaid. Ik was op de wc mijn gezicht aan het wassen, omdat het zo superwarm was. Toen kwam een meisje naar me toe: “Hey, ik vond het echt heel tof. Ik ben ook Marokkaans, en vond het vooral geweldig om iemand te zien die op mij leek.” Ik kreeg een brok in mijn keel. Dit was ík tien jaar geleden.’

Daarom kan hij zich ook goed vinden in de kritiek op zijn lievelingsclub De School: veel mensen van kleur hebben het gevoel dat ze er niet welkom zijn, dat de organisatie te wit is. Op social media lopen de emoties hoog op. ‘De School staat voor inclusiviteit en seksuele vrijheid. Dat is waarom heel veel mensen zich er zo thuis voelen, en ook waarom zij nu zo boos zijn. De plek is hen dierbaar, ze hebben er veel tijd en energie in geïnvesteerd en willen nu serieus genomen worden. Wat mensen van kleur overkomt in De School wordt gezien als losse incidenten. Maar het zijn geen losse incidenten, het zijn kleine dingen die allemaal onderdeel zijn van institutioneel racisme. Ik denk dat we met z’n allen een blinde vlek hebben gehad, ook ikzelf. De oplossing? Goede bedoelingen zijn niet genoeg: het bedrijf moet van binnenuit veranderd worden, er moeten simpelweg meer mensen van kleur gaan werken.’ Dan worden er geen onhandige posts gedaan op social media op de dag van belangrijke Black Lives Matter-demonstraties, dan worden klachten serieus genomen.

De toon van het diversiteitsdebat is nogal fel, soms bijna agressief. Mazian erkent daar de noodzaak van, maar voor hem zit het antwoord eigenlijk al verscholen in zijn album: ‘Ik ben een persoon van liefde, en dat wil ik graag zo houden.’ Zelfs als zijn hart in duizend stukjes wordt gebroken, wil hij geen afstand creëren. Hij moet op zoek naar toenadering, hij wil de ander liefdevol aanraken en ook de pijn omarmen.