Zijn zojuist verschenen album Latter Days gaat over de laatste dagen van de huidige tijd. Blaudzun zelf is nog lang niet bij zijn eigen finale aangekomen: ‘Ik heb mijn beste song nog niet geschreven.’ Het is tijd voor een openhartig gesprek aan de hand van de 3voor12 menukaart.

. Bekijk de kaart

Dikke jassen hangen over de stoelen in het restaurant dat vandaag de nieuwe menukaart presenteert. De herfstige gerechten worden opgepoest en gefotografeerd voor de socials. Ook hier is het nieuwe jaargetijde niet meer te ontkennen. Voor Blaudzun is evengoed een nieuwe fase ingegaan. Hij heeft net de intensieve concertreeks Oscar met het Scapino Ballet in Luxor en Carré achter de rug. Hij kan zich nu volledig focussen op de release van Latter Days. Zijn zevende album, dat een week voor zijn 50ste verjaardag verschijnt, staat vol muziek die zich comfortabel voelt bij het bruin, geel en rood van het huidige seizoen. Latter Days zal tijdens de kaas worden besproken, maar eerst is het tijd voor een klein glaasje.

Aperitief: Ben je een goede slaper?

‘Ik ben een heel goede slaper. Ik zou hier zo kunnen slapen. Ik heb het mezelf al vroeg aangeleerd tijdens het touren. Voor sommigen zijn er wel drie tours voor nodig om überhaupt in een nightliner te kunnen slapen, voor mij niet. Ik vind het heerlijk. Ik lig, de bus rijdt weg en ik word half één ’s middags wakker in de stad waar ik speel. Ik ben momenteel wel moe trouwens, maar dat komt door alle shows in Carré. Twaalf dagen achter elkaar, ook dagen met middag- én avondconcert. Ik sprak mijn zangcoach, die zei dat echt te slopend is. Maar ook op die dagen kan ik slapen. Ik heb m’n eten om half zes op. Er staat een stretcher in mijn kleedkamer, daar dut ik meteen in. Acht uur sta ik weer op het podium.’

Ben je ’s avonds na een show niet te vol van energie om meteen in slaap te vallen?
‘We gaan eigenlijk nooit meteen weg na het optreden. Het blijft altijd gezellig. Dan staan we weer te dj’en backstage. ’s Middags na de soundcheck hetzelfde. Bij sommige zalen wordt goed gekookt, dan blijven we. En zo niet, dan gaan we uit eten. Dan gaan er wel een paar flessen wijn open. Ik weet dat er een bands zijn waar dat not done is, maar vanuit mij wordt zoiets niet besloten hoor. Als de energie in de kleedkamer vervolgens goed is, neem je dat meteen mee de zaal in.’

Amuse: Wat is het grootste vooroordeel over je?

‘Wat ik in het begin van mijn carrière vaker hoorde dan nu, is dat mensen me soms een arrogante klootzak vonden. Maar ik denk dat arrogantie vaak wordt verward met verlegenheid. Die ik herken als ik in groepen ben. Op de middelbare school was ik best een muurbloempje. Al kon ik het met iedereen vinden. Ik had niet echt een clubje. Ik kon bij de sportieve jongens hangen of bij de alto’s of de hiphoppers. Als ik op het podium sta is die verlegenheid er helemaal niet. Dat doe ik liever dan een verjaardag hosten. Bij verjaardagen trek ik me liever terug, bemoei ik me met het eten. De barbecue. Dan sta ik er net iets buiten.’

‘Mensen zeggen ook soms opeens: je bent toch wel een chille gast. Door mijn kledingstijl en door mijn muziek denken mensen dat ik een hele sombere, donkere, ontoegankelijke gast ben. Dat komt blijkbaar zo over. Maar ze komen er binnen vijf minuten al wel achter dat ik een stuk relaxter ben. Ik ben bij anderen ook zoals ik nu met jou praat.’

Voorgerecht: Hoe kan je jezelf in de weg zitten?

‘Aan de ene kant heb ik ontzettend veel ambitie en wil ik altijd te veel te snel. Aan de andere kant kan ik me aan het eind van de dag serieus afvragen wat de zin is van het bestaan. Mijn conclusie is altijd: die is er niet. En toch lukt het me ’s ochtends weer om een reden te vinden op te staan en er iets moois van te maken. Terwijl ik ook steeds voel: het slaat helemaal nergens op. In één periode lukte het me niet om ermee om te gaan. Heavy Flowers is in 2012 verschenen en het was een periode vol hoogtepunten. De ontvangst, het toeren, grote zalen, het buitenland. Maar in mij was er gewoon een donkere zwartheid. Ik was, denk ik, overrompeld door te veel werk en geleefd worden. Ik voelde een heel diepe eenzaamheid. Ik lag ’s nachts op bed te janken omdat ik er geen zin meer in had. Ik heb letterlijk gezegd dat ik met Heavy Flowers een monster heb gecreëerd. Ik had er jarenlang voor gewerkt en toen gebeurde het. De plaat werd ook in Amerika uitgebracht. Het was ook heel fijn. Maar ermee dealen was ingewikkeld.’

Praatte je er met iemand over?
‘Nee, ik wist ook niet naar wie ik toe moest. Ik dacht: wie maakt nu precies mee wat ik meemaak? Wie begrijpt dit? Ik miste een senioriteit om me heen. Iemand van vijftig die uit eigen ervaring kon vertellen hoe je ermee om moest gaan. Maar in de Nederlandse indiewereld zijn weinig oudere mensen. Artiesten haken met bosjes af om allerlei redenen. De mensen die me toen begeleidden waren ook degenen waarmee ik de machine had opgetuigd. De machine moet door. Ik dacht tegelijk dat mijn omgeving aan me kon zien dat het niet goed ging. Sommigen deden dat ook wel. Maar de meesten zien de shows, die waren ook echt te gek en ik ben er ook heel trots op. Toen mijn broer later hoorde hoe het destijds met me ging, heeft hij wel een stevig gesprek met me gevoerd.’

Waarom vond je het lastig om dit aan anderen vertellen?
‘Dat heeft met vertrouwen te maken.’

Waar komt dat vandaan?
‘Ik heb daar veel over nagedacht. Ik heb heel liefdevolle ouders, met wie ik nog steeds heel goed ben. Maar de religieuze gemeenschap daarom heen, de Pinkstergemeente waar zij een onderdeel van waren, bestond bij de gratie van één grote leugen. Er waren allemaal regeltjes die je moest naleven. Alles wat je zou kunnen zeggen of denken, wat hier niet mee correspondeerde, hield je voor jezelf. Omdat het werd afgekeurd. Het hele systeem was er van doordrongen. Het was niet zoals vriendjes die naar de hervormde kerk gingen en daarna konden spelen. Nee, het was 24 uur per dag dat. Tot op het bot. Je leert dat je kunt worden afgestraft als je vertelt wat jij vindt en voelt. Je bent een krijgsgevangene van je gedachten. Overal staat een hekje omheen. Dit is iets wat je meeneemt. Het is minder geworden, maar het zit nog steeds in me.’

Tussengerecht: Ben je eraan gewend om herkend te worden?

‘Ik ben er wel aan gewend. Ik zit hier nu toevallig met de rug naar de ingang. Ik heb dat een tijdje bewust gedaan. Maar daarna dacht ik: ik ga me er niet meer druk over maken. Hier in Utrecht of in Amsterdam is de B.N.’er-dichtheid vrij groot. Dan kijkt men er niet van op als ze me zien lopen. Er is wel herkenning. Maar er is niets mis met herkenning. Als ik in Arnhem loop of Amersfoort of Zwolle of Maastricht, is het geroezemoes om me heen veel groter. Ik heb er zelf inmiddels een onzichtbaar scherm voor zodat ik het amper merk. Mijn vriendin heeft het veel sneller door dan ik. Toen mijn kinderen jonger waren zeiden ze soms: laten we niet op dat terras zitten, want je wordt nu al herkend. Het is niet per se vervelend. Behalve sommige bij-effecten. Dat mensen in een restaurant om me heen duidelijk onrustig zijn en naar me toekomen als ik het toetje krijg. Omdat ze menen dat ik dan wel ben uitgepraat.’

Nam het vooral een vlucht nadat je veel bij DWDD zat?
‘DWDD, de NOS, Belgische talkshows. Een optelsom. Toch zoek ik de beroemdheid ook niet op. Ik word elk jaar voor De Slimste Mens gevraagd, maar ik doe het niet. Wat heb ik er te winnen? Ik mag er geen liedje spelen. Een cabaretier heeft er wel wat aan. Ik ben een keer voor Wie Is De Mol? gevraagd. Dat wilde ik wel doen, omdat ik het anders niet aan m’n kinderen zou kunnen uitleggen. Die zijn grote fan. Ik heb gesprekken gehad, maar het ging uiteindelijk niet door. Het paste niet bij de samenstelling van de groep. Maar dingen als De Gevaarlijkste Wegen Ter Wereld? Ik doe het allemaal niet.’

Hoofdgerecht: Hoe ga je je 50-jarige verjaardag vieren?

‘Ik heb dus lang mijn verjaardag niet gevierd. Ik vond het niet heel boeiend en ik was me ervan bewust dat ik mijn jeugdigheid verlies. Wat natuurlijk ook zo is. Er heeft lang op mijn Wikipedia gestaan dat ik 33 ben. Dat heb ik heel lang zo gelaten. Ook als het verkeerd werd opgeschreven in artikelen. Dat vonden mijn kinderen meteen heel grappig: haha pap, je bent weer 33. Maar deze keer ga ik het wel vieren. Ik ben een groot deel van de herfst in Barcelona aan het werk, toevallig ook op mijn verjaardag. Ik zei tegen vrienden en familie: ik word vijftig, als je in de buurt bent, ik zit daar en daar. Binnen niet al te lange tijd druppelden reacties binnen van mensen die wilden komen. Een leuk groepje van zo’n vijftien mensen. Ik heb er veel zin in.’

Ben je steeds bewuster met je leeftijd bezig?
‘Ik kijk met veel interesse naar oudere artiesten. Hoe zij dingen doen, zowel op artistiek niveau als in het gewone leven. Zoals Nick Cave of David Byrne. Ik vind het nog steeds verschrikkelijk dat Jay-Z gestopt is. Die had ik heel graag ouder zien worden als artiest. In de Nederlandse indie en hiphop zijn minder voorbeelden. Ja, Spinvis, maar die is heel laat begonnen. Eigenlijk is hij net bezig. Henny Vrienten was wel een voorbeeld. Hij stuurde mij enkele jaren geleden een dm dat hij ‘Real Hero’ zo mooi vond. Ik was oprecht vereerd. We zouden wat met elkaar gaan drinken en schrijven. Het is er nooit van gekomen omdat hij ziek werd en overleed. Ik had het echt graag gewild. Dat soort figuren heb ik een beetje gemist in mijn carrière. Het kan ook aan mezelf liggen. In mijn vriendenkring zitten geen vijftigplussers. Ik heb een affiniteit met jongere mensen. Omdat ze de energie en verwondering hebben die ik ook voel. Dat heb ik ook nog altijd in de muziek. Ik heb mijn beste song nog niet geschreven. Ik wil nog heel lang door.’

Kaas: Waar gaat je nieuwe album nou echt over?

‘Over Latter Days. De laatste dagen. Van situaties, van de wereld, misschien wel van relaties. Niet vanuit een bitter einde, maar als begin van iets nieuws. ‘Bonfire’ gaat heel erg over afrekenen met dingen die zijn geweest. Die gooi je op een vreugdevuur en daar dans je omheen. En ondertussen gooi je je shit erin die je niet meer nodig hebt. Het gaat ook over de huidige politieke situatie. Ik was niet zo in shock na de verkiezingsuitslag. Ik zag het wel aankomen. Ik vind het extreemrechtse kabinet eigenlijk wel verhelderend. Dat Nederland z’n racistische kant zo zonder schaamte laat zien, is niet in één dag gebeurd. Maar als je het ziet, kun je het ook aanpakken. Dan kun je het pas opruimen. Het zijn de laatste dagen voordat die transitie plaatsvindt. Als je niet wordt wakkergeschud, ga je ook niets doen. Dat is waar de hele plaat over gaat.

Wat is op Latter Days anders qua sound?
‘Dat vind ik oprecht moeilijk te zeggen. Ik heb veel met Marien Dorleijn gewerkt, van Moss. Dat was heel verfrissend. In het verleden moest ik bij producers vaker de eigenwijze indieboy uithangen. Maar met Marien was hij dat al. Waardoor ik juist meer in mijn liefde voor popmuziek kon hangen. Onze optelsom werkte. Maar wat het grootste verschil is tussen dit en mijn eerdere werk kan ik waarschijnlijk pas over twee jaar zeggen.’

Dessert: Wat is het geheim van je relatie?

‘We zijn al meer dan zeven jaar samen. Dus er gaat iets goed. Ik denk dat we niet zo goed door hebben wat het geheim is van onze relatie. Misschien is dat juist het geheim. Dat meen ik serieus. Omdat er nog zoveel te ontdekken is, blijf je nieuwsgierig naar elkaar. We wonen niet zeven dagen in de week bij elkaar. Soms zien we elkaar drie dagen niet. We wonen in Utrecht maar ik heb ook een werkhuis waar ik me terug kan trekken. Mijn vriendin is straks weer een maand in Barcelona. Die afstand werkt voor ons op een goede manier. We missen elkaar. Soms al na een dag. Dat we steeds bewust kiezen om bij elkaar te zijn, vind ik fijn.’

Hoe hebben jullie elkaar ontmoet?
‘Op tour. Ze zit mij mij in de crew, nog steeds. Als assistent tourmanager. We delen dus grote delen van ons leven met elkaar. We zijn best verschillend. Al zijn we allebei gevoelige personen.’

Ben je bij haar wel altijd open?
‘Ja. En als ik het niet zeg, ziet ze het. En benoemt ze het. Omdat ze er anders geen genoegen mee neemt. Soms heb je even een kleine schop onder je hol nodig om te vertellen wat je bezighoudt.’