Er wordt al gegild wanneer-ie z’n zonnebril afzet. De 23-jarige Canadese superster Justin Bieber huppelt over het podium in een wat slonzig grijze trui en broek, en zet als tweede nummer monsterhit 'Where Are Ü Now' al in. Zelfs wanneer hij niet in de microfoon zingt, klinkt-ie loepzuiver, de song krijgt een extra dubstep-break mee (alsof Skrillex en Diplo die aanvankelijk waren vergeten mee te geven) en elke paar maten schiet er weer sierlijk vuurwerk de lucht in. Nee, het houdt maar niet op, we zijn pas zeven minuten bezig en dan weet je dat er het komende uurtje nog minstens zeven topsongs moeten komen. Het gegil is oorverdovend. Ja, ook dat nog. Het zijn ingrediënten voor een glorieuze show, maar waarom wordt het optreden dan toch helemaal niet leuk?
De komst van Bieber was al omstreden: 'Fuck you, dit kan niet waar zijn', zei festivaldirecteur Jan Smeets toen de programmacommisie met de popster aankwam. Hij liet zich overhalen, maar in 3voor12 Radio vertelde hij ‘niet direct heel opgewonden’ te worden van de filmpjes die hij van Bieber zag. Pop? Pinkpop is een rockfestival, en zo’n gek kindersterretje past daar toch helemaal niet binnen?
Tegelijkertijd is een festival als Pinkpop juist wel een logische stap in de carrière van de Canadese popster. Van tienersterretje groeide hij in de afgelopen jaren uit tot een serieuze popartiest om rekening mee te houden. Het in 2015 verschenen album Purpose was wonderbaarlijk sterk geproduceerd door Skrillex en Diplo, met vleugjes tropical house, dancehall, af en toe een ingetogen liedje om bij weg te kwijlen en zelfs een trapsong met Travis Scott. Het klonk allemaal verrassend smaakvol, en ook de serieuze muziekliefhebbers liepen weg met de muziek van Biebz.