Er staan te weinig vrouwen op line-ups van technofeesten, dat weet iedereen. Maar hoe verander je het? Om te beginnen natuurlijk door een hele coole dj te worden, zoals de Amerikaanse Umfang. Maar dat is niet genoeg, zegt de oprichter van activistische platforms Discwoman en Technofeminism. ‘Het is geweldig om wekelijks te horen: wow, wie is dat, zij is cool!’

Na drie grote kanonnen uit de ADE line-up dit keer een underground-naam: Emma Olsson alias Umfang, een upcoming dj uit New York die zaterdag te vinden is op de line-up van Resident Advisor, tussen Ben UFO en DJ Nobu. Ze heeft nog geen grote naam in Nederland, maar dat is snel aan het veranderen. In de progressieve clubs is steeds meer en meer ruimte voor de snelle, rauwe sound die Umfang meebrengt, en zeker als het ook nog eens gebracht wordt door een vrouw. Want meer en meer clubs en festivals lijken zich bewust dat de verantwoordelijkheid voor een betere balans achter de draaitafels toch echt bij hen begint. Mede om die reden is Discwoman, het boekingskantoor slash creatieve platform dat drie Amerikaanse vrouwe drie jaar geleden startten nu als een lopend vuurtje om zich heen aan het slaan. 

Ik zag je deze zomer voor het eerst draaien op Dekmantel, samen met Volvox. Wat betekende die gig voor jou?
‘Het was een beetje anders dan normaal, omdat Ariana - Volvox - en ik nooit op die manier samengewerkt hebben. We worden vaker samen geboekt, maar we doen eigenlijk iets heel anders. We vonden het dus lastig om samen te draaien. Ariana bedacht dat we een ‘all electro set’ kon den draaien, juist omdat we dat allebei niet zo veel draaien. Dat bleek een supergoed idee te zijn. We hebben een paar keer geoefend van tevoren en voelden ons er goed bij. Ik werd echt weggeblazen door de energie in de tent.’

Wat is normaal gesproken het verschil tussen jullie?
‘Zij draait veel langzamer dan ik, gemiddeld 128 BPM vs 138 BPM, zoiets. Haar tracks zijn nieuwer en vaak gemaakt voor grote ruimtes. Ik draai veel early 90s, noisy, snelle techno.’

Betekent dat dat het een raar verzoek was om jullie voor een back to back te vragen?
‘Niet per se. Mensen zien Discwoman als een een interessant en marketable merk. Ze denken: we willen een Discwoman set. Maar onze agency vertegenwoordigt heel veel verschillende artiesten. Dat vinden we juist belangrijk: laten zien dat die verschillen er zijn.’

Hoe zijn jullie Discwoman eigenlijk begonnen?
‘Min of meer bij toeval, eigenlijk. We kenden een hoop vrouwelijke dj’s via Bossa Nova Civic Club, mijn thuisclub. Op een gegeven moment gaven we er een showcase met alleen maar vrouwen op de line-up. Daar kregen we enorm veel reacties op. Je denkt in een progressieve stad te wonen, maar eigenlijk zit je in een bubbel. Mensen zeiden: het is zo’n groot probleem, er is veel misogynie, dit is belangrijk.’

Verraste je dat?
‘Absoluut! Het is een moment van persoonlijke groei geweest. Als je jong bent druk je een hoop weg. Dan denk je: als ik maar goed genoeg ben, word ik vanzelf gewaardeerd en ontdekt. Ik had echt een vechtersmentaliteit. Maar ondertussen lette ik er ook op dat ik me niet sexy kleedde, zodat niemand me kon seksualiseren. Ik was voortdurend bezig met wat anderen van me vonden, of ze me wel waardeerden. En die waardering, die komt niet vanzelf.’

Je draait behoorlijk pittige muziek, niet wat mensen beschouwen als ‘vrouwelijke’ techno. Hoort dat bij je vechtersmentaliteit?
‘Nee, dat niet. Het is sowieso de muziek die ik echt goed vind, maar ik merkte wel dat ik zelf ook dat beeld in mijn hoofd had: vrouwelijke techno is vriendelijker, warmer. Tot ik dj’s als Paula Temple leerde kennen en besefte: waarom laat zelf ik me door die vooroordelen inpakken! We zijn echt geconditioneerd om dat soort dingen te denken.’

Hoe ben je eigenlijk bij die stijl terecht gekomen, die snelle early 90s techno?
‘Rond 2011 ben ik begonnen platen te zoeken. Voor die tijd had ik nog nooit een plaat gedraaid. Ik merkte in die tijd dat de nieuwe muziek me niet zo aansprak, te veel techhouse. Hoe meer ik begon te graven, hoe interessanter het werd. Zeker in New York was veel te vinden. Ik vond platen die ik te gek vond, maar die ik niet zo makkelijk in mijn sets kon verwerken, omdat ze sneller waren dan de rest. Via Soulseek stuitte ik ook op oude releases van onder meer Joey Beltram, en op een gegeven moment besefte ik dat dit het was wat ik wilde draaien. Zeker toen ik ergens rond die tijd voor het eerst DJ Stingray zag draaien, een absolute held van me. Snelle techno laat zich goed mixen met electro en met ghetto house, ik kon er alle kanten mee op.’

'Ik merkte dat ik zelf ook dat beeld in mijn hoofd had: vrouwelijke techno is vriendelijker, warmer'

Je sets zijn vaak meer op ritme gefocust dan op melodie. 
‘Klopt, sommige mensen volgen graag de melodie in een track, een fluit of een orgel, ik prefereer de drums. Ik hou ook van abstracte tracks, waarin je elk drum-element los kunt horen. Vooral op een goed soundsystyem kan dat goed werken. Ik hou ook van noises die onbestemd door een track heen zweven, of geluiden die je niet thuis kunt brengen.’

Wanneer realiseerde je je dat Discwoman een fenomeen begon te worden?
‘Al vrij snel na ons eerste feest kregen we onze eerste persaandacht, wat toen echt nog een verrassing was. Meteen daarop werden we gecontacteerd door vrouwen uit andere steden die ook zo’n feest wilden. Toen zijn we maar een agency begonnen, en binnen de kortste keren was stoppen geen optie meer.’

Jullie zijn met zijn drieën begonnen toch?
‘Klopt, en in tegenstelling tot veel artiestencollectieven zijn we niet allemaal dj. Christine soms, Frankie helemaal niet. Christine doet de administratie, Frankie is een social media wizard. Dat werkt goed. Mijn kracht ligt bij optreden, maar met contracten of sociale media wil ik zo min mogelijk te maken hebben. Dat we die kwaliteiten ook in huis hebben maakt Discwoman heel stabiel. Belangrijk was het moment vorig jaar dat we een Europese boeker kregen en direct Berghain mij boekte. Daarna ging het snel.’

Je had het net al over platen zoeken, op Dekmantel zag ik dat je daadwerkelijk vinyl draaide. Dat is uniek. Alle dj’s in deze serie hebben het vinyl vroeg of laat vaarwel gezegd. Waarom begin jij als jonge, upcoming dj er juist aan?
‘Ik zat in New York en wilde graag meer geboekt worden als dj. Al mijn idolen draaiden vinyl, en dus vond ik dat ik het ook moest leren. Kijk, als je naar de kunstacademie gaat om digitale kunst te maken, moet je toch ook echt leren tekenen. Bovendien kwam vinyl net in die tijd weer helemaal terug, dus ik wilde gewoon weten hoe het moest.’

Kun je makkelijk goede muziek vinden?
‘Makkelijk is het niet per se. Ik denk ook dat ik trager beweeg dan de meeste dj’s. Soms draai ik een maand min of meer dezelfde set, en sommige tracks zitten wel een jaar in mijn set. Het gaat gewoon minder snel dan wanneer je elke dag muziek downloadt. Ik ga eens in de twee weken platen kopen, en dan kom ik met twee drie aankopen terug. En natuurlijk zoek ik een platenzaak in een stad waar ik tour. Ik vind dat niet per se erg. Bands touren jaren met hetzelfde repertoire, en iedereen wil toch de hits horen. DJ Stingray draait ook lange tijd dezelfde platen. Ik kan hem zes keer per jaar zien en elke keer naar bepaalde platen verlangen. Als ik ver reis neem ik trouwens geen platenkoffer mee hoor, alleen een linnen tasje met vijf tot tien platen. Ik kan het nog niet helemaal loslaten. Ik heb het gevoel dat ik vals speel als ik volledig digitaal draai.’

Je zei net dat Volvox meer platen van nu draait dan jij. Hoeveel tracks van de afgelopen twee jaar draai jij in een gemiddelde set?
‘Ik koop sowieso nooit nieuw vinyl, maar ik heb natuurlijk wel vrienden die me hun eigen muziek geven, of die een label runnen. Ik kom zelf uit een vrij experimentele scene in Kansas City, die heel actief is. Supertof om te zien wat mensen die jonger dan ik zijn voor bijzondere, gewaagde dingen maken. Vaak begin ik mijn sets daarmee. De kern van mijn set is vaak meer banging techno. De laatste tijd maak ik ook meer eigen clubtools, omdat ik niet genoeg goede tracks kan vinden. Het is gewoon niet zo populair wat ik draai, denk ik. Er komt gelukkig wel steeds meer liefde voor deze muziek!’

Zoek je specifiek naar tracks die door vrouwen gemaakt zijn?
‘Zeker, maar dat is niet altijd makkelijk. Vooral met die jaren negentig tracks kom ik toch veel te vaak uit bij blanke mannen. Maar als ik dan op een coole vrouw stuit ben ik wel meteen super opgewonden. En gelukkig raken steeds meer vrouwen geïnspireerd om nieuwe muziek te maken.’

Jullie hebben Discwoman, maar ook een clubavond die Technofeminism heet. Dat klinkt activistisch. 
‘Het begon nogal random, met wat bevriende artiesten en zonder te veel nadruk op hun gender. Maar nadat we Discwoman begonnen waren, kwam ik erachter dat je dat soort dingen juist moet benoemen. Ik boek er ook wel eens mannen hoor, maar de focus ligt op vrouwen. We hebben een goede reputatie met die avonden, zodat we ook vaak risico’s kunnen nemen met goede dj’s die nog niemand kent. Het is geweldig om wekelijks te horen: wow, wie is dat, zij is cool! Het is belangrijk om dat hardop te zeggen. De avonden trekken opvallend veel lesbische vrouwen, een groep die altijd ondervertegenwoordigd is in de house en techno.’

Ik merk het in mijn eigen werkveld ook: in de muziekjournalistiek zie je vooral mannen. Af en toe ontstaat daar discussie over, maar dat ebt snel weg met het argument: ze zijn er simpelweg niet, vrouwen die dit kunnen. Bij dj’s gaat de discussie vaak over headline slots, terwijl het begint in de underground.
‘Precies. Soms kom je een journalist tegen die er eigenlijk nog niet klaar voor is, maar die wel talent heeft. Dan zul je haar de kans moeten geven om een stuk te schrijven. Als ze dat goed doet, kunnen andere publicaties haar misschien ook gebruiken. Zo is het ook met dj’s. En het kan snel gaan. Twee jaar geleden was ik absoluut niet klaar om headliner te zijn, nu trek ik met headliners op.’

Heb je het gevoel dat er bij clubeigenaren en boekers nu ook meer met deze kwestie bezig zijn?
‘Absoluut! Tegenlijk hoor je ook dat mensen zeggen: ach, het is een trend om vrouwen te boeken. Maar dat maakt niet uit. Het is een proces.’

Dat is precies wat Konstantin betoogde in dat gewraakte interview. Hij zei: vrouwen krijgen nu te makkelijk kansen. Wat vond je daarvan?
‘Nou, dat zei ie ook tegen mij persoonlijk, dus een verrassing was het niet. Al een jaar voor dat interview hebben Frankie en ik met hem gesproken. Hij vond vrouwen in de technowereld veel te agressief en onvrouwelijk, onprettig om mee om te gaan. En hij vond dat vrouwen te snel kansen kregen die ze nog niet verdienen. Maar hij wist ook dat dat een foute opvatting was, want hij zei: ik weet dat ik hier geen vrienden mee ga maken, maar ik vind het nu eenmaal. Ik ben blij dat ie inderdaad een grote backlash heeft gekregen. Maar ik besef dat - zeker in Europa - veel blanke mannen zo denken. Ze hebben een beeld in hun hoofd over hoe mannen en vrouwen zich moeten gedragen, en met dat beeld ben ik het simpelweg oneens. En ik ben ervan overtuigd dat die opvattingen geen stand houden.’