De adviezen over de verdeling van de Utrechtse culturele subsidies voor de periode 2025-2028 hebben veel stof doen opwaaien. Verschillende gevestigde instellingen moeten het na dit jaar waarschijnlijk doen zonder een bijdrage van de gemeente. Wij zoomen in op De Coöperatie/No Man's Land, een partij die een schakelfunctie vervult binnen de Utrechtse popmuziek.

De adviezen van de commissie Cultuurnota waren voor sommige culturele instellingen goed nieuws, maar zijn bij anderen hard aangekomen. Zo krijgen gevestigde partijen als het Nederlands Film Festival, Impakt, BAK en Het Huis waarschijnlijk geen subsidie meer. Datzelfde geldt ook voor twee partijen die in meer of mindere mate actief zijn op het gebied van popmuziek: Tweetakt en De Coöperatie. Die laatste partij voert zijn activiteiten uit onder de naam No Man’s Land, die we verder ook gebruiken.

Op hoofdlijnen zijn er drie redenen waarom de subsidie voor deze partijen ophoudt:

  • de beoordeling door de adviescommissie van de kwaliteit van de plannen
  • een behoorlijk aantal sterke nieuwkomers
  • over de hele linie hogere aanvragen, onder andere door gestegen kosten, terwijl het beschikbare subsidiebudget slechts beperkt is toegenomen.

Daarnaast heeft de commissie van de wethouder de expliciete opdracht gekregen om alleen hele bedragen aan instellingen toe te kennen, en niet de ‘kaasschaaf’ te hanteren. Bij die laatste methode wordt van alle aangevraagde bedragen iets afgehaald, om daarmee meer ruimte te creëren voor andere instellingen.

Samen met de drie eerder genoemde punten maakte dat het beslisproces ingewikkeld. Ook instellingen met een gemiddelde beoordeling zijn onder de zogenaamde ‘zaaglijn’ terechtgekomen: de ondergrens van wat er met het beschikbare budget gesubsidieerd kan worden. Een behoorlijk aantal nieuwe toetreders en hogere aanvragen betekent dat er geen financiële ruimte meer is voor een aantal partijen die nu nog wel een vierjarige subsidie krijgen. 

Opvallend is verder dat de commissie de plannen van twee productiehuizen/ontwikkelpartijen zodanig heeft beoordeeld dat ze onder de zaaglijn vallen: Het Huis en No Man's Land. We zoomen in op die laatste, omdat behoorlijk wat Utrechtse popmuzikanten ermee te maken hebben (gehad).

De Coöperatie / No Man’s Land

No Man's Land noemt zich een ontwikkel-, productie- en kennisplatform voor hiphop, elektronische en popmuziek. Activiteiten waarvan je ze wellicht kent zijn de mastertrajecten, netwerk- en kennisavond Club No Man’s Land, de jaarlijkse muziekconferentie No Man’s Land - die heel laagdrempelig is voor muziekstudenten en jonge makers - en de adviesgesprekken en online spreekuren voor makers. Daarnaast speelden ze in de corona-periode een rol bij het als onafhankelijke expert toekennen van subsidies voor jonge makers. Voor de buitenstaander wat minder zichtbaar is de rol als popkoepel, waarvoor No Man's Land binnen de provincie coördineert en lobbyactiviteiten uitvoert.

Het afgelopen jaar heeft No Man's Land de samenwerking opgezocht met Kosmik, een productiehuis in Amersfoort. Ook is No Man's Land één van de partners in de Music Hub Centraal, het nieuwe ontwikkeltraject voor talentvolle muzikanten uit de provincies Flevoland en Utrecht. Daarin werkt No Man's Land samen met het eerder genoemde Kosmik, EKKO, TivoliVredenburg en andere presentatieplekken in Utrecht en Flevoland.

In de plannen van No Man's Land voor de komende vier jaar mist de commissie onder andere “een steviger artistieke koers en duiding van de meerwaarde die de organisatie biedt”. Ook vindt de commissie de impact voor de popsector en het publiek in de stad weinig overtuigend. Verder ziet de commissie onvoldoende concrete resultaten van de talentontwikkeling terug in de aanvraag van No Man’s Land. De activiteiten van No Man's Land kunnen volgens de commissie “echter voor het merendeel plaatsvinden binnen de muren van de mbo- en hbo-kunstvakopleidingen.” Kort samengevat ziet de commissie geen overtuigende artistieke meerwaarde van De Coöperatie voor het culturele ecosysteem van Utrecht. 

Na het advies hebben andere partijen uit het popmuziekveld van zich laten horen. Zo schreven de VNPF (Vereniging Nederlandse Poppodia en -Festivals) en de landelijke popkoepel Pop.nl een gezamenlijke brief waarin ze het belang van No Man's Land duidelijk maken. Ook een aantal Utrechtse makers heeft gereageerd via een brief aan de Wethouder en de gemeenteraad. Daarin luiden onder anderen Kypski, PAX, Manu en Boudewijn Pleij de noodklok en vragen om No Man’s Land te behouden voor het Utrechtse en landelijke culturele ecosysteem.

(tekst gaat verder onder de foto)

Binkbeats presenteert werk op een showcase van De Coöperatie

Ervaringen van een aantal Utrechtse makers en instellingen

In een eerder interview met ons vertelde de Utrechtse muzikant en producer QUANZA hoe No Man’s Land hem heeft geholpen bij het ontwikkelen van zijn nieuwe project OPEN THE GATES. Via No Man's Land kreeg hij de kans om try-outs te houden bij poppodium de Peppel in Zeist. Ook dacht No Man's Land mee over marketing en PR; dingen waarmee QUANZA zelf nog weinig ervaring had. “De afgelopen jaren heb ik veel tijd in mijn muziek gestoken, maar van de industrie wist ik nog bijna niks. Het was heel waardevol om daar begeleiding bij te krijgen. Ik weet nu veel beter hoe je een release in de markt zet en wat er allemaal bij komt kijken, los van het muzikale gedeelte. Ik hoopte altijd dat de muziek voor zich zou spreken, maar dat is niet zo.”

Mede daarom waren wij benieuwd hoe Utrechtse makers en instellingen met No Man’s Land hebben samengewerkt en of en hoe ze dat verder heeft geholpen. We vroegen dat aan Adura Sulaiman (Future Husband), Tom Strik (De Helling), Igor, J.A.E. en ReaZun (namens House of Hiphop Utrecht).

Zangeres en bassist Adura Sulaiman begon Future Husband eerst als soloproject, niet veel later werd de band een collectief met Kike Zwagerman (gitaar en synths), Ivar Otten (gitaar en synths) en Gino Buragevic (drums). De band meldde zich in eerste instantie aan voor een kleinere subsidie, maar na het voorstel van No Man’s Land om het mastertraject te volgen, werd dat hun volgende stap. “Dit kwam voor ons op een heel goed moment omdat we op zoek waren naar zelfstandigheid, dat was dan ook de grote focus tijdens ons traject”, aldus Sulaiman. 

De muzikanten brachten hun eigen persoonlijkheden, ervaringen en kennis mee in de band. Sulaiman vertelt hierover: “We hebben allemaal een muzikale opleiding gevolgd en ook in bands gezeten die Europese tours hebben gedaan, maar dan vooral als sessiemuzikanten. Daar leer je veel van, maar als je eenmaal echt aan het roer staat, moet je ook het vertrouwen hebben in de weg die je opgaat.” De meetings tijdens het masterproject hebben volgens Sulaiman ook veel bijgedragen aan de definiëring van de groepsdynamiek van de band. 

No Man’s Land hielp Future Husband met de afronding van hun album en de financiering van onder andere de master. Echter waren er nog andere functies die het productieplatform had voor Future Husband, Sulaiman: “De tweewekelijkse meetings met Misha van der Winkel en Madelon Bruinhof waren voor ons erg belangrijk. Ze dachten mee met onze plannen en durfden ons kritische vragen voor te leggen. Ze hielpen ons met onze verantwoordelijkheid nemen.” Daarnaast leerde de band om in een hele vijver aan mogelijkheden te definiëren welke bij hen past en hoe ze die willen aanpakken. Het resultaat hiervan is zelfstandig kunnen werken onder hun eigen label in hun eigen studio.

Igor Herder studeert komende week af aan het Utrechts Conservatorium. Als rapper tracht hij de muzikale grenzen af te tasten, zo presenteerde hij zijn debuutsingle ‘Ik zweef alweer’ in TivoliVredenburg met een zeventienkoppig orkest en zitten zijn teksten vol met metaforische poëzie. Om te groeien als artiest meldde hij zich aan voor een traject bij No Man’s Land. “Zij stelden een subsidietraject voor, dat perfect voor me is. We zitten nog in de aanvraag, maar het zou me ruimte kunnen geven om te focussen op mijn werk. Daarbij helpen de coaches me om uitdagingen aan te gaan, waar zij vroeger al tegenaan zijn gelopen,” vertelt Igor. Misha van der Winkel, een van de talentontwikkelaars binnen No Man’s Land, was Igors eerste aanspreekpunt: “Van der Winkel en ik vonden elkaar specifiek in onze kijk op live verwezenlijking van hiphop.”

Voor Igor was de mogelijkheid om te kunnen sparren met de coaches binnen No Man’s land het belangrijkste. “Het zijn mensen die wat ouder en daarmee ook verder zijn. Ik kan mijn uitdagingen met hen spiegelen. Ze laten me zien dat het goed komt als ik tegenslag ervaar en kijken welke mogelijkheden er verder zijn, welke kanten ik op kan gaan. Ze hadden een voorbeeldfunctie én waren sparringpartners die meedenken over bijvoorbeeld invulling van live-shows”, legt hij uit over de waarde van het traject. “Het is belangrijk voor opkomende artiesten dat er een plek is om je te kunnen ontwikkelen. Voor mij is het een verlengde van mijn studie. Wanneer je bent afgestudeerd, valt er een heel netwerk aan docenten, lessen en structuur weg en moet je jezelf gaan redden. No Man’s Land zorgt voor wekelijkse check-ins en een soort vangnet.” 

Tenslotte benoemt Igor nog een belangrijke functie die No Man’s land heeft voor zijn carrière: “Ze geven mij vertrouwen dat het goed komt en dat ik mag denken in langere termijnen. Ik heb geleerd om niet alles nu gelijk te willen bereiken en durf projecten de ruimte te geven. Zo kan ik juist diepte creëren in mijn werk en muziek.”

De samenwerking tussen No Man’s Land en De Helling gaat al een aantal jaar terug. Tom Strik is programmeur en communitymanager bij De Helling: “We werken met name samen in de vorm van Club No Man’s land, deze avonden organiseren we enkele keren per jaar in ons café. Daarnaast hebben we sinds kort een Open Call voor ons festival HE:LEEN, waarin we ook samenwerken met No Man’s Land. Zij zitten in de jury en bieden de winnaars een ontwikkelingstraject aan.”

De waarde van de samenwerking is volgens Strik ontzettend groot voor De Helling. “No Man’s Land ondersteunt de ontwikkeling van opkomende artiesten en wij als poppodium kunnen deze nieuwe talenten kennis laten maken met de ruimte. We leren hen om zich welkom te voelen op een plek als dit. Het is mooi dat wij dat podium kunnen bieden. Het is een samenwerking die heel goed werkt, wij hebben de ruimte waar artiesten comfortabel mee leren worden en zij hebben de kennis en de kunde om artiesten te laten groeien.”

Strik benadrukt het algemene belang van No Man’s Land voor artiesten: “Om op het punt te raken dat je ‘opkomend’ bent, moet je al een weg bewandeld hebben. Die jonge artiesten moeten ondersteund worden, kennismaken met de industrie en onderwezen worden over praktische zaken. Er zijn genoeg talentvolle artiesten in Utrecht, maar om verder te komen, is professionele begeleiding ontzettend belangrijk. Ik denk dat No Man’s Land dat heel goed doet en wij als poppodium willen daar ook heel graag mee samenwerken.”

Jermain Bridgewater, bekend als rapper J.A.E., combineert genres als soul, gnawa en reggae met hiphop. Hij wilde graag de overstap van Nederlandstalig naar Engelstalig maken en No man’s Land stelde hem het mastertraject voor om zijn transformatie te ondersteunen. “Mede dankzij dat traject heb ik die overstap kunnen maken,” legt Bridgewater uit. 

Verder vertelt hij: “De belangrijkste waarde die ik hecht aan het traject is dat ik volledig eigenaar was van het proces. Zij steunden mij volledig in wat ik op dat moment nodig had bij het behalen van mijn doelen, in dit geval die transformatie. Zelfs wanneer ik niet wist welke kant ik op wilde, konden zij me helpen door de juiste vragen te stellen en me te koppelen aan sparringpartners."

Bridgewater praat met veel waardering over het platform: “Het traject heeft mijn leven enorm positief beïnvloed. Het is heel fijn dat er professionals zijn die je ondersteunen, maar vooral ook in je geloven en bevestigen dat je op de juiste weg zit. Het voelt alsof het hele proces om jou en je doelen draait en wat jij nodig hebt. Dat is voor mij heel waardevol.”

Ben ‘ReaZun’ Hartman is actief als artiest, is daarnaast een van de gastheren van House of Hiphop en heeft ook als coach met No Man’s Land samengewerkt. Op dit moment is hij namens House of Hiphop met No Man’s Land in gesprek over een aantal projecten. Zo willen ze twee rappers een ontwikkeltraject aanbieden, een schrijverskamp organiseren en in House of Hiphop een editie van kennis- en netwerkavond Club No Man’s Land hosten. “Ik zou op dit moment niet een andere organisatie weten die geschikt is om dat mee te organiseren“, zegt hij over die plannen. “Het is goed dat er een nieuwe wind gaat waaien, maar dat dan uitgerekend een initiatief als No Man’s Land geslachtofferd wordt, voelt wel erg wrang.”

“De rol van No Man’s Land werkt voor sommige artiesten eigenlijk een beetje als een label”, legt hij uit, “in een fase van hun carrière dat een label meestal nog niet aan de orde is. Het verschil met een label is dat je geen voorschot hoeft terug te verdienen, maar dat er een investering in jouw kunst wordt gedaan.” Belangrijker nog is dat een artiest het signaal krijgt dat er iemand is die gelooft in wat diegene wil doen. Zeker voor jonge makers, die vaak nog onzeker zijn, is dat belangrijk.”

ReaZun heeft zelf onder andere Stach en Tano gecoacht bij het maken van hun album en het opnemen van een clip voor het nummer ‘Mesmerized’. No Man’s Land heeft hen geholpen om financiering te krijgen voor de clip, ReaZun heeft ze inhoudelijk begeleid maar ook de concrete stappen laten zien om tot een resultaat te komen. “Die contactmomenten zijn heel waardevol, om perspectief te bieden aan makers die het soms ook even niet weten.” Zonder No Man’s Land waren het album en de clip van Stach en Tano er volgens hem misschien wel niet geweest. “Stach en Tano zijn beiden muzikanten die hun artistieke pad juist buiten de opleiding hebben gekozen. Als een opleiding de enige plek is waar muzikanten straks voor advies en vervolgtrajecten terecht kunnen, dan is dat wel een versobering".

Vervolg

Op donderdag 20 juni heeft een aantal politieke partijen mondelinge vragen gesteld aan Wethouder Eva Oosters over het advies van de commissie. Die vragen gingen met name over de gevolgde procedure en de zorgvuldigheid van het advies. Wethouder Oosters lichtte in de beantwoording van de vragen toe waarom een aantal gevestigde instellingen buiten de boot is gevallen: “In de cultuurnota heeft de raad en hebben wij als college gekozen voor lagere drempels, voor een gezonde sector met fair pay en ruimte voor vernieuwing. Een gevolg is hogere aanvragen, want een gezonde sector, en méér aanvragen. Dit heeft ertoe geleid dat het budget uiteindelijk met 30% is overvraagd. Een gevolg daarvan is dat eenderde van de aanvragen niet kan worden gehonoreerd, en daar zitten onvermijdelijk ook bekende instellingen tussen. We wisten van tevoren dat dit een mogelijkheid was en hebben in de afgelopen jaren ook steeds gesproken over pijnlijke keuzes die gemaakt zouden moeten worden.“ 

Het college van Burgemeester en Wethouders besluit volgende week of ze het advies overnemen of dat er nog aanpassingen komen. Het definitieve besluit valt in het najaar, als de gemeenteraad de nieuwe begroting vaststelt.