‘Och ja, hij lult maar wat, en dan opeens blijkt het allemaal toch niet gaat zoals hij dacht.’ Martijn Deijkers lacht. Het is donderdagmiddag en president Donald Trump heeft zojuist bekendgemaakt toch niet met Kim Jung-Un te praten. De Noord-Koreaanse leider heeft zijn hand overspeelt, het plan is van de baan. De wereld schudt het hoofd weer eens verbijsterd. Zo ook Deijkers, dj, producer onder de naam Martyn, geleerd Trump-spotter sinds–ie in Washington DC dicht bij het vuur zit. ‘Ik las van de week een ontzettend interessant verhaal over de slimme diplomatiek waarmee de president van Zuid-Korea de twee Hitlers samen aan een tafel heeft gekregen. Daar kan ik echt van genieten.’
Hij woont alweer een tijdje in het hart van de Amerikaanse macht en is alweer aan zijn tweede trans-atlantische langspeler toe. Voids heet–ie, de opvolger van The Air Between Words. En opnieuw voegt hij een AAA-label aan zijn discografie toe. Na Brainfeeder en Ninja Tune heeft–ie nu een album op Ostgut Ton, het huislabel van de Berlijnse club Berghain. Zijn werk, zijn label, de meeste van zijn gigs, eigenlijk bevindt alles zich nog in Europa. En toch maakte hij destijds een goede stap door de liefde achterna te reizen naar Amerika, vindt hij nog steeds. Zoals jij en ik ’s ochtends in de bus stappen, zo stapt Martijn Deijkers in een trans-atlantische vlucht. Gemiddeld twee tot drie keer per maand. Het went, zegt hij, en waar het kan probeert hij een paar extra dagen in te plannen om ook echt kennis te maken met een plek waar hij nooit eerder geweest is. Hij kan zich amper meer voorstellen hoe vreemd het voor andere mensen is om dat te doen. Hij zegt het wel eens tegen vrienden of familie: ‘Kom je langs? Boek gewoon, dan kun je hier volgende week zijn.’
’In veertig seconden had alles voorbij kunnen zijn, dat besef ik heel goed. Mijn vrienden, mijn familie, mijn muziek, alle gave dingen waar ik mee bezig ben.’ Maar die veertig seconden waren niet het einde, met dank aan een batterijtje van 41 watt. Producer Martyn bracht er een ode aan, en maakte vervolgens het meest doorleefde album uit zijn carrière.
Martyn
Geldrop, 1975
2009 Great Lenghts (album)
2010 Fabric 50 (mix)
2011 Ghost People (album)
2013 Newspeak (EP)
2014 The Air Between Words (album)
2015 Block The Box (EP)
2016 Doms & Deykers (met Steffi, album)
2018 Voids (album)
Opeens werd het zwart
Het heeft zo zijn voordelen, zo’n verre vlucht een paar keer in de maand. Je bent weer even een paar uur afgesloten van de wereld. Ideaal om eens aan een boek te beginnen. Niet om te lezen, maar om zelf te schrijven. Een paar maanden geleden raakte Martyn in gesprek met een van de redacteuren achter de 33 1/3-serie, een reeks biografieën van klassieke albums. Die serie kon wel wat opfrissing gebruiken, vertelde de redacteur. ‘Iets meer 2018, zeg maar. De meeste van die boekjes gaan toch over Radiohead of Neil Young. Ze wilden meer met andere genres doen, met vrouwelijke artiesten, met people of color. Ik heb hem gevraagd of ik een idee mocht pitchen. Ik kan helaas nog niet vertellen welk album het geworden is, maar ik kan zeggen dat het een mijlpaal voor de drum ’n bass is, en voor mij persoonlijk. Ik heb een jaar gekregen om het boek te schrijven.’
Het past wel binnen Martyn’s terugkeer bij zijn oude liefde, drum ’n bass. Begin dit jaar was er ineens die opvallende aankondiging: de dj zou weer eens ouderwets op een drum ’n bass feest-draaien. Tijdens carnaval, in zijn oude woonplaats Eindhoven. Het was een feest waar zijn broer achter zat, en die trok meteen de agenda voor een nieuwe datum. ‘Het kwam nu ook wel goed uit, want op dit moment gebeuren er veel interessante dingen in de drum ’n bass. Het werd dus een combinatie van classics uit onze Red Zone-tijd en gloednieuwe tracks.’
Echt succesvol internationaal werd Martyn toen hij rond 2009 de pure drum ’n bass vaarwel zegde en kwam tot een eigen sound waarin dubstep (toen gloednieuw) en techno elkaar vonden. Zijn debuutalbum Great Lengths (over de afstand die er toen nog zat tussen hem en zijn geliefde) werd goed ontvangen, en sindsdien draait Martyn internationaal mee. Bij zijn huidige label Ostgut Ton - een technobolwerk van jewelste - kennen ze die achtergrond wel. En aan Voids te horen heeft niemand hem gedwongen die roots af te zweren ten faveure van een typische Berghain-geluid. ‘Een van de oude eigenaren van Ostgut Ton was juist een groot drum ’n bass-liefhebber, en hij benadrukte altijd waar ik vandaan kom. Het label wil de luisteraar ook heel graag verrassen. Ik heb graag gebruik gemaakt van de ruimte die daarvoor was.’
Voids voelt zelfs een beetje ‘classic’ Martyn. Dat hoeft-ie niet als een belediging op te vatten, en dat zal ie ook zeker niet doen. Voids past namelijk heel goed in een soort herwaardering van zijn eigen kwaliteiten, van de dingen waar hij goed in is. En dat heeft dan weer alles te maken met een incident dat plaatsvond toen–ie in zijn Amerikaanse studio werkte aan een EP. Hij was die dag in zijn eentje, niemand thuis, en opeens werd het zwart. ‘Op het moment dat ik wakker werd, wist ik meteen wat er gebeurd was. Ik heb zelf de ambulance gebeld. We wonen dichtbij het ziekenhuis, dus ik kon de sirene horen aankomen in de verte. Toen hij in de buurt was, ben ik vast naar beneden gelopen. In mijn korte broek, alsof ik de post ging halen. Het ambulance-personeel liep eerst straal langs me heen. Ze waren op zoek naar een oude man met een hartstilstand.’
Daadkracht
Hij praat er ongelofelijk nuchter over, en dat komt misschien doordat ie al jaren wist dat het in de lucht hing. Al in 2004 - een jaar nadat zijn vader overleed aan een hartstilstand - werd ook bij Martyn een hartafwijking geconstateerd. Hartritmestoornis. Daar valt in principe wel mee te leven, mits je drank, drugs en sigaretten afzweert. Maar vroeg of laat zou de situatie in een klap kunnen verslechteren, en dan zou hij simpelweg kunnen overlijden. Om dat te voorkomen kreeg Martyn in 2011 een pacemaker ingebouwd, een kleine sensor met een batterijtje die ingrijpt als het hart op hol slaat. Dat gebeurde dus die dag, bleek later. ‘Mijn hartslag was eerst gewoon 90 en schoot in een klap naar 325, twee keer gabberritme. Op dat moment is je hart alleen nog maar aan het trillen, het pompt geen bloed meer rond. Je valt meteen flauw. Door de schok van de batterij schiet het hart terug in het normale ritme. Ik werd wakker alsof er niets gebeurd was. Geen licht aan het eind van de tunnel, alleen een beetje hoofdpijn, meer niet.’
Martyn bleef anderhalve week in het ziekenhuis ter observatie, vooral om te zien of dit incident iets getriggerd had. Tot nu toe blijkt daar niets van en er is volgens de producer ook niets zinnigs over te zeggen. ‘Een dokter zei: het kan ook zijn dat je dit eens in de 43 jaar hebt. Dan zit je safe tot je 86e.’ In de loop van het jaar nam de onzekerheid natuurlijk wel af, maar Martyn werkt ook met een hernieuwd besef aan zijn muziek. ‘Na een paar dagen zinkt in wat er nu eigen precies gebeurd is. Dan realiseer je je wat je allemaal had kunnen verliezen. In veertig seconden had alles voorbij kunnen zijn, dat besef ik heel goed. Mijn vrienden, mijn familie, mijn muziek, alle gave dingen waar ik mee bezig ben. Je gaat nadenken over de mensen op wie je kunt bouwen in het leven, en waar je eerder in je carrière misschien wel eens concessies deed, ga je nu dingen doen die je echt graag wilt.’
De track waarmee hij die dag bezig was belandde op zijn EP Angels, die begin dit jaar verscheen op Steffi's label Dolly. Hij heet ’41W’, een knipoog naar het batterijtje in zijn pacemaker. Je zou het er zonder achtergrondkennis nooit uit gehaald hebben. Zo heeft Martyn eigenlijk altijd al gewerkt, zegt hij. Gebeurtenissen in zijn persoonlijke leven kregen een plek in zijn producties, ook al zijn die meestal volledig instrumentaal, soms met wat tekst. Zo staat op Voids ook een ode aan Marcus ‘Intalex’ Kaye, een Engelse drum ’n bass producer die vorig jaar zomaar overleed. Martyn niet, hij wel. Dat keiharde besef moet op dat moment nog harder aangekomen zijn dan het verlies van een vriend sowieso al doet.
‘Ik heb wel eens rationeel gedacht over een track’, zegt Martyn. ‘Ik wil dit of dat maken, met die en die sound. Maar dat is voor mij geen goede reden om muziek te maken. De laatste jaren heb ik best mijn twijfels gehad of ik hiermee door moest gaan, of ik tot mijn zeventigste muziek wil maken. Op momenten als dit denk ik: ik ga dingen maken die ik echt mooi vind. Die daadkracht heb ik meegenomen uit die hele gebeurtenis. Als ik echt iets te zeggen heb, als ik iets kwijt wil dat zwaar op mijn hart ligt, dan maak ik mijn beste werk.’