Even een gedachte-experiment: stel je eens voor dat je een rockmuzikant van formaat bent, en in de weken na Manchester door Europa tourt. Dan is er toch altijd een stemmetje in je achterhoofd dat je doodsbang toefluistert dat het elk moment fout kan gaan? Je zou je bij het kleinste siervuurwerkknalletje doodschrikken, ook al gebeurt het in je eigen show op de momenten die je met elkaar hebt afgesproken. En tegelijkertijd wil je toch je publiek de boodschap meegeven dat muziek verenigt – wat je religie of afkomst ook is – en dat je solidair met elkaar moet zijn, omdat je met z’n allen dezelfde liedjes uit volle borst meezingt en dus echt niet zo heel verschillend kunt zijn?
Je zou zeggen dat elke artiest op het eerste grote Nederlandse festival van het jaar zich dus wel zou uitspreken over Manchester en Londen, dat de aanslagen als een donkere wolk boven het hoofd hangen. Nee hoor, pas halverwege de tweede dag begint iemand erover: Dan Reynold van Imagine Dragons. Al na het eerste liedje zegt hij vanochtend moe en verslagen wakker te zijn geworden. ‘Ik ben kapot van het checken van het nieuws.’ Hij draagt ‘Gold’ meteen op aan de slachtoffers in Londen, Manchester en de rest van de wereld. ‘Het is zo goed om te zien dat jullie hier tóch allemaal staan. Het is zo belangrijk om samen te komen.’ Zijn oproep tot vrede in de wereld zou klef of flauw kunnen overkomen, maar je ziet aan alles dat het vanuit de tenen komt.