De achtste editie, de grootste tot nu toe, van Peel Slowly and See trok afgelopen vrijdagavond 23 februari ruim 400 bezoekers naar de Leidse Schouwburg. Het was ons eerste festival waarbij live verslag werd gedaan van de optredens. Nu het heeft kunnen bezinken blikken wij terug op al het moois en nemen jullie graag mee in een sfeerverslag van de avond.

“Welkom mensen op Peel Slowly and See. Vanavond wordt u heen en weer geslingerd over het rode pluche van de schouwburg. Maak u op voor singer-songwriters, rock, punk, modern klassiek, muziektheater en we beginnen met jazz.” Bart Wirtz en band openen het festival. Het publiek geniet. De grote theaterzaal van de Leidse Schouwburg is goed gevuld en stroomt nog voller terwijl het optreden in volle gang is. Hier en daar moeten toeschouwers nog aan elkaar wennen. Jazzpuristen luisteren met hun ogen dicht en gelouterde festivalbezoekers kletsen wat met elkaar door de muziek heen en proosten met hun biertje. Dat levert wat irritatie, “sssst’s” en “tsssst’s” op. Uiteindelijk beslist het decor van het theater, dat zonder woorden vertelt dat het stil hoort te zijn in deze zaal.

Niet iedereen houdt drie kwartier jazz vol. “Waarom ging je eerder weg?” “Ik wilde graag op tijd bij het volgende optreden zijn en eerlijk gezegd ben ik de jazz van Bart Wirtz na een kwartiertje wel weer zat. Dat zegt niets over zijn kwaliteiten hoor, maar over mijn uithoudingsvermogen in dat genre.” “Naar welk optreden ga je nu heen?” “Naar HEBE in de kleine zaal boven, de Bonbonnière! Ik ben benieuwd. Wat leuk aan dit festival is, is dat het intiem en dichtbij de artiesten is. Je kunt ze letterlijk aanraken en als je dat een beetje vreemd vindt, kun je ook beginnen met een praatje maken. Bovendien is er zoveel te ontdekken. Ik heb er zin in!”

Het is inmiddels flink vol geworden in de schouwburg. Mensen lopen door de gangen op zoek naar de podia. Boven zijn de Bonbonnière en de Directiekamer omgebouwd tot kleine popzalen. Op de begane grond is de Foyer een podium geworden en uiteraard is daar de Grote Zaal.

De stevige surfrock van Black Tarantula dreunt in de Foyer door het plafond en klinkt door de elektronische luisterliedjes van Hebe in de zaal erboven. In de lounge naast de baignoires zitten mensen met een drankje. “We zitten even bij te komen van de heavy metal van Black Tarantula, grapt één van hen. De zwager van mijn zoon speelt daarin, maar het is niet helemaal mijn steel. Bart Wirtz vond ik mooi en ik geloof dat een Duitser straks in de Grote Zaal ook goed is.” “Die begint nu”, zeg ik. “Echt? Dat is semi-klassiek toch? Kom mensen, we moeten de zaal in, die Duitser, Martin Kohlstedt, begint nu!”

De piano en synth van Kohlstedt doen het goed in de theaterzaal. Toeschouwers lopen in en uit. Als de deuren opengaan dringen harde beats van de soundcheck van O, Kutjes de zaal binnen. Boven in de directiekamer probeert LOLA haar publiek te vangen met mooie liedjes.

Bij de garderobe staat een gelouterd stel schouwburgbezoekers. Zij trekken hun jas aan. “Gaat u alweer naar huis?” “Ja, we vinden het te druk en de muziek is niet helemaal aan ons besteed. De jazz vinden we mooi, maar al dat moderne werk vinden we te druk. Dat kan komen omdat we een zware opa en oma-dag achter de rug hebben.” Twee tellen later geeft O, Kutjes het startsein voor hun optreden in de Foyer, dezelfde ruimte als de garderobe. “Het is tijd voor?” vragen ze. “O, Kutjes!” roept het publiek. Een snoeiharde electrobeat en een niets aan de verbeelding overlatende tekst over aangerand willen worden en klaar liggen met je benen wijd rammen door de Foyer. Hopelijk hebben opa en oma op tijd de schouwburg kunnen verlaten. “Je vindt dit kut of niet,” merkt een toeschouwer droog op. Boven bij Geronimo gaat het er gezelliger aan toe.

Het publiek maakt zich op voor Kim Janssen in de theaterzaal. Die zit stampvol als hij begint. De zaal luistert naar de hoge stemmen en prima popsongs. Voor de avonturiers onder de bezoekers is het dringen in de Directiekamer. Daar proberen ze een glimp en flard op te vangen van de dromerige popliedjes van Johanna Glaza.

In de Bonbonnière doet nu Venus Tropicaux een soundcheck. “Hé jij ook hier? Moet je niet naar Kim Janssen luisteren?” “Hé ja, ik kom veel bekenden tegen hier. Lekker gezellig. Lekker Leids. Wil je ook een biertje? Kim Janssen? Nou nee, ik vind dat iets te veilig allemaal. Het mag wel wat rauwer van mij. Dat vind ik ook van deze locatie. Een beetje tuttig als je het mij vraagt. Ik vind het niet echt een plek voor popmuziek.” “Heb je Bart Wirtz en Martin Kohlstedt niet gezien in de theaterzaal?” “Hmm, ja, vond ik niet zo. Ik verheug me nog op Venus Tropicaux en Altin Gün. Proost, ik zie weer een bekende. Ik ga even verder.”

Het kitsche en extravagant geklede Venus Tropicaux past met hun punkrock perfect voor het gouden gordijn en de discobal in de Bonbonnière. Het overgebleven publiek heeft zin in wat steviger werk en wordt op hun wenken bediend. Beneden laat even later Altin Gün hen voor het eerst vanavond dansen. De band overtuigt met hun authentieke en originele sound. “Deze band speelt toch alles plat vanavond?” vraagt een toeschouwer mij.

Onderweg naar de Bonbonnière waar de afterparty of afsluiter Too Slow To Disco van de Duitse DJ Supermarkt plaatsvindt, kom ik op de trap dezelfde toeschouwer tegen die bij Bart Wirtz eerder wegging. “En?” vraag ik, “wat vond je van het festival?” “Ja leuk. Ik heb wel het idee dat het rommeliger was dan andere jaren. Drukker vooral. Veel mensen lopen in en uit de zalen terwijl de artiesten nog spelen. Mensen willen van alles iets zien. Ik heb dat zelf ook gedaan vanavond. Dat is leuk, maar tegelijkertijd ook chaotisch. Ik laat nog even op mij inwerken wat ik daar eigenlijk van vind. Maar ik ben wel vermaakt vanavond! Veel gezien.”

Tijdens Too Slow To Disco wordt er flink gedanst door de volhouders. De vloer wiegt op de lome beat. Het festival nadert zijn einde. De schouwburg loopt langzaam leeg. Buiten is het koud, snel op weg naar het volgende feestje. DJ ISIS is vannacht nog in Leiden.

Ik weet niet of ik vaker zoveel stijlen zo stijlvol op één avond heb gehoord. Ja, op eerdere versies van dit festival. Dat leek toen iets rustiger en misschien beter in het pluche te passen. Maar wat een fijne avond was dit met veel blije bezoekers.