Robin Kester speelt een mix van chamber rock, indie en psychedelische rock. Haar debuutalbum ‘Honeycomb Shades’ is dit jaar genomineerd voor de landelijke 3voor12 Award voor beste album van het jaar en ze stond al op Noorderslag, het SXSW-festival in Austin en Pinkpop. Op 8 december speelt ze met haar band in de Nobel. Wie is deze artiest met een vriendelijke, bedachtzame uitstraling en een hang naar duisternis?

Je trad eerder dit jaar al in Leiden op: op 17 januari 2023 stond je ook in de Nobel met een try-out. Hoe kijk jij terug op dat optreden?
Ik vond het heel gezellig, er was een hele fijne interactie met het publiek. Omdat het een try-out was, was ik zelf echter het meeste bezig met de set. Het was een beetje spannend, want het was een try-out voor Eurosonic, mijn album was nog niet uit. Nu heb ik echt zin om te focussen op het optreden, toen was ik bezig met vragen als: “Is dit de goede volgorde? Zit de energie er goed in?,” dus ik zat niet echt in de muziek.

Performers die voor publiek optreden, bijvoorbeeld sporters, toneelspelers en cabaretiers, zorgen voor optimale omstandigheden om te presteren. Wat moet er voor jou in ieder geval in orde zijn?
De soundcheck is voor mij het allerbelangrijkst , dat we echt rustig de tijd hebben om te testen of we onszelf en elkaar goed kunnen horen op het podium. Bij festivals komt het wel eens voor dat er alleen tijd is voor een line check, maar leuk is dat niet.

En verder, maar dat zijn meer luxeproblemen: het is altijd fijn als er een plek is met sfeerverlichting waar je je kunt afzonderen. Het is belangrijk dat je niet uren in een luidruchtige kamer met tl-verlichting zit te wachten. Het moet een beetje relaxed zijn.

Aan 3voor12 vertelde je: “Ik heb nog steeds podiumangst, maar ook de drang om dat te overwinnen”, en je zei zelfs: “Ik heb súpererge podiumangst”. Heb je tips voor muzikanten die daar ook mee kampen?
Dit gaat niet iedereen bevallen, maar: ga naar de dokter en vraag om bètablokkers. Dat is voor mij een enorme gamechanger geweest. Ik neem ze voor negentig procent van de concerten, en je hoeft niet meteen een hele hoge dosis te nemen. Maar als je zo zenuwachtig bent dat je handen trillen of je door de adrenaline geen controle over je stem hebt, dan kan het heel fijn zijn om iets te nemen dat dat onderdrukt. Ik krijg er ook meer zelfvertrouwen van. Als het dan een paar keer wel lukt, dan weet ik: als ik geen last heb van de zenuwen kan ik het dus wél.

Een andere tip: heel vaak optreden. En als je geen medicijnen wilt: zo vaak oefenen dat je het op de automatische piloot kan. Als het optreden zelfs in blinde paniek in je spiergeheugen zit en het er dan nog uit komt, dat helpt ook.

Wat kan het Leidse publiek doen om je op je gemak te stellen?
Het is heel fijn als het publiek aandachtig naar je luistert en aan het eind laat merken wat ze ervan vinden. In Nederland heb je, als je pech hebt, de Dutch disease [dat het publiek door het concert heen praat, RvN]. Je voelt dan vaak: we zijn onderdeel van het behang.

Ik heb ook heel vaak in België gespeeld, daar zijn ze vaak juist weer heel erg stil, zelfs als een liedje afgelopen is, dan zijn ze alsnog behoorlijk stil. Ik ga me dan afvragen: “Vonden jullie het wel leuk?” Dan voel ik me heel ongemakkelijk op het podium. Na het concert krijg ik dan wél die leuke reacties. Een aandachtig publiek dat na een nummer laat merken dat ze het cool vonden, of juist níét, dat is het allerfijnst.

“Er moet een perfecte balans zijn tussen geluiden die vervormd - of misschien zelfs mismaakt - worden en de mooie melodieën.“

Je vertelde in een interview: “Ik hou er ook van om in mijn muziek dingen kapot te maken, maar de schoonheid moet wel overeind blijven.” Een prachtige paradox, maar wat bedoel je daarmee?
Muziek kan heel veel zijn, je kunt het als muzikant op zoveel verschillende manieren benaderen. Het is ook iets heel persoonlijks, ik wil iets maken dat ik heel mooi vind. Dat betekent niet dat het gepolijst is. Er moet een perfecte balans zijn tussen details, geluiden die vervormd - of misschien zelfs mismaakt - worden, en de mooie melodieën. Ik wil dat dat allemaal schuurt en samenhangt. Om alles een tweede schaduwkant, een schaduwklank te geven, dát vind ik mooi!

Je lijkt de inspiratie voor je nummers vooral uit apocalyptische series en je leven te halen, zoals familieleden die ziek werden. Als een tijd lang alles precies zo loopt als je zou wensen, verwacht je dan dat je supervrolijke muziek gaat maken of denk je dat je hang naar de duisternis toch te sterk is? Met andere woorden: is het je omgeving of je persoonlijkheid die je naar de zelfkant lokt?
Oh, het is zeker mijn persoonlijkheid! Als je mijn leven vergelijkt met mensen die echt heel veel problemen hebben, dan is mijn leven sowieso licht en privileged. Maar al zouden er nul dingen in mijn leven gebeuren, dan zou ik waarschijnlijk gaan nadenken over doemscenario’s. Het is grotendeels persoonlijkheid en mijn fantasie, die gaat graag naar die gebieden.

Voel je je eigenlijk in de studio helemaal op je gemak?
Wel in de studio’s waar ik vaak kom, waar ik met mensen werk die ik ken en vertrouw. In de studio ben je bezig met nieuwe dingen maken. Dat vind ik het allerleukste wat er is, misschien nog leuker dan optreden... Maar ik vind optreden tegenwoordig ook steeds leuker, hoor! Daar kan je jezelf overwinnen of in zo’n hele coole in-het-moment-energie zitten die heel spannend is. In de studio kan ik echt mijn ei kwijt en maken waar ik zin in heb. Dat schiften in wat je kunt gebruiken en wat past, komt later wel.

“Mijn muziek wordt altijd goed als het bijna afgelopen is – bij de outro.”

Is je nominatie voor de 3voor12 Award voor ‘Honeycomb Shades’ een beloning voor je harde werk in de studio?
‘Beloning’ vind ik een moeilijk woord, maar het is een leuke erkenning en mooie feedback. Er komt zoveel muziek uit dat niet alles de erkenning kan krijgen die het verdient, dus er zit ook een element van geluk in. Zoveel mooie recensies en dit soort nominaties laten op onzekere momenten zien: ik was niet de enige was die dit op dat moment vet vond.

Wat is een les die je tot nu toe hebt geleerd in je carrière?
Niet te lang blijven hangen in dingen en altijd bezig zijn met dingen waar je zelf de controle over hebt. Vooral met nieuwe dingen maken: ik ben de enige die die kar kan trekken, al werk ik natuurlijk ook veel samen. In het begin vroeg ik me nog weleens af of dit ging lukken, terwijl je niks te zeggen hebt over hoe dingen uitpakken. Het waar enige je zelf wél wat over te zeggen hebt, is blijven schrijven en jezelf uit blijven dagen. Daar probeer ik mezelf nog steeds aan te herinneren. Dat geeft zelfvertrouwen, je moet jezelf kwetsbaar opstellen om te leren wat wel en niet werkt. Als je het niet probeert dan kom je ook niet verder; jezelf in het diepe gooien is altijd wel goed.

Waar moet een muziekliefhebber van houden om bij een concert van jou een fijne avond te hebben?
(Lacht) Mijn moeder zegt altijd: mijn muziek wordt altijd goed als het bijna afgelopen is. Ze bedoelt: ik steek best veel moeite in de opbouw en ik ben dol op lange outro’s. In het streamingtijdperk van tegenwoordig zouden alleen de eerste tien seconden en de chorussen tellen, dat vind ik bullshit.

Je gaat het naar je zin hebben als je er tegen kunt als iets opbouw heeft en je niet per sé in de eerste tien seconden al een amazing banger te pakken hebt. Als je houdt van lange outro’s en soms een kleine jam, dan zit je goed. Het is een mengeling van heel intens en uptempo en wat rustiger momenten. Ik hou echt van het opbouwen, dus je moet wel geduld hebben!

Op vrijdag 8 december kun je in de Nobel komen kijken of Robin dan haar coole in-het-moment-energie heeft . Lange outro’s zijn gegarandeerd. De deuren openen om 19:00 uur, toegang kost €15,00 (last minute €17,50).