Waar denk je aan bij het woord ‘boyband’? Aan slick geproduceerde popsongs, nauwkeurige choreografie, gecoördineerde outfits, zoals je ze zag bij Backstreet Boys, *NSYNC en One Direction, de grote namen in de boybandcanon. Daarachter zaten steevast hele machines: songwriters, managers, producers, stylisten, allemaal in dienst van de platenmaatschappijen die van een stel jonge mannen bij elkaar zetten om daar een zo winstgevend mogelijke machine van te maken. Een massale marketingcampagne met catchy liedjes en vier of vijf jongens als uithangbord en spreekbuis. Je kunt er cynisch over doen, maar het werkt wel: het brengt miljoenen in het laatje, creëert evenzoveel dolenthousiaste fans, en de boybandmachine is verantwoordelijk voor een heleboel steengoede popliedjes.
Brockhampton noemt zichzelf steevast de ‘All-American Boyband’, maar lijkt verder in niets op dat gefabriceerde popideaal. Met een stuk of 15 zijn ze, jongens van begin twintig uit Amerika, maar ook uit Ierland en het Caraïbische eiland Grenada. De samenstelling wisselt, ze vonden elkaar grotendeels online. Rapper, producer, fotograaf, stylist, filmmaker, grafisch ontwerper: de meeste leden van Brockhampton kunnen meerdere van die hokjes afvinken. Dus doen ze alles zelf – of eigenlijk, belangrijker nog: ze doen alles samen. Een achterliggende machine is er niet. Wel een fabriek: de Brockhampton Factory, het huis in L.A. waar ze allemaal samen introkken, geïnspireerd door bedrijven als Facebook en Apple die ook in huis- of studentenkamers zijn opgestart.
Kevin Abstract, de geestelijk vader van de groep, verwoordde het op Twitter als volgt: ‘just cause we're not white and some of us rap and like dick and dye our hair and make good music doesn't mean we're not a boyband’. Brockhampton eist de term ‘boyband’ op om het concept te verbeteren: het gaat nog steeds om jonge mensen die muziek maken waar je vrolijk van wordt, maar deze boyband 2.0 is divers, excentriek, zelfvoorzienend en bizar creatief.
(Tekst gaat door onder de video)
Brockhampton noemt zichzelf consequent een boyband, maar is in alles eigenlijk precies het tegenovergestelde van het plastic stereotype dat het woord oproept. 15 jonge gasten trokken samen in een huis, met de ambitie om net als Facebook en Roc-A-Fella Records het volgende grote imperium te worden. Het hiphopcollectief bracht dit jaar alleen al drie albums uit. De derde, Saturation III, is de meest succesvolle verwezenlijking van die visie.
Saturation III is Brockhampton’s derde album van het jaar en de afsluiter van de Saturation-trilogie. Nummer drie in de serie heeft nog steeds diezelfde vurige energie, maar Saturation III is minder chaotisch dan haar voorgangers. Hij flowt beter, van de explosieve opener ‘BOOGIE’ tot de fuzzy gitaar-R&B van laatste track ‘TEAM’. De producties zijn nog steeds grof gemalen, soms schurend en wringend. Keiharde tracks met een kwinkslag, zoals je verwacht van een stel gasten die samen in hun woonkamer precies doen waar ze zin in hebben zonder dat er ooit een man met zijden stropdas aan te pas komt.
Ze rappen niet allemaal: een paar Brockhampton-leden zijn voornamelijk producer, anderen richten zich op het visuele aspect, en – ook belangrijk – eentje is de webmaster van het stel. Maar uiteindelijk is Brockhampton als geheel toch letterlijk en figuurlijk een project met heel veel verschillende stemmen. Op Saturation III lukt het ze beter dan ooit om die stemmen samen te brengen in een eigen genre-overschrijdende visie.
De producties en teksten zijn scherper. De mannen van Brockhampton zijn nooit bang geweest voor lastige onderwerpen: Kevin Abstract rapt ongeremd over zijn homoseksualiteit, Ameer Vann vertelt over zijn moeilijke jeugd, Dom McLemmon is openhartig over zijn geestelijke gezondheid. Alle individuele shit wordt over en weer uitgewisseld in gedeelde verses, en zo vindt Brockhampton op Saturation III kracht in het collectief. Anders zijn of je een beetje gebroken voelen is makkelijker als je samen bent.
De grootste ideeën, de concepten die de wereld veranderen, komen vaak uit een huiskamer vol buitenbeentjes. In navolging van Facebook, Apple en Roc-A-Fella Records wil Brockhampton het volgende grote imperium worden, met muziek, beeldende kunst, films, kleding, en alle andere uitingen die ze maar kunnen bedenken. Op de drie Saturation-albums hoor je 15 jonge vrienden langzaam uitvogelen wie ze zijn en hoe ze die ambitie waar willen maken. Als Brockhampton de groei van het afgelopen jaar weet door te zetten, gaat het nog lukken ook. En in de tussentijd is het al heel vet om een stel creatieve vrienden te zien sleutelen aan een oude, vastgeroeste formule. De boyband is dood, leve de boyband.